Nummer 57 in Friese Quote 200
Bartholomeus Cornelis Gerardus
van Haeften, die ik hierna kortheidshalve “Bart” zal noemen, had een beroemde
vader, nl. Jacob van Haeften (1751-1831) die als patriot grote bekendheid had
verworven. Ik schreef over vader Jacob het boek “Jacob van Haeften, een
waanwijze Utrechter”.
Toen Jacob van Haeften en zijn
vrouw Sara Warmoldina Visscher moesten vluchten uit de Noordelijke Nederlanden,
vonden zij tijdelijk onderdak in de Hof van Sombeke bij St. Niklaas, ongeveer
op een uur van Antwerpen. De Hof van Sombeke was eigendom van Anton Franรงois
Joseph de Castro y Toledo en zijn familie. Jacob en Sara vonden, net als de
ouders van Sara en andere familieleden onderdak in de bijgebouwen van het
kasteel.
In Sombeke schonk Sara op 3
februari 1789 het leven aan het eerste kind van haar en Jacob, een zoon, die ze
de naam Bartholomeus Cornelis Ger(h)ardus gaven. De kleine Bart werd kort na
zijn geboorte Nederlands hervormd gedoopt.
Het was toen een verwarrende
tijd, de patriotten waren in eigen land niet veilig, maar konden in Antwerpen
en omgeving hun draai ook niet echt vinden. Voor de kleine Bart had dat tot
gevolg, dat zijn geboorte pas op 26 maart 1789 bij notaris Charles Vincent
Torfs in Wommelgem officieel werd vastgelegd in een akte van opgave van
wettelijke kinderen. Bij deze plechtigheid waren als getuigen aanwezig zijn
grootouders van moederszijde en vijf zussen van zijn moeder. Ook de familie
Visscher, bekende patriotten, was uit Utrecht gevlucht, net als de ouders van
Bart.
Hof van Sombeke
|
Bart verhuisde in 1795 met zijn
ouders mee naar Lille, waar zijn zusje
Johanna Cornelia op 8 maart 1795 werd geboren. Daarna volgden nog verhuizingen
terug naar Utrecht, ’s Gravernhage en tenslotte in 1808 naar Heerenveen,
terwijl zus Johanna achterbleef in Utrecht. Na eerste een tijdje een woning
gehuurd te hebben kocht vader Jacob in 1816 voor fl. 3050,- een huis en
bijbehorende gronden aan het Breedpad nr. 21 in Heerenveen. In de Leggers der Verponding op de gebouwen en van het Deur- en Venstergeld
voor het jaar 1815 valt te lezen, dat vader Jacob als eigenaar/gebruiker van
pand nr. 266, beter bekend als het “Groote
Huijs” (Breedpad nr. 21), voor elf deuren en vensters
drieรซntwintig Franken belasting moest betalen. Vader Jacob en zijn zoon Bart en
diens gezin woonden in het “Groote Huijs”,
waar vader Jacob tot 1826 woonde. Daarna bleef zijn zoon er met zijn gezin
wonen.
Op 22 maart 1816 kocht Jacob ten
overstaan van notaris D. de Vries het naastgelegen huis met tuin (het zgn. tuinhuis),
bos en aanbehoren van Fredrik Semler voor fl. 6600,00, daarbij kwamen nog fl.
1822,00 bijkomende kosten. Hij ging daar wonen, zodat Bart met zijn gezin over
het Groote Huijs kon beschikken.
Breedpad met Het
Groote Huijs en naastgelegen woning
|
Op het schilderij “Gezicht op de Heerensloot te Heerenveen” van de Dirk Piebes Sjollema
(1760-1840), gemaakt in de periode
1816-1827, staat het Groote Huijs van Jacob van Haeften aan het Breedpad nr. 21
centraal.. Het schilderij hangt in het Friesscheepvaart Museum in Sneek en is een schenking van prof. Jhr. Mr. D.G.
Rengers Hora Siccema (1876-1962) uit Utrecht. Bart van Haeften woonde in
het pand, ook na de verhuizing van zijn vader naar Oudenrijn, totdat hij het in 1827
verkocht aan Siebe Tuymelaar.
Gezicht op de
Heerensloot door Dirk Piebes Sjollema
|
Sietse ten Hoeve, voormalig directeur van het
Friesscheepvaart Museum, concludeerde op basis van
twee zinsneden op de achterzijde van het doek, dat de heer en dame, die met hun
hondje langs de Fok (het pad langs de Heerensloot) wandelen, Bartholomeus
Cornelis Gerhardus van Haeften en zijn vrouw Johanna Hiddinga zouden moeten zijn.
De eerste tekst achterop het doek
luidt: ‘Gezicht op Heerenveen en
het Groot ouderlijk huis van Haeften’. De tweede zinsnede luidt: ‘Grootvader en Grootmoeder wandelen te
samen’. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk, dat het wandelende paar
Bartholomeus Cornelis Gerhardus van Haeften en zijn
vrouw Johanna Hiddinga zouden zijn, al valt het niet uit te sluiten.
Bart was 21 jaar oud, toen hij op
24 juni 1810 in Heereveen in het huwelijk trad met de hervormde Johanna
Hiddinga. Johanna was op 9 september 1786 in Heerenveen geboren. Zij was een
dochter van Hendrik Hiddinga en Aaltje Dirks. Het jaar daarop, 1811, werd Bart,
met nog negen anderen, tijdens een dienst op 12 mei voor het Avondmaal op
belijdenis aangenomen in de Hervormde Gemeente van Heerenveen.
Lidmaat van de
Hervormde Gemeente van Heerenveen
|
Toen Bart in de Hervormde
Gemeente als lidmaat werd aangenomen, was hij twee maanden eerder vader
geworden. Op 9 maart 1811 om 20.30 uur werd dochter Jacoba Sara Warmoldina
geboren. Bart heeft haar geboorte pas op 22 oktober 1811 op het Gemeentehuis
van Heerenveen aangegeven in bijzijn van Popke de Lang en Hendrik Zandstra. De
kleine meid ontving het doopsel eerst op 5 december 1811. Drie weken later al,
op Tweede Kerstdag, overleed het meisje, negen maanden oud.
Geboorte tweede
dochter
|
Tweede dochter Jacoba Sara
Warmoldina (Jacoba) kwam op 16 januari 1813 ter wereld. Twee dagen later heeft
haar vader haar geboorte aangegeven. In
overeenstemming met de gewoonte in de betere kringen van die tijd, waartoe de
familie Van Haeften zeker ook behoorde, plaatste vader Bart een advertentie in
het Frans in de krant. Jacoba
trouwde op 30 juni 1836 in Utrecht met jonkheer Louis Charles (Louis) Hora Siccema, die naast waardijn ook kunstenaar
was. Jacoba overleed op 2 augustus 1851, op terugreis uit Frankrijk, op een
stoomboot op de Rijn in de nabijheid van Arnhem. Zij was naar Frankrijk gegaan
voor herstel van haar gezondheid. Over haar vijf nog minderjarige kinderen werd
een toeziend voogd aangesteld.
Aankondiging
geboorte dochter Aleida Hendrika
|
Drie jaar na de geboorte van
Jacoba kondigde op 24 september 1816 tweede dochter Aleida Hendrika zich aan
bij Bart en Johanna. Zij overleed in Nijmegen op 26 april 1838 op 21-jarige
leeftijd. Het volgende kind was dochter Sara Anna Elisabeth van 27 december
1819. Dit meisje is niet ouder dan vier jaar geworden.
Na vier dochters volgde eveneens op
27 december ook een zoon voor Bart en Johanna, de tweelingbroer van Sara Anna
Elisdabeth. Deze zoon kreeg de namen Jacob Nicolaas. Ook deze Jacob was het
niet gegund lang te leven. Hij stierf in Milaan op 3 juli 1839 in de leeftijd
van 19 jaar. Het zesde en laatste kind van Bart en Johanna was weer een
dochter. Op 7 april 1824 diende Sara Anna Elisabeth (Sara) zich aan. Ik heb al
eerder opgemerkt, dat het vroeger de gewoonte was, wanneer een kind op jonge
leeftijd was overleden, het volgende kind van hetzelfde geslacht dezelfde namen
te geven als het overleden kind. Sara verloofde zich met jonkheer Frans de
Casembroot, maar tot een huwelijk is het nooit gekomen, omdat Sara overleed in
Utrecht op 2 april 1846, zij was toen 21 jaar oud.
Voor moeder Johanna Hiddinga was
het verlies van kinderen een niet te dragen last. Zij overleed op 12 oktober
1826 in Heerenveen ’s morgens om 4.30 uur.
Overlijden
Johanna Hiddinga
|
Twee jaar na het overlijden van
Johanna hertrouwde Bart in Steenwijk met Hendrika Reiners op 3 februari 1828.
Hij had overduidelijk een vrouw in huis nodig om voor de kinderen te zorgen,
omdat hijzelf de hele dag van huis was. Hendrika, die toen ze met Bart trouwde
de leeftijd van 51 jaar had, was een dochter van Albertus Lubbertus Reiners en
Catharina Martha Verschuil. Hendrika was weduwe van Hendrik Bulthuis.
Bart was tot 1816 directeur van
de posterijen in Heerenveen, waar hij ook lid was van de Municipale Raad. In
dat jaar stapte hij in dezelfde functie over naar de posterijen in Leeuwarden.
Hij bleef echter met zijn gezin in Heerenveen wonen.
Bart zelf is ook niet oud
geworden. Hij overleed op 13 mei 1833 om 16.00 uur in zijn woning aan het
Breedpad in Heerenveen. Uit de advertentie die Hendrika in de krant plaatste
valt op te maken dat hij al enige tijd ziek was.
Overlijdensadvertentie
Bartholomeus Cornelis Gerardus van Haeften
|
Iets minder dan een jaar na zijn
overlijden lieten zijn erven op twee dagen door griffier R. Biersma meubilair
en andere goederen, zoals onder meer rijtuigen, paarden, wat vee, vistuig, een
geweer en drie plaatsen in de kerk van Heerenveen, verkopen uit het huis van de
weduwe van Bart. De verkopingen vonden plaats op 30 april en 1 mei 1834, steeds
beginnend om 10.00 uur. Er moest contant worden afgerekend. De kijkdag was op
19 april van 10.00-14.00 uur.
Mede door de opbrengst van die
verkopingen plaatste D.A. Zeilmaker in zijn artikel in Gens Nostra, nr. 10 van
oktober 2012, met de titel “De quote 200
van Friesland in de eerste helft van de 19e eeuw” op basis van de
memories van successie (successierechten) Bart op plaats 57. Bartholomeus liet
een vermogen na van 158.709 Carolus gulden en kwam daarmee in de tweede groep
terecht van mensen die fl. 100.000 tot fl. 200.000 nalieten bij hun dood.
Duidelijk moet zijn, dat Bart dit vermogen niet helemaal zelf bij elkaar had
gesprokkeld. Een belangrijk deel bestond uit de nalatenschap van zijn vader.
Na het overlijden van haar man
verhuisde Hendrika naar Nijmegen, waar ze op 22 mei 1854 stierf.
Tiel, 19 maart 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten