Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

zaterdag 10 februari 2018

Genealogisch blog 261



Sankt Blasien

Wanneer wij op vakantie naar het Zuiden gaan, vindt de eerste stop meestal plaats in het Zwarte Woud in Duitsland, net zoals de laatste stop altijd in de Elzas in Frankrijk is. Daar genieten we van het lekkere eten en de heerlijkste wijnen. In het Zwarte Woud, destijds ook een favoriete vakantiebestemming van mijn moeder (ze kocht voor zichzelf zelfs een klederdrachtjurk), verblijven we meestal enkele nachten in Todtmoos en in de Elzas vertoeven we graag in Ammerschwir en omgeving . Dat zijn zo van die vakantiebestemmingen waar we graag vaker terugkomen.

Rivier de Alb in Sankt Blasien
Rivier de Alb in Sankt Blasien

In het Zwarte Woud staat altijd een dagje Sankt Blasien op het programma. Het stadje met de machtige Dom heeft een bijzondere aantrekkingskracht met het riviertje de Alb die er dwars doorheen  loopt. Eerst koffie met het heerlijke gebak, waar de streek zo beroemd om is, in het Dom-Hotel of op het terras buiten, terwijl links en rechts het water van het riviertje kalm voorbij ruist. Kort geleden, echter, was de Alb geen riviertje, maar een woeste stroom die straten en huizen blank zette en mensen dwong te evacueren.
Tegenover het Dom Hotel ligt de voormalige kloosterkerk aan een autovrij, groot plein. De bijbehorende gebouwen waren vroeger een Benedictijner Klooster. Tegenwoordig is in die gebouwen een Jezuïetencollege gevestigd. Het voormalige klooster, waarvan de aanzet tot de bouw al in de 9e eeuw is gegeven, had een beroemde bibliotheek met een eigen drukkerij. Verschillende branden hebben het klooster, en ook de bibliotheek, in de loop der eeuwen in de as gelegd. Op 7 februari 1874 brak de laatste, hele grote brand uit in de spinnerij van het klooster. De oostelijke vleugel brandde geheel uit. Ook het interieur van de Domkerk viel ten prooi aan de vlammen, waardoor de koepel van de kerk instortte. Pas in 1913 waren de herstelwerkzaamheden afgerond en kon aartsbisschop Thomas Nörber de kerk opnieuw inwijden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vier van de vijf klokken uit de kerk gebruikt voor oorlogsdoeleinden. De Dom werd verder gespaard. Een (laatste??) grote brand verwoestte in 1977 de westelijke en zuidelijke vleugels van het klooster. Gelukkig bereikten de vlammen de kerk niet.

Sankt Blasien
De verwoesting na de brand van 1874

Onder de grote koepel van de Domkerk of in het koor nemen we altijd geruime tijd voor bezinning. Mijn gedachten gaan dan vaak, gedreven door de naam van de kerk, terug naar mijn jeugd, toen we één keer per jaar, op de 3 februari, de Blasiuszegen kregen. De heilige Blasius was patroon tegen keelziektes. De pastoor of kapelaan hield twee op Maria Lichtmis gewijde kaarsen kruiselings tegen je keel en bad:

“Per intercessionem Santi Blasii liberet te Deus a malo gutteris et a quovis alio malo in nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti.”
Door de Blasiuszegen was je er zeker van, dat het komende jaar geen visgraatjes in je keel zouden blijven steken waardoor je zou kunnen stikken. Daarom wilde mijn moeder, dat we elk jaar de Blasiuszegen gingen halen in de kerk op het Linnaeushof. St. Blasius had kort voor zijn marteldood een kind gered dat door een visgraat in zijn keel dreigde te stikken. Je kon na ontvangst van de zegen weer met een gerust hart elke vrijdag de voorgeschreven schelvis of kabeljauw  eten, of er nou graatjes in zaten of niet.

De Dom in Sankt Blasien
De Dom in Sankt Blasien

Na de bezinning lopen we nog wat rond door de kerk en steken kaarsjes aan. Elke keer weer worden we in de Dom bevangen door een soort magisch gevoel. Na verloop van tijd verlaten we de kerk voor wereldse zaken.
Rudolf von Rheinfelden (1025-1080) kwam ik tegen op mijn speurtochten voor de kwartierstaat van de familie Van Haeften, hij bezet in de kwartierstaat plek 134.483.018. Rudolf, zoon van graaf Kuno von Rheinfelden, was sinds 1057 hertog van Schwaben in Duitsland met grote bezittingen onder meer in het Zwarte Woud. Het klooster in Sankt Blasien was als het ware zijn thuisklooster. Rudolf was beschermheer van het klooster, maar op die functie maakte regentes keizerin Agnes, met wie hij overigens op goede voet stond, ook aanspraak. 

Graf van Rudolf von Rheinfelden
Graf van Rudolf von Rheinfelden

Rudolf was de zwager van de nog minderjarige zoon van Agnes, de latere keizer Hendrik IV (1050-1106) van het Heilig Roomse Rijk. Rudolf was in 1066 getrouwd met Adelheid van Savoye (1079), de dochter van graaf Otto van Savoye (1021-1059)  en Adelheid van Susa (1014-1091), die ook nog een dochter Bertha (1051-1087) hadden. Bertha trad, eveneens in 1066, in het huwelijk met keizer Hendrik IV.
Toen Hendrik IV koning van Duitsland werd, waren veel, met name Saksische edelen het daarmee helemaal niet eens.  Paus Gregorius VII excommuniceerde Hendrik tijdens de Investituurstrijd in 1076 en het jaar daarop riepen Duitse edelen tijdens een rijksdag Rudolf uit tot tegenkoning. Paus Gregorius schaarde zich voorlopig achter Rudolf. Hendrik IV kon dat niet over zijn kant laten gaan. Hij verzoende zich met de Paus door een driedaagse boetedoening in Canossa en trok ten strijde tegen Rudolf bij Mellrichstadt in 1078. Hendrik versloeg Rudolf, maar werd op zijn beurt door een kompaan van Rudolf, Welf I van Beieren verpletterend verslagen.
Twee jaar later troffen beide heren elkaar weer in de Slag bij Hohenmölsen. Rudolf versloeg Hendrik, die hem in 1079 had afgezet als hertog van Schwaben, weliswaar, maar raakte zelf zwaargewond en overleed een dag later. Hij was slechts drie jaar tegenkoning geweest. De opstandige edelen kozen daarna eieren voor hun geld en schaarden zich achter Hendrik IV, die toen zijn keizerlijke gezag kon herstellen. Hendrik had nog een appeltje met de Paus te schillen, verdreef hem met hulp van Godfried van Bouillon  (1060-1100) in 1080 uit Rome om plaats te maken voor tegenpaus Clemens III (1020-1100), die op zijn beurt Hendrik tot keizer van het Heilig Roomse Rijk kroonde.

Tiel, 10 februari 2018

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten