Catharina van (den) Boetzelaer
In het vorige Genealische blog heb
ik laten weten, dat Frans van Haeften, de zoon van Otto van Haeften en Everarda
van Malburg, in 1566 getrouwd was met Catharina van (den) Boetzelaer. Voor
Catharina was dat haar tweede huwelijk. Zij was in 1552 al in het huwelijk
getreden met Jacob van Vlaanderen, een zoon van Joost van Vlaanderen en Maria
Martina van Moerkerken. Na hun huwelijk gingen Jacob en Catharina in het
Vrijthof, ook wel het Huys van Praet genoemd, in Aalter bij Gent in het
graafschap Vlaanderen en binnen de Heerlijkheid Land van de Woestijne, dat
Jacob geërfd had van zijn kinderloos overleden oom Lodewijk van Vlaanderen.
Jacob had een zwakke gezondheid en overleed enkele jaren later.
Catharina was de oudste dochter
van Wessel VI van den Boetzelaer (1500-1575) en Françoise van Praet (1505-1562). Haar
vader was vrijheer van Asperen en heer van Langerak, half Nieuwpoort en
Carnisse. Haar moeder was jonkvrouwe Van Praet van Moerkerken. Catharina
groeide op in het niet meer bestaande kasteel van Asperen. Haar ouders kozen al
vroeg voor het protestantisme en moesten daarom vluchten naar Duitsland.
Kasteel Asperen
|
De Raad van Beroerten
veroordeelde Catharina’s vader in 1568, omdat hij enkele jaren doopsgezinden in
zijn kasteel had laten preken en zelf was overgegaan tot het calvinisme.
Bovendien had hij, samen met zijn zonen, in Asperen de beeldenstorm geleid. Hun
goederen werden verbeurd verklaard. In dezelfde tijd zag Elburg van Boetzelaer,
een tante van Catharina, die abdis was in Rijnsburg, zich genoodzaakt
protestanten in haar klooster te laten preken.
Catharina was als echtgenote,
maar zeker als weduwe van Jacob van Vlaanderen, die in 1555 of 1556 overleed,
een warm voorvechtster van de reformatie, net als haar nicht Petronella van
Praet-van Moerkerken en haar dochter Catharina van Bronckhorst-Batenburg. De
drie vrouwen, die elk hun echtgenoot op jonge leeftijd verloren, konden
daardoor met haar familie bij de beeldenstorm een belangrijke rol vervullen in
Gelre en Vlaanderen en bijdragen aan de verspreding van het calvinisme.
Verwantschap
Catharina van (den) Boetzelaer met haar nichten
|
In 1561 verbood Catharina van
(den) Boetzelaer de pastoor van Aalter op Allerzielen de klokken van de kerk te
luiden.
Huis De Praet was in de jaren
1564-1565 een trefpunt voor protestantse edelen. Binnen de familie van
Catharina waren enkele overtuigde calvinisten, zoals haar zwagers de broers
Filips en Jan van Marnix van St. Aldegonde.
Filips van Marnix
van St. Aldegonde
|
De kring rond Catharina en haar
familie vormde de bakermat van het Verbond der Edelen,
dat in 1565 werd opgericht en waarvan ook Frans van Haeften, met wie Catharina
van (den) Boetzelaer in 1566 in het huwelijk trad, deel uitmaakte. In dat jaar
bood het Verbond der Edelen het bekende smeekschrift
aan aan landvoogdes Margaretha
van Parma.
Catharina gaf toestemming voor
een hagenpreek in Oedelem
dat vlakbij Aalter lag. Zij gelaste haar dorpsgenoten te komen luisteren naar
een protestantse preekbeurt in een zaal van het Vrijthof. Ze nodigde bekende hervormde
predikanten uit, zoials Herman
Moded en anderen, om in het Land van Woestijne de nieuwe leer te
verkondigen. Catharina ging er daarbij vanuit, dat zulke invloedrijke
calvinistische predikanten automatisch bekeringen zouden uitlokken. Ze toonde
daarmee tegelijk aan, dat de reformatie in Aalter en omgeving een top-down
beweging was. Toch liet Catharina tegelijkertijd de pastoor van Aalter in de
kapel van haar kasteel ook nog H. Missen lezen. Dat leidde tot de nodige
strubbelingen tussen de beide geloofsgroepen, hoezeer Catharina zich ook
inzette voor een vreedzame coëxistentie van beide geloofsgemeenschappen.
Karel Utenhove
|
Tijdens de bijeenkomsten van het
Verbond der Edelen in huize de Praet ontstonden diverse amoureuze affaires. De
Gentse jonker en dichter Karel Utenhove
(1536-1600) had een oogje op Catharina en gaf haar een kruisbeeld met de
woorden:
“Draag het, niet opzichtig, maar
verborgen zoals mannen doen.”
Catharina ging niet in op de
avances van Karel Utenhove. Ze had vermoedelijk haar hart al verpand aan Frans
van Haeften, met wie zij in 1566 in de kapel van haar kasteel trouwde. Frans
was een goede partij voor Catharina, hij behoorde tot de toonaangevende adel in
de Betuwe en was een van de leidende edelen van het Verbond. Bovendien was de
familie van Haeften geen onbekende familie voor de Van Boetzelaers. De
bedovergrootmoeder van Catharina was Hendrica
van Haeften, die getrouwd was met Hendrik van Ranst. Het huwelijk van
Catharina met Frans bleef kinderloos.
De spanningen tussen de
aanhangers van de reformatie en de Spaanjaarden in de Zuidelijke Nederlanden
groeiden met de dag. Catharina had op 13 maart 1567 haar broer Weseel aangezet
met een compagnie haakbusschutters
deel te nemen aan de veldslag bij Oosterweel in Brabant. Tijdens deze eerste
veldslag uit de 80-jarige Oorlog sneuvelden niet alleen Catharina’s broer, maar
ook Jan van Marnix. Bovendien viel vertrouwelijke correspondentie van Catharina
in Spaanse handen, overigens zonder dat we de inhoud daarvan kennen. Zij en
haar echtgenoot Frans van Haeften werden daarop voor verhoor gedagvaard door de
Raad van Beroerte. Beiden, echter, waren, onafhankelijk van elkaar, naar
Duitsland gevlucht. Catharina had tijdens haar vlucht haar zoon uit haar eerste
huwelijk meegnoemen. In februari 1568 werden Catharina van (den) Boetzelaer en
Frans van Haeften, die zich ook aangesloten had bij de Geuzen, bij verstek
veroordeeld tot eeuwige verbanning en verbeurdverklaring van hun goederen. Ook
Catharina’s zoon verloor zijn rechten op de goederen van zijn ouders en
grootouders.
Verondersteld wordt, dat
Catharina en haar echtgenoot Frans van Haeften naar Asperen terugkeerden, nadat
de stad in 1577 definitief in handen van de Prins van Oranje kwam. Hadden de
Van Boetzelaers vroeger het recht de pastoor van Asperen aan te wijzen, nu
verwierven ze het recht de plaatselijke predikant te benoemen.
Wat er verder van Catharina en
Frans is terecht gekomen blijft in nevelen gehuld. Aangenomen wordt, dat Frans in 1573 is
overleden. Wanneer Catharina stierf is niet bekend. Vanaf de 19e
eeuw hebben belangrijke historici als Bakhuizen
van den Brink en Fruin haar een van de krachtigste ondersteuners van
de reformatie in ons land genoemd.
Tiel, 6 oktober 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten