Oud en Nieuw
Bij ons thuis was het eind jaren
vijftig en begin jaren zestig van de vorige eeuw traditie, dat de ouders van
mijn vader op Oudejaarsdag laat in de middag bij ons kwamen om gezamenlijk Oud
en Nieuw te vieren. Vaak gingen we opa en oma en tante
Nel van de trein halen op het Muiderpoortstation. De gasten namen altijd
oliebollen en appelflappen mee, terwijl mijn moeder voor een gemeenschappelijke
maaltijd zorgde, meestal een stamppot.
Toen we nog te klein waren om de
hele avond op te blijven, gingen we spoedig na het eten naar bed. Mijn vader
had plechtig beloofd, dat hij ons voor middernacht uit bed zou halen om naar
het vuurwerk te kijken. Ruim van tevoren kwam hij ons wekken en gingen we in
onze ochtendjassen naar beneden. Toen ik groot genoeg was, mocht ik de hele
avond opblijven. Na de koffie gingen mijn ouders en opa en oma eerst een potje
schutjassen spelen. Met tante Nel keken ook mijn broer en zus toe hoe er
gekaart werd, al snapten we niet veel van het spel. Mijn moeder had lekkere hapjes
gemaakt. We kregen cola of Fanta te drinken in plaats van ranja.
Het kaarten was eigenlijk alleen
bedoeld om de tijd tussen de koffie en de radio-uitzending van de
oudejaarsconference van Wim Kan
te overbruggen. Tijdens het kaarten stond de draadomroep in de hoek van de
kamer zachtjes aan, niemand wilde het begin van Kan missen. De draadomroep
stond op een plank aan de muur, de bedieningsschakelaar was bevestigd op de
andere muur. Er was slechts een keuze uit vier zenders. Twee Nederlandse, een
Belg en de BBC. Het volume was te regelen met een draaiknop, die gemonteerd was
om de zenderkeuzeschakelaar. Wij hadden nog geen “gewone” radio met middengolf
en lange golf en een keuze uit tal van zenders. Begin jaren zestig nam de tv de
rol van de draadomroep over.
Toen de omroepster van de VARA de
oudejaarsconference van Wim Kan aankondigde, werden de kaarten direct
neergelegd, het volume van de radio werd opgedraaid en wij kinderen moesten
muisstil zijn. Zelfs hoesten was bij wijze van spreken verboden. Mijn ouders en
opa en oma zaten doodstil rond de eettafel. Wij zaten meestal op de bank onder
de radio, waarop mijn vader altijd zijn dutje deed, en tante Nel zat in een
stoel op een hoek van de tafel. Haast verstijfd zat iedereen te luisteren naar
de grootmeester. Lang lachen om de grappen van Kan was niet mogelijk, dan miste
je de volgende grap.
Wim Kan,
Oudejaarconference 1979
|
Na afloop van de uitzending werd
alles wat Kan over het voetlicht had gebracht uitvoerig van commentaar
voorzien. Grappen die mijn grootouders niet helemaal hadden begrepen moest mijn
vader uitleggen, hij was journalist en wist dus precies waar Kan het over had.
Was alles uitvoerig besproken, dan werden de kaarten weer opgepakt. Even was
onduidelijk wie op de voorhand zat, maar toen daar overeenstemming over was,
werd er weer in stilte verder gespeeld.
Na elk spel werd er nagekaart.
Iedereen verklaarde waarom die of die kaart gespeeld was. Een fout werd
eindeloos besproken. Mijn oma was daar erg goed in. Wij kinderen waren altijd
erg blij, wanneer de radio aankondigde, dat er overgeschakeld werd om de klok
twaalf te horen slaan. Hardop telden we mee en wensten elkaar daarna, als goed
katholieken, een “Zalig Nieuwjaar”. Wij konden maar niet begrijpen, dat opa en
oma het nieuwe jaar altijd huilend begonnen. Het was feest, dan huil je toch
niet. Mijn vader had glazen vol geschonken met een bruisend drankje. We
toastten op het Nieuwe Jaar.
Papa had vaak wel wat sterretjes
voor ons gekocht, die mochten we buiten aansteken en ermee rond lopen, terwijl
anderen op de Bredeweg rotjes lieten knallen of pijlen de lucht in schoten. Wij
droomden ervan, dat zelf ook ooit eens te doen. Grote jongens van de overkant
staken op het middenstuk van de straat een stapel kerstbomen in de brand, die
ze in de loop van de dag verzameld hadden. Wij vonden het maar gek, dat mensen
nu al hun kerstboom weg deden. Het was toch gezellig om de kaarsjes in de boom
aan te steken. Dat het gevaarlijk kon zijn beseften we niet.
Na een half uurtje riep mijn
moeder ons naar boven. Op tafel stond een heerlijke salade die ze eerder op de
dag had gemaakt. Na het bidden genoten we In stilte van het lekkers, terwijl de
volwassenen nog niet uitgesproken waren over Kan. Hij was dit jaar weer
geweldig! Waar haalt ie het allemaal vandaan? Wat haalde hij de premier weer
over de hekel!
Na de salade en nog een oliebol
gingen we naar bed. Omdat opa en oma en tante Nel er waren konden we niet in
onze eigen bedden liggen. We vonden het niet erg om voor een keer op de grond
te slapen, zo moe waren we. In de verte hoorde je af en toe nog een knal.
Nieuwjaarsconcert
o.l.v. Willi Boskovski
|
Op Nieuwjaarsmorgen werden we op
tijd wakker gemaakt, want om 12.00 uur moest en zou iedereen bij de radio
zitten, en later bij de tv, om naar het Nieuwjaarsconcert
van de Wiener Philharmoniker onder leiding van Willi Boskovski te
luisteren. Mijn oma vond de muziek van Johan Strauss zo mooi, er werd zo
prachtig gedanst. De bloemen in de concertzaal waren geweldig. Wij vonden er
niet veel aan, maar mijn ouders, opa en oma en tante Nel genoten alsof het de
eerste keer was dat ze het concert hoorden of zagen.
Na een uurtje werd er
overgeschakeld naar het Vierschanzentournee
in Garmisch Partenkirchen. Dat vonden we heel wat beter, dan dat gejodel op
violen. Wat konden die mannen ver springen. Als er een viel ging er een zucht
van ontzetting door de kamer. We dachten minstens, dat de gevallene dood zou
zijn. Maar gelukkig stond die altijd weer gezond en wel op.
Op Nieuwjaarsdag vond het
avondeten altijd betrekkelijk vroeg plaats, want mijn vader moest die avond nog
werken. Dat wil zeggen, dat hij voor de krant een recensie moest schrijven van
de jaarlijkse opvoering van de “Gijsbrecht van
Aemstel” van Vondel. Hij had altijd twee kaarten, één voor zichzelf en de
andere was bij toerbeurt voor opa, oma of tante Nel. Vooral opa en oma
verheugden zich enorm op de voorstelling in de Stadsschouwburg, vooral als Co
van Dijk of Han Bentz van den Berg de rol van Gijsbrecht zou spelen. Direct na
het eten vertrok mijn vader met zijn medetoeschouwer met de tram naar de
schouwburg. Wij bleven achter, speelden nog wat en gingen vroeg naar bed. Mama
bleef achter in de voorkamer met de andere
twee.
Han Bentz van den
Berg als Gijsbrecht
|
Wanneer mijn vader weer thuis
was, trok hij zich terug op zijn studeerkamer. Daar stak hij de ene Old
Mac na de andere op en schreef zijn stuk voor de krant. Mijn moeder wilde
dan altijd weten van wie met hem was mee geweest hoe de voorstelling was. Alle
facetten van het stuk werden breed uitgemeten, want de ouders van mijn vader en
zijn zus deden aan amateurtoneel en hadden er dus verstand van. De mise-en-scène,
de regie, de belichting, alles werd uitvoerig besproken.
Toen de Gijsbrecht in een modern
jasje werd gestoken, hadden mijn grootouders geen interesse meer. Dat was geen
toneel, dat was rommel, Vondel onwaardig. Voor mij de kans het volgende jaar met
mijn vader mee te mogen. Ik was nog nooit in de Stadsschouwburg geweest. Al die
voorname mensen, die ik wel eens op tv had gezien. Ik genoot ervan, en kon op
school vertellen, dat ik de “Gijsbrecht” had gezien. Mijn klasgenoten op het Ignatiuscollege
keken vol bewondering naar mij op. De heer Slijpen van Nederlands vroeg me voor
de klas om iets over de voorstelling te vertellen. Trots deed ik dat.
Op 2 januari, na het ontbijt,
brachten we opa, oma en tante Nel weer naar het Muiderpoortstation, ze gingen
naar huis. Mijn vader was al naar de krant. Weer thuis vroeg ik aan mijn moeder
hoe ze de jaarwisseling met opa en oma gevonden had. Ze zei alleen maar: “Oma
kan af en toe zo vervelend naar me doen. Net of ik niet goed genoeg voor papa
ben.”
Tiel, 29-12-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten