Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

woensdag 22 juli 2020

Genealogisch blog 466


Dicht bij huis

Al vaker heb ik in mijn Genealogisch blog betoogd, dat het in de Joodse familie Swaab regelmatig voorkwam, dat familieleden “dicht bij huis” trouwden. Ik heb dat destijds duidelijk gemaakt in mijn verhaal over de Betjes Swaab. Maar er zijn tal van andere voorbeelden te geven, bijv. over de nauwe banden tussen de families Swaab, Wery en Van Kinsbergen. Dit verhaal is ook weer zo’n voorbeeld van trouwen “dicht bij huis” en het laat tevens zien, dat er ook nauwe banden bestonden tussen de familie Swaab en de familie Wurms.
Centraal in dit Genealogisch blog staat Wilhelmina Hendrika Margaretha (Wilhelmina) Swaab, die in Amsterdam ter wereld kwam als dochter van de straatreiniger Salomon Levie Swaab (1869-1943) en de dienstbode Sara (Wurms) Swaab (1870-1943). De ouders van Wilhelmina, die elf kinderen kregen, werden beiden op 12 februari 1943 vergast in Auschwitz.

Sara Swaab Swaab
Sara Swaab Swaab
Na haar schooltijd ging Wilhelmina aan de slag als lingerienaaister. Ze was 18 jaar oud, toen ze op 30 november 1927 in Amsterdam in het huwelijk trad met Albert Marten (Albert) Piel. Albert werd in Meppel geboren op 15 juli 1907. De getuigen van het huwelijk waren Abraham Isaac Groen en Anna Augusta Martha Bolle. Albert was een zoon van Hendrik Piel en Aaltje Zevenhuizen, die al overleden was ten tijde van het huwelijk van haar zoon. De ouders van Wilhelmina en de vader van Albert, die al geruime tijd in Amsterdam woonde, gaven tegenover de ambtenaar van de Burgerlijke Stad hun toestemming voor het huwelijk. Het pasgetrouwde stel ging wonen in de Nieuwe Kerkstraat op nummer 34 3 hoog. Wilhelmina bleef op dat adres wonen tot na de Tweede Wereldoorlog.

Huwelijksakte Piel x Swaab
Huwelijksakte Piel x Swaab
Uit het huwelijk van Wilhelmina en Albert zijn twee kinderen voortgekomen, twee zonen. Ongeveer 5½ jaar na de voltrekking van hun huwelijk gingen Wilhelmina en Albert weer uit elkaar. De scheiding werd uitgesproken op 12 mei 1933. Zou een mogelijkheid tot de scheiding geweest kunnen zijn de provinciale afkomst van poelier Albert, die zijn weg in Mokum maar moeilijk kon vinden? Of was hij verliefd op een ander?
Nog geen jaar na de scheiding van Wilhelmina trouwde Albert Piel op 18 april 1934 in Amsterdam met Saartje Wurms. Saartje werd op 19 maart 1914 geboren in Amsterdam. Zij was een dochter van Hijman Wurms en Aaltje Mok. Saartje was een achternicht van Wilhelmina Swaab, de eerste vrouw van Albert Piel. Hoe zat dat?
De vader van Saartje, Hijman Wurms, was een zoon van Moses Wurms (1840->1912) en diens tweede vrouw Broendina Brilsma (1841-<1912). Moses Wurms op zijn beurt was een zoon van Aron Wurms (1802-1873) en Esther Mozes Erretje (1811-1862). Naast Moses hadden Aron en Esther nog twee kinderen, dochter Vrouwtje (1835->1891) en zoon Isaac (geb. 1838).
Om met laatstgenoemde te beginnen: Isaac trouwde in 1873 met Rachel Swaab van 1836. De ouders van Rachel waren Meijer Barend Swaab en Marretje Ruben Gans. Interessanter in dit geval was het huwelijk in 1873 van Vrouwtje Wurms met Ruben Swaab, die in 1840 ter wereld kwam. Ruben en Vrouwtje kregen slechts een dochter, die ze Sara noemden. Sara (1870-1943) nu huwde op 4 november 1891 met Salomon Levie Swaab (1869-1943). Sara en Salomon kregen 11 kinderen, van wie de negende Wilhelmina Hendrika Margaretha Swaab was, die trouwde met Albert Piel.
Ook het huwelijk van Albert Piel met Saartje Wurms eindigde in een scheiding, die op 21 januari 1942 werd uitgesproken. Het stel woonde al sinds 1938 niet meer samen. Naar verluidt zijn uit dit huwelijk vier kinderen voortgekomen. De site joodsmonument.nl geeft aan, dat Albert Piel op 21 april 1945 ergens in Duitsland is omgekomen, terwijl het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis in een brief van 25 juni 1948 aan het Arolsen Archiv liet weten, dat Albert naar Nederland was teruggekeerd.

Albert Piel naar Nederland teruggekeerd
Albert Piel naar Nederland teruggekeerd
Hoe het precies zat is mij niet helemaal duidelijk, al vermoed ik, dat Albert naar Nederland was teruggekeerd, weer opgepakt was door de Duitsers, afgevoerd naar Auschwitz en omgekomen is bij de dodenmarsen van de gevangenen van Auschwitz begin 1945 toen de Russen het kamp naderden. Zeker is, dat Saartje Wurms op 13 april 1943 vanuit Westerbork op transport ging naar Sobibor, waar ze drie dagen later werd vergast.
Wilhelmina Hendrika Margaretha Swaab hertrouwde op 14 augustus 1935 met Joseph Wijnschenk. Joseph werd in Amsterdam geboren op 14 februari 1905. Hij was een zoon van Jacob Wijnschenk en Marianne Elzas. Van de keuring voor militaire dienst weten we van Joseph, dat hij een lengte had van 1.63 m. en dat hij slechte ogen had, waardoor hij definitief voor de dienst werd afgekeurd. In zijn jonge jaren verdiende Joseph de kost als kolenwerker. Naar ik aanneem werkte hij als sjouwer in dienst van een kolenboer. Vanaf september 1934 was hij marktkoopman in fruit. Op de 10e van elke maand moest hij zijn marktgeld betalen. Voordat hij met Wilhelmina in het huwelijk trad woonde hij in de Joden Houttuinen op nr. 19 op 1 hoog, het adres van zijn ouders. Eenmaal getrouwd trok hij in bij Wilhelmina in de Nieuwe Kerkstraat.

Kampkaart van Joseph Wijnschenk
Kampkaart van Joseph Wijnschenk
De Amsterdamse archiefkaart van Joseph geeft aan, dat hij tijdens de oorlog persoonsbewijs nr. 616993 had. De hierboven afgebeelde kampkaart uit het Arolsen Archiv vertelt vrij nauwkeurig het verhaal van Joseph tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Op 27 mei 1943 kwam hij met zijn vrouw Wilhelmina aan in Westerbork en vond onderdak in barak 60. Aangenomen moet worden, dat beiden enkele dagen eerder door de Duitsers waren opgepakt en overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg. Net als zijn echtgenote mocht Joseph op 28 juli 1943 Westerbork voorlopig verlaten. Hij kreeg Sperrstempel 121261 en kon terug naar huis. Op 24 december 1943 was hij, echter, weer terug in Westerbork, omdat hij opnieuw was opgepakt. Joseph werd op 25 februari 1944 op transport gesteld naar concentratiekamp Theresienstadt, ca. 50 km. ten noorden van Praag.

Theresienstad, cellenblok (eigen foto)
Theresienstad, cellenblok (eigen foto)
Vanaf 1941 deed Theresienstadt met zijn oude vesting dienst als getto voor gedeporteerde Joden. De Joodse gettobewoners hadden – zo leek het - een zekere mate van zelfbestuur. Het zgn. bestuur van het getto moest bepalen wie er werden afgevoerd naar Auschwitz en wie in Theresienstadt mochten blijven. Onder druk van de Deense Regering kreeg het Deense Rode Kruis van de Duitsers toestemming te komen kijken hoe vijfhonderd Deense Joden werden behandeld. Om de Denen om de tuin te leiden lieten de Duitsers winkels en cafés in het concentratiekamp Theresienstadt bouwen. Deze succesvolle list was voor de SS aanleiding om een film te laten maken over het Joodse leven in modelstad (!) Theresienstadt.

Gedenksteen dodenmars in Blievenstorf
Gedenksteen dodenmars in Blievenstorf
Joseph Wijnschenk verbleef tot 28 september 1944 in Theresienstadt. Zijn kampnummer was 38564. Op genoemde datum werd hij afgevoerd naar Auschwitz met transport nr. 1639. Het laatste dat we van Joseph weten is, dat hij op 28 februari ergens in Midden-Europa omkwam. Daaruit kan de conclusie getrokken worden, dat hij een van de deelnemers was aan de dodenmarsen die de gevangenen vanuit Auschwitz moesten ondernemen toen de Russen het kamp naderden. Tijdens zo’n mars moet hij van honger en uitputting gestorven zijn.

Politierapport d.d. 22-09-1943
Politierapport d.d. 22-09-1943
Op wonderbaarlijke wijze heeft Wilhelmina Hendrika Margaretha Swaab de oorlog overleefd. Uit een rapport d.d. 22 september 1943 om 10.30 uur van de Recherchedienst Houtmarkt van de Amsterdamse politie blijkt, dat zij op 27 mei 1943 als gevangene aankwam in Westerbork. In het rapport werd uitdrukkelijk vermeld, dat zij gevangen zat als Jodin. De Duitsers hebben haar uit Westerbork voorlopig ontslagen op 28 juli 1943. Ze kreeg Sperrstempel 121126, wat betekende, dat ook zij weer vrij was in ruil voor gouden sieraden en diamanten.
Wilhelmina deed bij de Amsterdamse politie aangifte van vermissing van haar distributie-kolenkaart, die zij in maart of april 1943 in het Distributielokaal in de Nieuwe Kerkstraat had ontvangen. Bij aankomst in Westerbork had ze die kaart moeten afgeven, maar bij ontslag is haar de kaart niet teruggegeven. Het rapport vermeldde niet waarom Wilhelmina uit Westerbork naar huis werd gestuurd. De Duitsers pakten vlak voor de Kerst van 1943 haar echtgenoot weer op, terwijl Wilhelmina de dans verder wist te ontspringen of nog langer kon genieten van haar Sperr.
Na de oorlog verhuisde Wilhelmina op 30 oktober 1945 van de Nieuwe Kerkstraat naar de L. de Colignystraat 35 1 hoog. Het huis aan de Nieuwe Kerkstraat zal voor haar te veel ondraaglijke herinneringen gehad hebben. Ze is nooit hertrouwd. Ze overleed op 71-jarige leeftijd in Amsterdam op 31 augustus 1980.

Tiel, 22 juli 2020





Geen opmerkingen:

Een reactie posten