Toen Giuseppe Angelo Roncalli (1881-1963) in 1958 na een conclaaf van
vier dagen gekozen werd als Paus Johannes XXIII, was iedereen van mening, dat
hij vanwege zijn reeds gevorderde leeftijd van 77 jaar slechts een tussenpaus
zou zijn. Na enkele jaren zou hij opgevolgd worden door een jongere kardinaal,
die weer een lang ponticifiaat zou hebben.
Johannes XXIII stierf weliswaar in 1963, maar hij verraste vriend en
vijand, toen hij enkele maanden na zijn aantreden op 25 januari 1959 het Tweede
Vaticaans Concilie bijeenriep. Hij achtte het Concilie nodig voor een "aggiornamento"
van de katholieke kerk. De kerk moest weer bij de tijd gebracht worden.
|
Paus Johannes XXIII
Hoe er op het bijeenroepen van het Concilie en de voorbereiding daarvan
in de katholieke wereld werd gereageerd kan ik me niet meer herinneren. Ik zat
in de laatste klassen van de lagere school. Wel herinner ik me de hooggespannen
verwachtingen bij het begin van het concilie in oktober 1962, ik zat inmiddels
in de 3e klas van het gymnasium op het Amsterdamse St.
Ignatiuscollege. De kerk zou eindelijk midden in de wereld komen te staan. Geboortebeperking
middels de pil of anderszins zou toegestaan worden, een zegen voor de
ontwikkelingslanden. Homoseksualiteit zou geaccepteerd worden en het celibaat
afgeschaft. De progressieve jonge Jezuïeten van het Ignatiuscollege als o.a.
Huub Oosterhuis, Jos Vrijburg en Jan van Kilsdonk hielden ons een wereld voor
waarin het fantastisch was te geloven.
Op school werden de gesprekken over het ophanden zijnde Concilie nog
boeiender, toen bekend werd, dat mijn vader tot het team medewerkers behoorde, dat dagblad De Tijd De Maasbode naar
Rome zond om verslag te doen van de eerste zittingsperiode van het Tweede
Vaticaans Concilie. Door zijn reportages over de nieuwe missie van de kerk in
de vorm van ontwikkelingswerk in Afrika (1960) en Zuid Amerika (1961) was mijn
vader als journalist een vooraanstaand persoon in het katholieke wereldje
geworden.
Het team journalisten, dat dagblad De Tijd De Maasbode naar het Concilie
zond, bestond verder uit Romeins correspondent Jan Schiphorst, speciale commentator drs. Frans. Haarsma (1921-2009), theologe dra. Tine
Govaart-Halkes (1920-2011) en missiologisch medewerker drs. Arie Kramer. Terwijl de verslaggeving over het behandelde tijdens de eerste dagen
van het Concilie aan de overige teamleden was opgedragen, zorgde mijn vader
voor sfeerbeelden van het begin van het Concilie. Aan het einde van de eerste
Conciliedag sprak Paus Johannes XXIII de
verzamelde menigte op het St. Pietersplein toe. Mijn vader noteerde:
“Voor die menigte – en
ik durf haar niet te schatten – heeft Paus Johannes XXIII een geïmproviseerde reden gehouden. Hij
verscheen hoog boven de menigte voor een van de vensters van het Vaticaans
paleis en toen begon hij te spreken. Wat een verschil met zijn voorganger. Ik
heb op dit plein gestaan tijdens het Heilig Jaar 1960 en met tranen in de ogen
gekeken naar Paus
Pius XII,
die altijd voor ons verscheen als een herder. Nu stond er Paus Johannes XXIII.”
|
|
Tweede Vaticaans Concilie |
Op de tweede dag van het Concilie
waren de Kerkvaders vrij. Mijn vader gaf een sfeertekening:
“Wat doet men tijdens
het Concilie als er technisch gesproken niets gebeurt? Het antwoord is
meervoudig. Op de eerste plaats kijkt men. Er is geen verrukkelijker spel dan
nu op de Via della Concilliazione op een terrasje te gaan zitten en te kijken
naar ‘de Kerk’ zoals die paradeert in verscheidenheid, die men nooit eerder
gezien kan hebben.
Dan is er, wat ik de
bestorming van de Vaticaanse postkantoren zou willen noemen. Daar kan men
eenvoudig niet inkomen. Er worden postzegels gekocht – en zoals ik al gezegd
heb: de Conciliezegels zijn er nog niet – in hoeveelheden of ze gratis ter
beschikking worden gesteld. Men koopt zogenaamde eerstedagenveloppen en Concilie-ansichtkaarten
in de meest afschuwelijke kleuren en in prijzen en formaten, die domweg
ongelooflijk zijn.
Dan – derde aspect –
heeft Rome nu werkelijk en definitief het Concilie ontdekt. Plotseling baadt de
Engelenburcht voor het eerst in het licht van tienduizenden vetpotjes.
Trastevere, Rome’s onovertroffen volkswijk, heeft zich voor het Concilie
opgemaakt als gold het een kermis.”
Het laatste artikel van mijn
vader over het begin van het Concilie ging over de ontvangst door de Paus van
alle aanwezige journalisten. De meest sceptische journalisten won de Paus voor
zich met zijn toespraak. Mijn vader schreef daarover in de krant:
“Toen
is hij opgestaan. ‘En nu willen wij u zegenen’, zei hij, en het Bijbelwoord
gebruikend, dat ik boven reeds vermeldde, ging hij verder: ’Dit is een
gedachte, die ons vertrouwd is en die een hoogbejaarde vader, zoals wij, zich
kan veroorloven als hij met liefde een blik op zijn zoon richt’. Het applaus,
dat daarop losbrak leek een pandemonium. Er was niemand, die er niet aan
deelnam. Ook niemand van de collega’s, die in het begin zo kritisch reageerden.
Een ongecompliceerde oude man had het hart der wereldpers gestolen.”
Na het concilie bundelde De Tijd
De Maasbode de artikelen van het team verslaggevers in een bundel in de serie
Ken uw tijd met de titel ‘Het Concilie’.
|
Aankondiging Brochure Het Concilie
De euforie in katholiek Nederland
was maar van korte duur. Op 3 juni 1963 overleed Johannes XXIII. Zijn opvolger
Paulus VI zette het Concilie voort, maar moest enorm schipperen tussen de ijzersterke
traditie van de kerk enerzijds en de wil tot vernieuwing en verandering
anderzijds. Veranderingen in het College van Kardinalen betekende voor de
gewone gelovige echter in latere jaren geen verandering in de starre leer van
de kerk.
Op het Ignatiuscollege keerden
velen van de jonge progressieve Jezuïeten
de kerk de rug toe. Ik volgde hen een paar jaar later door me officieel te
laten uitschrijven.
Tiel, 06-05-2016
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten