Trambestuurder
In mijn vorige genealogische blog
draaide het verhaal om Wilhelmina
Hendrika Margaretha Swaab (1909-1980). Nu is het de beurt aan haar broer
Ruben Salomon (Ruben) Swaab om de centrale plaats in dit Genealogische blog in
te nemen. Ruben was de oudste zoon, en het derde kind, van Salomon Levi Swaab
(1869-1943) en Sara Swaab (1870-1943). Ruben kwam ter wereld in Amsterdam op 27
maart 1895.
In 1914 werd Ruben gekeurd voor
militaire dienst. Met zijn lengte van 1.69 m. werd hij volledig geschikt
verklaard. Hij voelde wel voor het vervullen van zijn dienstplicht bij de
cavalerie in Amsterdam of Den Haag, want hij kon goed omgaan met (militaire)
paarden. Hij zou ook geschikt zijn voor administratieve functies. Ruben werd echter
ingedeeld bij het 7e Regiment Infanterie met een administratieve
taak. In de zomer van 1921 kreeg zijn overplaatsing naar de Landweer zijn
beslag. Uiteindelijk vond op 1 oktober 1935 zijn definitieve ontslag uit de
militaire dienst plaats.
Soldaat Ruben Salomon Swaab
|
Na zijn schooltijd verdiende
Ruben de kost als slager in het abattoir in Amsterdam, zo blijkt uit zijn
Amsterdamse pensioenkaart. Hij werkte op het abattoir van begin 1928 tot
september 1929. Toen werd hij werkeloos en stond hij ingeschreven bij de
Arbeidsreserve als werkman. Ruben is een jaar werkeloos geweest, al zal hij in
die periode best wel de nodige klusjes hebben aangepakt. Op 11 september 1930
ging hij aan de slag als trambestuurder of buschauffeur bij het GVB. Ik ga ervan uit,
dat hij op de tram heeft gereden, al gaf zijn schoonzoon aan op het betreffende
Getuigenisblad van Yad Vashem in Jeruzalem aan, dat hij buschauffeur is
geweest. De Amsterdamse pensioenkaart van Ruben is er duidelijk over: hij was
tramwagenbestuurder. Later in zijn carrière is hij buschauffeur
geweest en tenslotte chef vervoer bij het GVB.
Ruben Salomon Swaab als trambestuurder
|
De functie van trambestuurder bij
het GVB heeft Ruben uitgeoefend tot 28 februari 1941. Hij werd toen ontslagen,
omdat hij had deelgenomen aan de door de communisten uitgeroepen Februaristaking. Hij
had op de ochtend van 25 februari zijn tram stilgezet. Twee dagen later braken
de Duitsers de staking met grof geweld met negen doden en 24 zwaargewonden tot
gevolg. Door mee te doen met de Februaristaking gaf Ruben nadrukkelijk uiting aan
zijn linkse sympathieën.
Overigens komt Ruben niet voor op
de officiële lijst met 4400 stakers. Opvallend is, dat op zijn pensioenkaart
vermeld staat, dat hij weliswaar op 28 februari 1941 werd ontslagen, maar dat
hij vanaf 1 maart 1941 tot en met 29 februari 1944 geacht werd in
gemeentedienst te zijn geweest door rechtsherstel. Dat verklaart mogelijk
waarom hij niet voorkomt om de lijst met stakers.
Ruben trad in het huwelijk op
21-jarige leeftijd in Amsterdam op 12 juni 1916 met de 23-jarige Betje van
Ploeg. Betje werd op 28 oktober 1892 in Amsterdam geboren. Zij was een dochter
van Aron van Ploeg (1862-1942) en Hendrina de Jong (1858-1941). Het pasgetrouwde
stel ging wonen in de Willaertstraat op nummer 3 1 hoog. De rest van hun leven
hebben ze op dat adres gewoond.
Betje van Ploeg
|
Betje en Ruben kregen twee
kinderen, zoon Salomon Ruben (roepnaam Sally) van 1920 en dochter Hendrina van
1924. Ik weid hier verder niet uit over Salomon Ruben en Hendrina Swaab, die
beiden de oorlog overleefden, omdat ik weet, dat de kleindochter van Hendrina
Swaab een publicatie over haar grootouders in voorbereiding heeft. Daarnaast
heeft kleindochter Deborah Kalkoene in het kader van Open Joodse Huizen een video
opgenomen over het leven van haar grootouders en de wijze waarop ze de oorlog
hebben overleefd.
Terug naar Ruben Salomon Swaab en
Betje van Ploeg. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog braken voor hun
zware tijden aan. Als gevolg van zijn deelname aan de Februaristaking van 1941
verloor Ruben zijn werk, zoals al gemeld. Hij deed op 4 juli 1941 bij de
politie aangifte van diefstal van zijn fiets met het merk R.I.H. en met een waarde
van fl. 50,-. De fiets werd die dag ontvreemd in de Blindemansteeg tussen 11.40
uur en 1.45 uur.
Op 12 november 1942 werden Ruben
en Betje afgevoerd naar Westerbork. Ze zullen enkele dagen eerder opgepakt zijn
en zijn vastgezet in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Hun verblijf in
Westerbork heeft slechts 4 dagen geduurd, want ze werden op 16 november 1942
alweer op transport gesteld naar, zeer waarschijnlijk Auschwitz. De beschikbare
documentatie en bronnen geven aan, dat Betje in Auschwitz direct naar de
gaskamers werd gestuurd. Zij werd op 19 november 1942 vermoord.
Getuigenisblad bij Yad Vashem
|
De site www.joodsmonument.nl laat ons weten, dat
Ruben omgekomen is op 29 februari 1944 ergens in Midden-Europa. Op zijn
Getuigenisblad van Yad Vashem, dat
door zijn schoonzoon Hartog Kalkoene is gemaakt op 29 oktober 2007 staat
vermeld, dat hij omgekomen is van uitputting in Blechhammer. Of dat werkelijk
zo was weet ik niet. Zeker is, dat zoon Salomon Ruben in de concentratiekampen
Blechhammer en Sakrau heeft gezeten. En ook nog in Buchenwald. Blechhammer en
Sakrau waren subkampen van Auschwitz. De site https://nl.findagrave.com geeft aan, dat
Ruben omgekomen is in Auschwitz. Waar Ruben daadwerkelijk bezweken is aan de
ontberingen die hij moest doorstaan is eigenlijk niet belangrijk. Ook niet
belangrijk was welk beroep Ruben destijds uitoefende. Zijn schoonzoon was van
mening, dat hij buschauffeur was. Op zijn kaart bij het Arolsen Archiv staat
vermeld, dat hij geen beroep uitoefende. Echt belangrijk is, dat ook hij een slachtoffer
van de Sjoa was, net als echtgenote Betje van Ploeg.
Tiel, 26 juli 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten