Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 12 april 2018

Genealogisch blog 276


Slechts verre familie

Vanaf het ontstaan van het geslacht Van Haeften in de 14e eeuw was de naam Otto voor mannelijke telgen een geliefde voornaam. Evenals Allard trouwens, en Willem. In Nederland bleef de naam Otto favoriet tot in de 17e eeuw. Daarna kwam de naam alleen nog voor als roepnaam in de Duitse tak van de familie.
Een van de vele Otto’s was de oudste zoon van Willem van Haeften (ca. 1500- 1579) en diens eerste vrouw Dorothea van Soelen. Genoemde Willem van Haeften was binnen de familie de tweede Heer van Putten en Puttenstein. Willems zoon Otto werd in 1569 beleend met Putten en Puttenstein, de erfenis van zijn vader. In de leenakte staat het als volgt omschreven:

“Otto van Haeften, erve sijnes vaders Willems, ontfengt die hofstat ende husinge geheiten to Putten, bij der stat Elborch gelegen, in den ampte van Dornspijck, met hogen ende legen lande ende allen rechten ende tobehor; item dat goet in den Oostendorp met sijntobehor; item 36 leenmannen; item den thins in den hoff to Putten gehorende, die men jaerlix betaelt op st. Martin in den winter; item die horige luyden tot Oostenwolde met heuren tobehor; item de hoff to Putten, bij Ermel gelegen, met den horigen luyden ende thins daerin gehorende; item den molenwind binnender cloften van Dornspijck; item dat gericht to Droemt, in der graefschap Zutphen gelegen, geheiten schottinge, end alle andere percelen ende goederen, die uut den voorn. goede buten consent der voorfursten versat endeverbracht mogen sijn, tot Zutphensche rechten, 2 Aprilis 1569.”
Otto was al behoorlijk op leeftijd - hij moet al voor 1526 geboren zijn omdat hij vanaf dat jaar als leenheer voorkwam in het leenregister van het huis Putten – toen hij in het huwelijk trad met Margriet Toe Boecop, dochter van Arend Toe Boecop en Margriet van Oldenbarnevelt.

Zegel van Otto van Haeften to Putten
Zegel van Otto van Haeften to Putten

Ter gelegenheid van hun huwelijksdag verkreeg Margriet op 11 februari 1598 van haar moeder Margriet van Oldenbarnevelt het goed Wessingen, met alles wat daarbij behoorde, aan de Wessingerdijk in Doornspijck bij Elburg. Tegenwoordig is Wessinge een buurtschap tussen Doornspijk en Oosteinde.
Otto erfde van zijn vader niet alleen Putten en Puttenstein, maar ook de hofstad Rodenborch in Tuil, Lievenstein, dat hij in 1570 van de hand deed, en het borchleen Vollenhove, dat uit de familie van zijn grootmoeder van vaders kant kwam. Hij was vanaf 1575 lid van de ridderschap van de Veluwe. Na de dood van Otto gingen de meeste bezittingen over naar zijn oudste zoon Willem, die nooit getrouwd was en op 19 februari 1629 in Harderwijk werd begraven.
Dochter Helena, die ook Heyle en Hilleke werd genoemd, trad in 1604 in het huwelijk met Herman van Meeckeren, die ambtsjonker was in Epe. Het stel kreeg een kind. De tweede zoon van Otto en Margriet, geboren in 1570, kreeg de in de familie ook veel voorkomende naam van Johan. Johan trouwde met Margriet van Dongen in Zwolle op 26 april 1614. Na de dood van zijn broer Willem werd Johan Heer van Putten en Puttenstein en erfde hij ook alle andere bezittingen van zijn broer en vader. Hij kwam eveneens in het omstreden bezit van twee akkers land van zijn tante Anna van Haeften, die kloosterlinge was aanvankelijk in Elburg en later in Epinghoven:

“Alsoo sig sekere questien opgedaan heeft over 2 akkers land bij Putten, zuidw Egbertje Veghen, noordw. de nonnen van Harderwijk, westw Cornelis van Campens erfgen.,  westw de Puttenerweg gelegen, dewelke sedert de jaren 1587 altijd bij de stad rustelijk en vredelijk gebruikt en de pachten geprofiteert zijn. En bij jonker Johan van Haeften nu geinstitueert worden den eigendom hem toekomende uit kracht van een bezegeld accoord op St Jacobsavond in 1558 tussen jonker Willem van Haeften en joffer Heile van Soelen echtel. ten eenre en jonker Otto van Haeften gewesen conventuale deses convents van Sante Agnieten alhier des voorschr. Willems zuster met Berent Feith hierin haar momber ten andere zijde opgericht bij het welke expresselijk geconditioneert en overgegeven was dat voorn. Conventuale die 2 akkers uit het versterf van haar olders toegewesen om die tot haar leven alleen te gebruiken en na haar dood overgaan op haar broeder zo zijn schepenen met Johan van Haeften om verdere disputen en procedures voor te komen overeen gekomen in der vrundschap op volgende maniere
Dat de schepenen afstand doen van die 2 akkers aan Jan van Haeften waarvoor Johan van Haeften een jaarlijkse tiend van 3 stuivers en 12 penningen betaald enz. get. 20 febr. 1636.”
Het vierde kind van Otto en Margriet was jongste dochter Arnolda, ook Arendje genoemd, die rond 1580 ter wereld kwam. Zij trouwde met Marten Coelwagen, schepen van Harderwijk en kreeg een zoon, die Johan heette. In mei 1623 beschreven de nog levende kinderen van Otto en Margriet en hun partners de nalatenschap van hun ouders en de verdeling daarvan. Door dat magescheid (boedelscheiding)  ging de eigendom van het goed Wessingen voor de helft over naar Johan Coelwagen.
Margriet Toe Boecop was via haar moeder verwant met de familie Van Oldenbarnevelt, de familie van Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619), de bekende raadpensionaris  van de Staten van Holland en de oprichter van de VOC.

Margriet Toe Boecop, (foto: RKD)
Margriet Toe Boecop, (foto: RKD)

Op 10 maart 1599 stuurde Otto van Haeften een brief aan Johan van Oldenbarnevelt, die hij zijn zwager noemde. In de brief legde Otto voor Johan van Oldenbarnevelt uit hoe het goed “Olden Barnevelt” bij Barneveld in 1440 in het bezit kwam van Casijn van Oldenbarnevelt en daarna via Ernst van Oldenbarnevelt en andere telgen uit dat geslacht terecht kwam bij zijn echtgenote en door het huwelijk met haar bij hem.

Johan van Oldenbarnevelt
Johan van Oldenbarnevelt

Dat Otto van Haeften Johan van Oldenbarnevelt zijn zwager noemde is opmerkelijk te noemen. Van enige familieband tussen beide heren is eigenlijk geen sprake. Johan van Oldenbarnevelt was slechts hele verre familie van Margriet Toe Boecop. Kennelijk vond Otto het interessant Johan van Oldenbarnevelt in de familie te hebben, ook al was het ver weg. Mogelijk had Otto dezelfde politieke ideeën als Van Oldenbarnevelt. Gelukkig voor hem heeft de relatie met Van Oldenbarnevelt voor Otto geen nadelige gevolgen gehad, want toen Otto overleed op 17 januari 1609, had Van Oldenbarnevelt weliswaar al strubbelingen met Prins Maurits over het Twaalfjarig Bestand met de Spanjaarden, maar die escaleerden pas in 1618, met als gevolg de onthoofding van Van Oldenbarnevelt een jaar later.

Tiel, 12 april 2018


Geen opmerkingen:

Een reactie posten