Weinig opvallend stel
Wie het voorportaal van de St. Maartenskerk in
Ophemert binnenstapt wordt direct getroffen door de twee rouwborden die daar
hangen. De rouwborden herinneren aan twee schoonzussen uit het geslacht Van
Haeften. Aan de rechterzijde hangt het rouwbord van Margriet van Haeften-van
Lynden (1699-1761), de echtgenote van Barthold
van Haeften (1692-1772), over wie ik al eerder vertelde. In dit verhaal
gaat de aandacht uit naar Franรงoise
van Haeften-van Til, wier rouwbord ter linkerzijde in het voorportaal van de
kerk hangt, en haar echtgenoot Walraven van Haeften.
St. Maartenskerk in
Ophemert
|
Het is niet bekend waar en
wanneer precies Franรงoise van
Til geboren is. Wel weten we wie haar ouders waren, nl. Gijsbert van Til en
Elisabeth Margriet van Olmus genaamd Mulstro, over wie verder ook niets bekend
is.
Franรงoise ging met Walraven van Haeften op 31 juli 1717 in Ophemert
in ondertrouw, nadat zij een dag eerder de huwelijkse voorwaarden hadden laten
vastleggen. Deze huwelijkse voorwaarden behoefden de goedkeuring van de
Stadhouder van de lenen van Gelderland, voor zover deze betrekking hadden op de
hofstede te Delwijnen, die uit de familie van de moeder van Walraven kwam.
Daarnaast had Walraven van zijn moeder geรซrfd:
“Een obligatie ten laste van het Kwartier
van Nijmegen ten comptoire van Bommel [Zaltbommel] van 3800 gulden; een
obligatie ten laste van idem van 400 gulden; op de provincie Utrecht een
capitael ad 875 gulden; op de erve Jacob Evertse een capitael van 300 guldens:
rente winnende tegen vijf ten honderd; in contant geld 900 guldens van het
vercogte goet te Meteren; in Overbetuwe tot Driel een bouwhof, groot 13 mergen;
vier mergen bouwlandt int Steenderse blok en twee mergen Elsen bos tot Ophemert
int blok d’Auwelingh gelegen. Drie mergen weylandt in de muijse campe te
Zennewijnen gelegen. Vier en een halve mergen weijland op Ommeren gelegen”.
Geen onaantrekkelijke partij dus.
Op 8 augustus 1717 vond het
kerkelijk huwelijk tussen Walraven en Franรงoise plaat in Nijmegen met attestatie van Ophemert. Blijkbaar
was Franรงoise afkomstig uit
Nijmegen. รรฉn van de getuigen bij het huwelijk van Walraven en Franรงoise was Frans
van Haeften uit Hien. Het paar ging wonen op Kasteel Ophemert. Franรงoise was een maand voor haar
huwelijk aangenomen als lidmaat van de Hervormde Gemeente van Ophemert en
Zennewijnen (St. Maartenskerk). Van Franรงoise,
stiftsfreule
van Zennewijnen, weten we verder nog, dat zij op 8 januari 1730, samen met haar
kamermeisje Johanna Vuur, doopgetuige is geweest. Nog geen drie weken later
overleed ze op 26 januari 1730. Ze werd begraven in het familiegraf naast de
St. Maartenskerk. Een jaar later werd haar nalatenschap verdeeld tussen haar erfgenamen.
Rouwbord Francoise
van Til
|
Opvallend aan het rouwbord van
Franรงoise van Til zijn de acht
kwartieren, maar ook, dat de tekst op het bord meer over haar echtgenoot gaat
dan over haarzelf. Maar ook over echtgenoot Walraven van Haeften is niet zo gek
veel bekend. Op internet is bijna geen informatie over hem te vinden in
tegenstelling tot zijn naamgenoot en grootvader Walraven van Haeften
(1646-1733) die getrouwd was met Francina van Kockengen (1610->1659). Om
informatie over Walraven te vinden was het nodig literatuur te lezen en
verschillende archieven te bezoeken. Je zou kunnen zeggen, dat Walraven en Franรงoise een weinig opvallend stel
waren, die gewoon hun werk deden en verder niet van poespas hielden in
tegenstelling bijv. tot Barthold
van Haeften, de jongere broer van Walraven. Er zijn ook geen afbeeldingen
bekend van Walraven en Franรงoise van Til.
Walraven van Haeften werd op 25
oktober 1683 in Ophemert geboren. Zijn ouders waren Reinier
van Haeften en Adriana Maria de Cock van Delwijnen. Al op jonge leeftijd
maakte Walraven deel uit van de Ridderschap van Nijmegen, waartoe hij op 1
april 1713 werd geadmitteerd. Hij was
lid van de Gelderse Landdag. Van 1706 tot 1709 was Walraven dijkgraaf en
heemraad van de Tieler- en Bommelerwaard. Volgens het Wapenalbum van de Bommelerwaard
voerde Walraven het Chรขtillonwapen met
als helmteken een gouden kroon waaruit twee paardenbenen van sabel met hoeven
van goud naar buiten gericht.
Het Chรขtillonwapen
zoals Walraven van Haeften dat voerde
|
Walraven werd in 1715 honorair
directeur van het Stift in Zennewijnen.
In die hoedanigheid maakte hij in 1744 een einde aan een conflict met de
jonkers uit de Tielerwaard over de prebendes. In 1726 nam Walraven van zijn oom
Johan de Cock van Delwijnen het ambtmanschap over van de Tieler- en Bommelerwaard, een functie
die hij uitoefende tot 1746.
Hij erfde van zijn oom ook de Heerlijkheid
Delwijnen. Toen zijn vader in 1733 overleed, erfde Walraven, als oudste zoon op
dat moment, de Heerlijkheid Ophemert, hij was nu Heer van Ophemert en
Zennewijnen en van Delwijnen.
Ik heb er in dit Genealogische
blog al eerder op gewezen, dat de leden van de Ophemertse tak van het geslacht
Van Haeften, er veel aangelegen was hun grondbezit in en rond Ophemert, en de
daaraan verbonden rechten, te vergroten. De tienden, landerijen en andere goederen
in Ophemert (met inbegrip van de pastoralia van de Sint Lambertskerk) van de Paulusabdij in
Utrecht werden steeds door een rentmeester van Gedeputeerde Staten van Utrecht
beheerd, totdat Walraven alles op 31 juli 1720 aankocht voor fl. 218.000.
Daarbij nam Walraven de verplichting op zich uit de opbrengst van de tienden de
predikant van Ophemert te betalen.
Maquette van de
Paulusabdij in Utrecht door G.M.J. Engelbregt en J.B.A. Terlingen, 2010
|
Op 5 december 1721 verkochten
Walraven en Franรงoise van Til op hun beurt weer een aantal van deze goederen
aan 14 verschillende kopers, maar zij behielden de tienden en een aantal landerijen,
waaronder de hofstede “De Abdij”. Daarnaast was Walraven ook eigenaar van
diverse percelen boomgaard in de Uilike, de Beuningen en elders in Ophemert. In
de Uilike kreeg hij in 1724 verder nog 24 hond kersenboomgaard als onderpand
voor een lening van fl. 500 die hij versterkt had aan Uyke Formijne, weduwe van
Dirk van Hemert, en haar kinderen.
In de jaren 1724 en 1725 kwam er
een groot schip met geld voor Walraven binnengevaren. Hij was voor 1/3 deel
erfgename van zijn moeders broer Johan de Cock van Delwijnen, volgens diens
testament van 31 januari 1724. Hij erfde onder meer de hofstad te Delwijnen (Gelders
leen 302a), waarmee hij op 10 december 1725 werd beleend. Tevens erfde hij voor
fl. 35.000 aan obligaties, waaronder een obligatie van fl. 15.000 die zijn
vader Reinier van Haeften, aan zijn oom schuldig was. Hij erfde ook
verschillende landerijen in Delwijnen, waarvan hij een deel in 1737
doorverkocht. Van zijn ouders en grootouders erfde hij fl. 50.000 aan obligaties
en meer dan 130 ha land, waaronder de Heerlijkheid Ophemert en Zennewijnen. Walraven
en Francoise kochten op 8 augustus 1727 voor fl. 22.700 de rest van de bezittingen,
die de Paulusabdij in Utrecht bezat in Ophemert, zoals “De Willigenhaar” en goederen
van de St. Lambertuskerk. Walraven kwam in 1737 in conflict met enkele geรซrfden
over de verbreding van een sloot op de Beuningen onder Ophemert. Hij moest hen
schadeloos stellen. In 1741 verwierf Walraven de smalle tiend in Driel en 1745
voegde hij boerderij “de Pippert” toe aan zijn bezit. In datzelfde jaar werd hij
eigenaar van het voetveer Zennewijnen-Dreumel.
In zijn functie als ambtman maakte
Walraven weinig bijzonders mee. Het Kwartier van Nijmegen benoemde hem in 1736
tot gecommitteerde van de monstering en de staat van oorlog. In 1738 was
Johannes Henricus Stiksner veroordeeld tot opsluiting in het Provinciale
Tuchthuis in Zaltbommel wegens
sodomie. Hij werd echter niet opgesloten vanwege plaatsgebrek. Walraven
verzocht het Kwartier van Nijmegen daarop het vonnis te doen uitvoeren. Het
Kwartier van Nijmegen legde de zaak voor aan de Staten van Gelre, die besloten
vervolgens, dat het vonnis uitgevoerd moest worden en dat, als dat werkelijk
niet mogelijk was, de ambtman (Walraven) de bevoegdheid kreeg Stiksner uit de
provincie te verbannen.
Een andere zaak waarbij Walraven
betrokken was ging over het bestuur van Driel, dat deels uit katholieken
bestond en deels uit gereformeerden. De bestuurders konden het over een aantal
kwesties niet met elkaar eens worden, waarop Walraven het Kwartier van Nijmegen
verzocht in deze zaak beslissingen te nemen. Ook dit probleem werd voorgelegd
aan de Staten van Gelre. Die benoemden een commissie die op de volgende Landdag
een advies moest uitbrengen. De Staten van Gelre gelasten naar aanleiding van
het advies, dat partijen het onderling maar eens moesten zien te worden.
Rouwbord
Walraven van Haeften
|
Het huwelijk tussen Walraven van
Haeften en Franรงoise van Til
bleef kinderloos. Mogelijk ook een reden waarom dit paar zo onopvallend was.
Walraven overleed op 62-jarige leeftijd op 30 september 1746 in Utrecht. Enkele
dagen later werd hij in de St. Maartenskerk in Ophemert begraven. Ook voor hem
is er een rouwbord gemaakt. Bij zijn overlijden bestond zijn omvangrijke
vermogen voorde helft uit obligaties van het Kwartier van Nijmegen. Zijn nalatenschap,
bestaande onder meer uit de Heerlijkheid Ophemert en Zennewijnen en Kasteel
Ophemert en vele andere goederen, kwam voor een belangrijk deel in handen van
zijn broer Barthold.
Tiel, 6 november 2017
Huwelijk Gijsbert van Till
BeantwoordenVerwijderenType Ambt: Heerlen, Niederlรคndisch, rf, Referentie: 93
Huwelijk: 07.11.1669
Bruidegom: van Till, Gijsbert
tot welten, joncker, Aufgebot 19.10.1669, Aufgebotsort Heerlen, Wohnort den Doem
Bruid: van Olmesh Mulstray, Elisabet Margarita
Getuige: van der Schuijr, Johan
scholtus van herle
Getuige: van Olmesh Mulstroy, Philippus Arnoldus
broer van bruid
Akten opmerking: Quellen Nr 049.015, den 19 oct sijn ingeschreven joncker gijsbert van till van den doem tot welten ende de -lijck jongedochter elisabet margarita van olmeshem genaemt mulstray, getuijge was voor bruijdegom johan van der schuijr scholtus van herle & voor bruijdt haer broeder philippus arnoldus van olmeshen genaemt mulstroy van b---ch, dese zin getrouwt op het huijs sever--- int landt van gulick door heer cra--- den 7 nov, getrouwt op het huijs sever--- int landt van gulick