Groot Amsterdams verdriet
De
manier waarop Ajax het kampioenschap van Nederland verspeelde, deed me denken
aan een verhaal, dat mijn vader vroeger graag met veel plezier vertelde. Hij
was uitgenodigd mee te spelen met het Amsterdamse journalisten elftal tegen (vermoedelijk)
een elftal van Rotterdamse collegae.
Zijn
eindexamenlijst van de HBS-B vermeldde, dat mijn vader voor lichamelijke
opvoeding gemiddeld een zes behaalde. Hij heeft zijn leven lang een hekel gehad
aan fysieke inspanning. Hij kon niet zwemmen. De lucht van zweet kon hij niet
verdragen. Hij had twee linker handen. Zijn grote liefhebberij daarentegen was
schaken. Hij is waarschijnlijk van 1937 tot in de oorlog lid geweest van de
Amersfoortse RK. Schaakvereniging de Pion. Binnen die vereniging was hij al
snel de beste. Voor de vereniging haalde hij heel wat overwinningen binnen.
Mijn vader tijdens
een partij schaak
|
Later
heeft mijn vader in wedstrijdverband geen schaakpartijen meer gespeeld. Dat nam
niet weg, dat hij graag de stukken opzette voor wie er maar tegen hem wilde
spelen en wanneer dan ook. Hij wist zijn liefde voor het schaken over te
brengen op één van zijn zonen, die over het schaken een paar boeken heeft
geschreven. Toen hij later in Bloemendaal
woonde, heeft mijn vader deelgenomen aan de interne competitie van schaakclub ‘Bloemendaal’.
Daar won hij makkelijk van schrijver en vriend Godfried Bomans, van wie hij vond, dat die niet
schaakte, maar ‘stukken verplaatste’.
Aan
fysieke sporten heeft mijn vader eigenlijk nooit deelgenomen. Slechts een keer
is hij – tot grote hilariteit van de toeschouwers - keeper geweest in het
Amsterdamse journalisten elftal. Hoe de ploegen zich ook inspanden tot scoren
kwam het niet. Totdat de midvoor van de tegenstander doorbrak en alleen op doel
afkwam, dat mijn vader verdedigde, Bang de bal tegen zich aan te krijgen, ging
mijn vader achter een doelpaal staan en
schreeuwde de midvoor toe “Schiet ‘m d’r
maar in, dat lukt je toch niet!”
De
midvoor was door het lege doel en de woorden van mijn vader zo van streek
gebracht, dat hij een keihard schot loste, maar de bal ging ver naast het doel.
Medespelers, tegenstanders en toeschouwers lagen in een deuk van het lachen.
Groot Amsterdams
verdriet (foto: nu.nl)
|
Zo
was het met Ajax ook, nadat De Graafschap gelijk had gemaakt. Dachten de
Amsterdamse godenzonen nog, toen ze voor stonden, dat het kampioenschap in de
tas zat, door die tegentreffer knapte er wat bij hen. De koppies gingen hangen.
Zou het dan toch nog mis gaan? En ja, het ging mis! Niets ging meer goed. Ajax
speelde meer tegen zichzelf dan tegen De Graafschap. Wat de Amsterdammers ook
probeerden niets lukte meer. De fantastische keeper Jurjus kon bij wijze van
spreken net als mijn vader achter een doelpaal gaan staan, de bal zou de doellijn
tussen de palen toch niet meer passeren. Winnen doe je niet alleen met goed
voetbal, maar ook met mentale kracht.
In
Zwolle konden de PSV’ers het amper geloven. Ze kregen de titel in de schoot
geworpen. Maar hun blijdschap woog niet op tegen het grote Amsterdamse
verdriet.
Tiel,
09-05-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten