Machinebankwerker
In de Nieuwsbrief van februari
2019 maakte de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV) bekend, dat het
Utrechts Archief recentelijk de personeelsgegevens van meer dan 100.000 mensen,
die bij het spoor hebben gewerkt, online heeft gezet. Het
gaat om gegevens van personeelsleden van spoorwegmaatschappijen uit de periode
1836-1920, dus voor de vorming van NS. Een belangrijke bron voor onderzoekers
die geïnteresseerd zijn in spoorwegen of hun voorouders, aldus de Nieuwsbrief.
In de genoemde periode hebben een behoorlijk aantal Wellingen bij het spoor
gewerkt en een enkele Bosman. Over die laatste wil ik het in dit blog hebben,
over Wouterus Bosman, die ik verder gewoon Wout zal noemen.
Wout,
een populaire naam in de familie Bosman, was in feite het oudste kind van
Arnoldus Wilhelmus Bosman (1839-1899) en Sophia van Hamersveld (1843-1928) Twee
zoontjes van Arnoldus en Sophia waren al overleden, toen Wout ter wereld kwam.
Na Wout kregen Arnoldus en Sophia nog zes kinderen, een meisje en vijf jongens,
van wie Jacobus van 1879 niet ouder werd dan drie jaar. De anderen bereikten
normale leeftijden en zorgden voor voldoende nageslacht met gemiddeld vijf
kinderen.
Onze
Wout werd geboren op 10 september 1872 om 11.00 uur in Amersfoort. Vader
Arnoldus was met zijn ouders vanuit Arnhem en omgeving naar Amersfoort
getrokken. De geboorte van de kleine Wout werd twee dagen later door zijn vader
aangegeven op het stadhuis van Amersfoort. Daarbij traden Jacobus Kleber en
Willem Stolk op als getuigen. Wout is een vijfde graads achterneef van de vader
van mijn moeder. Over de jeugd van Wouter is nagenoeg niets bekend, alleen dat
hij lid is geweest van de Nationale Militie.
Wout
ging aan de slag als smid. Tegen het einde van de 19e eeuw kreeg hij
verkering met de Hilversumse dienstbode Alida Bouwer, een dochter van Jan
Brouwer en Heintje Zieltjens. Het stel trouwde op 7 juni 1899 in Hilversum en vestigde
zich in Utrecht, waar ze hun hele leven bleven wonen. Eerst in de Eikstraat en
later in de Sluisstraat.
Spoorwegkaart 1868
|
Na de
geboorte van hun eerste twee kinderen, zoon Arnoldus Wilhelmus van 20 februari
1901 en dochter Hendrika van 3 november 1902, wilde Wout kennelijk meer
financiële zekerheid voor zijn gezin. Hij begon daarom, zonder vast
dienstverband, op 20 juli 1903 als hulpbankwerker bij de Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen met standplaats Utrecht. Zijn bezoldiging
bedroeg toen maximaal fl. 1,50 per dag bij een zesdaagse werkweek van tien
werkuren per dag, zestig uur per week dus! Dergelijke werkweken bleef hij maken
tot 1919, toen hij een stapje kon klimmen op de personeelsladder bij de
Staatsspoorwegen.
In zijn personeelsdossier stond
nog vermeld, dat hij in de burgermaatschappij ook bankwerker was, dat hij kon
lezen en dat alleen Nederlands sprak. Hij was deelnemer 26425 in het
Pensioenfonds van de spoorwegen.
In 1906 kreeg Wout zijn vaste
aanstelling als bankwerker voor een salaris van fl. 1,17 per dag. Een
bankwerker maakte aan de hand van technische tekeningen onderdelen van
spoormachines. In de functie van bankwerker kon Wout doorgroeien tot een
salaris van maximaal fl. 1,60 per dag. In 1916 verdiende hij fl. 1,25 per dag.
In de jaren tot 1916 was het gezin van Wout en Alida uitgebreid. Eerst kwam
dochter Sophia op 17 januari 1905 ter wereld. De kleine Sophia leefde slechts
elf maanden. Op 12 september 1908 werd zoon Johannes geboren. Zoon Wilhelmus Everardus en dochter Hendrika Sophia vormden
een tweeling. Zij aanschouwden het levenslicht op 22 december 1910. Helaas
overleed Wilhelmus Everardus al na twee maanden. Tenslotte werd in 1915 weer
een zoon geboren, die ook de namen van Wilhelmus Everardus kreeg. Toen hij 26
jaar oud was trouwde Wilhelmus Everardus met Johanna Maria Christophorus
Oostveen, die in 1912 in Schagen was geboren.
Oudste zoon Arnoldus Wilhelmus
was in 1930 al in Zuilen in het huwelijk getreden met Johanna Helena den
Houdijker, dochter van Laurentius Houdijker en Maria van Jaarsveld.
Personeelsstamboek Wouterus Bosman
|
Wout deed het blijkbaar goed in
de Utrechtse werkplaats van de Staatsspoorwegen, want op 27 april 1919 werd hij
bevorderd tot machinebankwerker. Een machinebankwerker maakte gebruik van met
name freesmachines bij de vervaardiging (van onderdelen) van spoormachines. Per
1 januari 1924 kreeg Wout een bezoldiging van fl. 1,81 per dag toegekend.
Lang heeft Wout niet van zijn
topsalaris kunnen genieten. Hij overleed op 23 december 1924 ’s morgens rond
7.30 uur, hij was toen 52 jaar oud. Aanspreker Hendrik Agterberg verzorgde
later die dag de aangifte van zijn overlijden. Zijn kinderen, die nog in leven
waren, woonden nog allemaal thuis in de Sluisstraat.
Akte van overlijden van Wouterus Bosman
|
Het personeelsdossier van Wout bevatte
verder geen bijzonderheden. Uit zijn aantal dienstjaren kan de conclusie
getrokken worden, dat Wout vrouw en kinderen niet echt warmpjes achterliet.
Oudste zoon Arnoldus Wilhelmus
trad in het huwelijk in Zuilen op 25 juli 1930 met Johanna Helena den
Houdijker, die op 30 maart 1900 was geboren als dochter van Laurentius den
Houdijker en Maria van Jaarsveld.
De echtgenote van Wout, Alida, is
eveneens niet echt oud geworden. Zij stierf op 62-jarige leeftijd op 18 oktober
1937. De aangifte van haar overlijden vond twee dagen later plaats.
Tiel, 12 februari 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten