Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 23 november 2017

Genealogisch blog 241



Wulpse dames

In de 17e en 18e eeuw was de Utrechtse familie Van Haeften op twee manieren gelieerd aan de familie Van Bronckhorst, die vanaf de 14e eeuw in de Achterhoek de Heerlijkheid Borculo in bezit had. Nicolaas de Craen van Haeften (1653-1711) trad in 1674 in het huwelijk met de toen bijna 20-jarige Geertruid van Bronckhorst, de dochter van Johan Gerrtisz van Bronckhorst (1603-1661) en Leonora van Noort ( 1667). Ernestina HenriĆ«tte van Bronckhorst (1695-1780) was de schoonmoeder van Jacob van Haeften (1709-1772), die in 1733 in Utrecht trouwde met haar dochter Johanna Cornelia Storm van ’s Gravensande (1714-1763). Geertruid van Bronckhorst en Ernestina HenriĆ«tte van Bronckhorst waren aan elkaar verwant in de 13e graad. Hun gemeenschappelijke voorvader was Fredrik Nicolaas van Bronckhorst (1456-1508), Heer van Borculo.

Johan Gerritsz van Bronckhorst
Johan Gerritsz van Bronckhorst

Johan Gerritsz (Jan) van Bronckhorst kwam in Utrecht ter wereld. Hij was de zoon van tuinder Gerrit Jacobsz van Bronckhorst en Feijske Claesdr van Doorn. Al in 1614 was Jan leerling van de Utrechtse glasschilder Jan Verburgh. Bij Verburgh toonde hij zich gedurende anderhalf jaar een nauwgezet leerling. Na nog bij twee andere glasschilders gewerkt te hebben, trad hij in 1620 in dienst bij Pieter Matthijsz in Atrecht, waar hij ook anderhalf jaar verbleef. Tenslotte ging hij nog in de leer bij de Parijse meester-glasschilder Chamu.
Terug in Nederland volgde Jan tekenles bij Gerard van Honthorst (1592-1666) in Utrecht en raakte hij bevriend met de schilder Cornelis van Poelenburgh (1594-1667), die hem enthousiast maakte voor etsen en schilderen. Jan begon met het maken van etsen van schilderijen van Van Poelenburgh.
In 1626 trad Jan in het huwelijk met Eleonora (Catalijntje) van Noort (1677), dochter van bierbrouwer Jan Cornelisz van Noort en Geertgen van Nijkercken. Jan en Catalijntje kregen twee zoons, Johannes en Gerard, die in 1650 beiden naar Italiƫ trokken om daar te schilderen. Zoon Johannes werd in 1655, een jaar voor zijn dood, door zijn vader onterfd en Gerard trad in 1670 toe tot de vroedschap van Utrecht.
In 1628 verbleef Jan in Brussel om de ramen van de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk te restaureren. Hij ontving daarvoor 260 livres. Ondanks zijn jeugdige leeftijd was Jan toen al een grote autoriteit op het gebied van de glasschilderkunst. Stadhouder Fredrik Hendrik (1584-1647) gaf hem, op voorspraak van Gerard van Honthorst en Constantijn Huygens (1596-1687) in 1637 opdracht het beleg van Breda te etsen. Hij deed dat op voortreffelijke wijze op zes bladen.
Vanaf 1939, toen hij toetrad tot het Sint-Lucasgilde van kunstenaars, legde Jan zich vrijwel uitsluitend toe op het schilderen. Zijn werk begon vanaf dat moment een classistische inslag te vertonen, veel rondborstige wulpse dames, vaak een muziekinstrument bespelend en met een of beide borsten ontbloot, geheel naar de mode van die tijd. Jan woonde in 1646 op het Domkerkhof in Utrecht, nadat hij vanaf 1636 in de Minrebroederstraat had gewoond.

 Jan van Bronckhorst
Het concert door Jan van Bronckhorst

Door zijn manier van werken haalde Jan veel opdrachten binnen. In 1647 en 1658 – hij was in 1650 naar de Rozengracht bij de Westermarkt in Amsterdam verhuisd – beschilderde hij de ramen van de Nieuwe Kerk. Zijn eerste opdracht betrof een afbeelding van de wijze waarop Amsterdam aan haar wapen was gekomen. Dit is het oudste gebrandschilderde raam van de Nieuwe Kerk. Het was een geschenk van de Stad Amsterdam, die na de brand van 1645 veel had bijgedragen aan de herbouw van de kerk, en is een grote uiting van stedelijke trots. Dat blijkt niet alleen uit de voorstelling: een belangrijke gebeurtenis uit Amsterdams verleden – de schenking van het stadswapen – maar ook uit het toevoegen van de familiewapens van de toenmalige stadsbestuurders. Hooggezeten op een troon schenkt graaf Willem IV het stadswapen met drie Andreaskruisen aan een lid van het Amsterdamse stadsbestuur. Van Bronckhorst maakte een knappe compositie waarin de verheven positie van de graaf goed uitkwam. Het deel met de toeschouwers achter een balustrade en de vogels in de lucht is niet van de hand van Van Bronckhorst. Het werd pas in 1977 uitgevoerd, naar ontwerp van Harry op de Laak (1925-2012).

 Jan Gerritsz. van Bronckhorst
Graaf Willem IV schenkt Amsterdam het stadswapen door Jan Gerritsz. van Bronckhorst, gebrandschilderd glas, 1650

Een tweede contract met de Stad Amsterdam ging over de voorwaarden waaronder Jan nog drie vensters van de kerk zou beschilderen met een verheerlijking van de vrede. Voor dit werk, dat overigens uit de Nieuwe Kerk verdwenen is, ontving hij fl. 12.400.
Al in 1650 was hij sergeant geworden van de Amsterdamse schutterij en In 1652 kocht hij het poorterrecht van de stad, net als veel collega’s. Later in 1655 beschilderde Jan ook de luiken van het orgel van de Nieuwe Kerk met de geschiedenis van David en Saul.  Hij werkte ook mee aan de decoratie van het Paleis op de Dam met de beschildering van verschillende zolderingen. In de Raadzaal schilderde hij een schoorsteenstuk met de voorstelling van Jethro, die aan Mozes de raad gaf zeventig oudsten aan te stellen. Voor dit werk ontving Jan aanvankelijk fl. 1800, welk bedrag in 1660 verhoogd werd met fl. 1000.
Jan schilderde grote historiestukken, portretten, naakten en allegorieĆ«n. Zijn werk stond aanvankelijk onder grote invloed van de Italiaanse meester Caravaggio (1571-1610). In de loop van 1661 werd Johan Gerritsz van Bronckhorst ziek. Hij overleed aan het einde van dat jaar en werd begraven in de Westerkerk. 

Jan van Bronckhorst
Jan van Bronckhorst, Maria met gitarist


De Zuid Nederlandse rederijker Cornelis de Bie (1627-<1715) noemde Jan van Bronckhorst in zijn werk “Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst” uit 1662. Hij schreef over Jan:

T' gen' aende Teecken-const bestaet in eenich deel

Dat wort terstont ghemeyn en vrindt van d'eel Pinceel

Ist in Geometri, Borduren, Glas te schrijven

Oft eenich ander werck, men siet de lusten drijven

Ten lesten tot Pictuer die sy terstont volmaeckt.

Als hier aen Bronckhorst blijckt die haere vruchten smaeckt.

Na de dood van Jan Gerritsz Van Bronckhorst trok weduwe Eleonora van Noort weer naar Utrecht. Zij stierf daar in 1677. Werken van Johan Gerritsz van Bronckhorst zijn te vinden in musea in Amsterdam, Utrecht en Brunswijk.

Tiel, 23 november 2017


Geen opmerkingen:

Een reactie posten