Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 28 januari 2016

Genealogisch blog 2




Brieven

Gegrepen door de beschrijving van de Nederlandse politiek rond de Politionele Acties in voormalig Nederlands-Indië in het boek “Na de bevrijding, de loodzware jaren 1945-1950” van Ad van Liempt realiseerde ik me, dat twee broers van mijn moeder ook in Indië hadden gezeten. Als dienstplichtige soldaten werden zij daarheen gestuurd, waarschijnlijk tegen hun wil.
Mijn beide ooms, die door hun verblijf in Ned. Indië een speciale band met elkaar hadden, vertelden niet veel over Indië, alleen dat het zo’n mooi land was, dat er zulke aardige mensen woonden. Of ze aan gevechtshandelingen hadden deelgenomen wilden ze niet vertellen, nooit.
Pas door het boek van Van Liempt ben ik mij gaan afvragen: wat deden mijn ooms eigenlijk in Indië, waarom waren ze daarheen gestuurd? Hebben ze gevochten? Hoe hebben ze hun verblijf in onze voormalige kolonie beleefd?
Nog tal van andere vragen kwamen bij mij op, geen vragen over de Nederlandse politiek ten aanzien van de drang naar vrijheid van de Indonesiërs. Die had Van Liempt uitvoerig beschreven. Nee, meer vragen naar de kleine geschiedenissen van mijn ooms. Hoe vonden ze het zo ver van huis te zijn? Voelden ze zich eenzaam? Hoe beleefden ze de gevechtshandelingen? Hoe keken ze tegen de Indische vrouwen aan? Waren ze wel rein?, zoals hun moeder regelmatig vroeg.
Het hen zelf vragen kon niet meer, beiden zijn overleden. Ik moest zelf op onderzoek uit. Bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in ’s Gravenhage kreeg ik inzage in de kwartaalrapportages van hun commandanten. En via het NIMH kwam ik terecht bij Defensie Materieel Organisatie, Jont IV Commando, C4I&I Informatiebeheer in Kerkrade. Van deze dienst ontving ik kopieën van alle documenten uit de persoonlijke dossiers van mijn ooms. De belangrijkste bronnen voor mijn onderzoek vormden echter brieven. Een van mijn ooms had alle brieven die hij kreeg van zijn ouders, broers, zussen, vrienden en vriendinnen allemaal bewaard. Vooral de meer dan 50 brieven van zijn moeder vormden mijn belangrijkste bronnen. Oma schreef haar jongens twee keer per week, vaak hetzelfde aan de beide broers in het verre Indië. Of ze verwees in de brief aan de een naar wat ze aan de ander had geschreven. Van de kinderen van mijn oom kreeg ik kopieën van die brieven.
Door middel van haar brieven waakte oma over de “reinheid” van haar jongens. Grote angst sprak uit haar woorden. Zouden haar jongens wel levend thuisvaren? Ze maakte zich zorgen over enge tropische ziektes en of ze wel gezond te eten kregen. Ze vroeg zich regelmatig af of de jongens nog wel leefden volgens de regels van hun geloof. Baden ze wel elke dag hun weesgegroetjes? Zegden ze wel elke dag een oefening van berouw op? Vergaten ze de rozenkrans niet en de H. Mis op zondag?
De brieven van oma vormden de belangrijkste basis voor mijn boek “Ze spraken er niet over, Twee Amersfoortse broers in Nederlands-Indië”, uitgegeven bij Boekscout.nl in Soest.

Paul Welling
Het telegram dat mijn geboorte aankondigde

Door de brieven van moeder Bosman kwam ik ook veel te weten over de eerste maanden van mijn eigen leven. Mijn vader stelde zijn zwagers via een telegram op de hoogte van mijn geboorte in de middag van 20 augustus 1948. Vol trots schreef oma de volgende dag de jongens over haar eerste kleinzoon. Een flinke jongen, noemde ze mij, die acht pond en vier ons woog. Bij mijn doop, de volgende dag, had ik mijn duim al in mijn mond, maar de mouwen van mijn doopjurk waren al wat te nauw.

Zij spraken er niet over
Mijn boek over de Indische tijd van mijn ooms

Omdat ik zo groot was, viel de bevalling mijn moeder zwaar en het was maar goed, dat ze in het ziekenhuis lag. Na een dag of vijf was ze er al weer aardig boven op. Wanneer ze het Homeopathisch Ziekenhuis in Oudenrijn mocht verlaten, zou ze naar Amersfoort gaan om "thuis" verder aan te sterken. Mijn vader moest als journalist in Amsterdam verslag doen van Koninginnedag en zou daar een paar nachten blijven slapen. Mijn moeder was nog niet in staat voor haar gezin te zorgen op de kleine bovenwoning aan de Lessinglaan in Utrecht. Eenmaal thuis in Amersfoort stapte mijn vader met mij op zijn arm zo trots als een pauw heen en weer voor de grote spiegel. En ik maar lachen.
Pas op 17 oktober 1948 schreef oma, dat mijn vader en moeder en ik weer naar Utrecht waren gegaan.

Tiel, 26-01-2016

Meer weten? Lees:
Paul Welling, Ze spraken er niet over. Twee Amersfoortse broers in Nederlands-Indië. Soest : Boekscout 2015. 156 blz.  Index. ISBN 9789402219401. Prijs € 18,15. Te bestellen via boekscout.nl

1 opmerking:

  1. Jouw enthousiaste manier van vertellen leest heerlijk weg. Leuk dat je over je reis naar meer familiegegevens enthousiast zo met je volgers deelt. Het boek van papa en oom Bertus is boeiend geschreven, heel veel dank daarvoor! Geniet van je zoektochten.... groet Hanita

    BeantwoordenVerwijderen