De Canon van Nederland
Gisteren, 9 november 2017, vond
het jaarlijkse uitje van de vrijwilligers van het Regionaal Archief
Rivierenland (RAR) plaats. Vanaf ca. 9.00 uur druppelden zestien vrijwilligers
en vijf beroepskrachten van het RAR binnen rond de koffiemachine in het Atrium
van het gebouw. Bekenden zochten elkaar op en wisselden wederwaardigheden uit.
Tegelijkertijd kwam een groep
schoolkinderen van de Tielse Johannesschool
binnen in het Atrium. De leerlingen van deze vrije school gingen, op aanwijzing
van hun onderwijzers, midden in het Atrium op de grond zitten. Ze kwamen naar
het RAR in het kader van een van de educatieve projecten voor geschiedenis en
cultuur, die het RAR aanbiedt aan basis- en middelbare scholen.
Het contrast tussen de scholieren
en de vrijwilligers was groot. Op de vloer van het Atrium bruiste het, in de
koffiehoek heerste onder de bijna allemaal grijze koppen een bedaarde sfeer. In
haar welkomstwoord benadrukte directeur Ella Kok-Majewska weer het belang van
het werk van de vrijwilligers voor het RAR. De vrijwilligers verdienen het
jaarlijkse uitstapje als een blijk van waardering.
Bijna tegelijkertijd kwamen beide
groepen in actie. De jeugd ging naar het leslokaal, de vrijwilligers togen naar
de bus, die hen naar Het Openluchtmuseum in Arnhem zou brengen.
Leerlingen van de
Johannesschool
|
Na ongeveer drie kwartier waren
we in Arnhem bij Het Openluchtmuseum
om daar kennis te nemen van de Canon van
Nederland, in tien grote stappen door de hoogte- en dieptepunten van de
geschiedenis van Nederland. Zonder jassen of tassen kun je binnenstappen in de
wereld van de digitale media, slechts hier en daar afgewisseld met authentieke
historische objecten. Bij de ingang krijg je een plastic stuk elektronica,
waarmee je de digitale media kunt opstarten of voor thuis kunt “saven” wat je
later nog eens rustig zou willen doornemen. Je hoeft daarvoor slechts je e-mailadres
ergens in te voeren.
Toen ik de Canon van Nederland
binnenstapte werd ik overspoeld door een tsunami van beeld en geluid, en dat
allemaal in een tempo, dat niet meer voor mij geschikt is, maar ongetwijfeld
wel voor jongelui. Werkelijk van alle kanten komen beelden en geluiden op je
af. Tal van historische gebeurtenissen werden op grote schermen nagespeeld. Je
kon je kennis testen door vragen te beantwoorden of mee te doen met een spel
over een historische gebeurtenis. Alles digitaal. In de ruimte van De Canon van
Nederland, overigens smaakvol ingericht, hing een vermogen aan beamers. Wilde
je een bepaald verhaal goed kunnen volgen, dan moest je gebruik maken van de
koptelefoons die hier en daar hingen om daarmee andere geluiden buiten te
sluiten.
Toen wij er rondliepen werd de tsunami
van geluid nog eens extra versterkt door opgewonden schoolkinderen, die van het
ene “verhaal” naar het andere renden. Pas toen de schooljeugd de andere
objecten in het verder zo rustige Openluchtmuseum ging bekijken, ontstond er
enigszins de ruimte om De Canon van Nederland te bekijken in mijn tempo.
De Canon van
Nederland
|
Op zich steekt het allemaal
razend knap in elkaar, maar ik vraag me af of het museum bij de inrichting van
De Canon van Nederland rekening heeft gehouden met de doelgroep, waartoe ik
behoor. Ik behoor nog tot de generatie, die gaat voor diepgang bij het bekijken
van onze geschiedenis, en ik behoor niet tot de generatie die elke seconde, of
een fractie daarvan, een ander beeld en geluid voorgetoverd wil hebben.
Hetzelfde zou ik willen opmerken
over de filmpresentatie op het einde van De Canon van Nederland. In een razend
tempo en met een beeldvoering, waar je af en toe misselijk van wordt, krijg je
de ontstaansgeschiedenis van ons land te zien. Ik haakte na een paar minuten
af.
Toch heb ik me geamuseerd, vooral
op de plek waar je voor camera’s kon gaan zitten en foto’s kon maken van jezelf
in kleding uit vroeger tijden, van de Batavieren tot nu. De uiterlijke
veranderingen maakten het moeilijk mezelf te herkennen als levend in de betreffende
tijd.
Gekleed in vroegere
mode
|
De afsluitende tentoonstelling
over Willem van Oranje bracht de rust in mijn hoofd enigszins terug. Ik wilde
weg uit de overvloed van digitale media en liet me met de Rotterdamse tram uit
1931 rondrijden over het terrein van Het Openluchtmuseum. Ik wilde even niet
gestoord worden om alle indrukken van De Canon van Nederland te verwerken. Ik
voelde me daarin gesteund door het bordje, dat boven de trambestuurder hing.
Rotterdamse tram uit
1931
|
Na de tramrit was het tijd voor
de lunch in de Kasteelboerderij. We kregen twee kleine broodjes, een met kaas
en een met ham, een bakje salade, een kop wortelensoep, een bakje met vier kleine
gehakt balletje, een smouthy van bieten- of wortelensap met yoghurt, een
glaasje perensap en een kop koffie. Niet allemaal mijn smaak, maar alla. Toen
ik om een extra broodje vroeg, kreeg ik van de bediening te horen, dat die er
niet meer waren. Minpuntje.
Op de weg terug naar Tiel, was
goed te merken, dat veel vrijwilligers niet meer de jongsten zijn. Het stemvolume
was beduidend lager dan op de heenreis. De vermoeidheid had toegeslagen. De
Canon van Nederland had een overweldigende hoeveelheid indrukken achtergelaten.
En, de vrijwilligers voelden zich weer gewaardeerd!
Tiel, 10 november 2017
Weer een mooi verhaal paul. Top!!!!
BeantwoordenVerwijderen