Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

woensdag 25 april 2018

Genealogisch blog 278


Bijzondere vriendschap 

Begin 1794 leerden Reinhard von Haeften (1772-1803) en Alexander von Humboldt (1769-1859) elkaar kennen in Bayreuth, waar zowel Reinhard, als luitenant bij de infanterie, gelegerd was en Humboldt als grenadier. Beiden dienden in het Pruisische leger. Tussen de twee mannen ontstond een innige en vurige vriendschap. Minder dan een maand later woonden ze alletwee in hetzelfde huis. Daarover schreef Humboldt aan zijn vriend en collega Johann Carl Freiesleben (1774-1846), dat in Bayreuth:

“…Iedereen weet, dat ik onder hetzelfde dak woon als luitenant Haeften, die altijd in mijn gezelschap is…..Hij is zeer groot, groter dan mannen gewoonlijk zijn; pas 22 jaar oud, maar hij ziet er veel beter uit  dan ik. Hij heeft een heel merkwaardig gezicht, over het algemeen wordt hij beschouwd als een zeer mooie man. Ik vind hem ook mooi. Maar nog nooit heb ik iemand ontmoet met zo’n reinheid van ziel, met zo’n uitstraling van goedheid, met zo’n bevalligheid in zijn trekken.”
Aan Reinhard zelf liet de verliefde Humboldt weten:

`De liefde die ik voel voor jou is meer dan vriendschap of broederliefde.`
Reinhard Samuel Christian von Haeften was een van de twaalf kinderen van Karl Franz Werner von Haeften (1732-1802) en Sara Christiana Frederike von Wedzik de Widowsky (1741-1803). Volgens de familietraditie koos Reinhard voor een militaire loopbaan en kwam zo in Bayreuth terecht. Daar kreeg hij een relatie met de 26-jarige, nog getrouwde Christiane Sabine Elise von Cramon. Zowel Christiane von Cramon als Ernestine Charlotte Louise Duchesne von Ruville (1772-1846), haar vriendin en latere schoonzus, behoorden tot de vriendenkring rond de gebroeders Alexander en Wilhelm von Humboldt in Bayreuth. De broers verbleven daar omdat het Pruissische Bataljon Grenadiers, waartoe zij behoorden en dat gestationeerd was in Goch, overgeplaatst werd naar Bayreuth in 1782.

Alexander von Humboldt
Alexander von Humboldt
Als moeder Humboldt haar zin had gehad, dan zouden Wilhelm (1767-1835) en Alexander klaar gestoomd zijn voor hoge functies in het Pruisische staatsapparaat. Wilhelm combineerde een politieke functie met de wetenschap, maar Alexander koos volledig voor de wetenschap. Hij studeerde kameralistiek (staatsinrichting), geschiedenis, medicijnen, natuurkunde, wiskunde, geologie en plantkunde. Alexander droomde van een carrière als wetenschappelijk ontdekkingsreiziger. Het is van de jonge Alexander bekend, dat hij zich vaak ophield in de toenmalige homoscene van Berlijn. Sommige biografen twijfelen aan zijn homosexualiteit, feiten waren, dat hij met sommige vrienden zeer intieme relaties onderhield, en dat hij nooit getrouwd is. We zullen echter nooit helemaal precies weten of hij werkelijk homosexueel was of niet, omdat zijn zus al zijn liefdesbrieven heeft verbrand.
In zijn eerste brief aan Reinhard von Haeften van 19 december 1794 schreef Humboldt:

“Op kerstavond hoop ik mijn armen om je nek te kunnen slaan.”

Maar eerst had Humboldt nog een afspraak met de dichter Johan Wolfgang von Goethe (1749-1832). Hij vervolgde zijn brief aan Reinhard met:

“Pas over zes dagen zie ik je. Dat duurt eigenlijk veel te lang. Misschien snapt iemand anders dit niet…maar ik weet, ik leef alleen voor jou, mijn goede en enige Reinhard. Alleen bij jou ben ik compleet gelukkig.”
Aan zijn vriend Freiesleben schreef de erudiete Humboldt een andere keer, dat hij vond, dat Reinhard eigenlijk niet zo goed was opgeleid:

“Hij heeft – ondanks zijn uiterlijke verschijning, hij spreekt Frans en voelt zich in welk gezelschap dan ook op zijn gemak – maar een middelmatige opleiding gehad.  Hij probeert wat te doen aan deze tekortkoming en ik ben er dan ook van overtuigd, dat hij over twee jaar zijn kennis op peil gebracht zal hebben…Hij houdt erg veel van me, en hij zal ook van jou houden. Hij is al erg in je geïnteresseerd, omdat ik zo veel over jou praat.´
Hoeveel Humboldt om Reinhard gaf, blijkt uit de volgende passage:

“Deze Reinhard von Haeften is nu al een jaar lang mijn enige gezelschap. Ik ben steeds bij hem. Ik woon met hem samen. Hij komt me op zoeken wanneer ik naar de bergen ga. Om volop van hem te kunnen genieten heb ik alle andere contacten met vrienden verbroken.”
Het liefdesleven van Reinhard was tamelijk ingewikkeld. Toen hij Humboldt leerde kennen had hij al een verhouding met Christiane von Cramon, die toen nog getrouwd was met de Pruisische officier Philipp Wilhelm Karl Ernst von Waldenfels (1765-1846). Christiane en Philipp scheidden van elkaar, ondanks het feit, dat Waldenfels de scheidingsprocedure enorm vertraagde, en in 1795 verloofden Reinhard en Christiane zich. Christiane kwam wonen bij Reinhard en Alexander von Humboldt. Toen Reinhard en Humboldt in Frankfurt navraag deden naar de voortgang van de scheidingsprocedure, liepen ze Waldenfels tegen het lijf. Ze konden ter nauwer nood aan hem ontkomen door in een boot te springen en de Main en de Rijn af te varen.
Op initiatief van Humboldt, voor wie geld geen enkele rol speelde door de nalatenschap van zijn moeder, gingen Reinhard en de wetenschapper in juli 1795 samen op reis naar Italië. Vanuit München reisden ze via Innsbruck naar Venetië, waar ze twee weken bleven. Reinhard vond Venetië een prachtige stad. Van daar trokken ze via Verona en Genua verder naar Pavia, waar Humboldt de natuurkundige Alessandro Volta (1745-1827) wilde ontmoeten. Volta verbleef echter in zijn buitenhuis aan het Comomeer. Vandaar reisden Reinhard en Humboldt, grotendeels te voet, via Milaan en de Gotthard Pas naar Zwitserland, waar ze in Schaffhausen Freiesleben ontmoetten. Humboldt vond de omgeving van Luzern het mooiste deel van Zwitserland. Hij wilde daar wel met Reinhard wonen.

Johan Carl von Freiesleben
Johan Carl von Freiesleben

Ongeveer half oktober waren Reinhard en Humboldt weer terug in Bayreuth. Op 29 oktober 1795 traden Reinhard en Christiane in het huwelijk. Humboldt vond de trouwerij veel minder saai dan de meeste huwelijken, hoewel hijzelf het een sombere dag vond. Toch organiseerde Humboldt voor het bruispaar een groot bal in het Kasteel van Bayreuth, waarbij meer dan 130 mensen aanwezig waren. Humboldt trok zich meer en meer terug om zich bezig te houden met zijn wetenschappelijke experimenten. Bij Humboldt groeide het besef, dat het huwelijk Reinhard helemaal in beslag nam, waardoor hij veel minder aandacht voor hem had. Maar het kwam niet bij hem zijn gevoelens voor Reinhard ter discussie te stellen. In een droom ontdekte hij, dat vrouwen voor hem nog als onrijp fruit waren, maar hij was ervan overtuigd, dat ze ooit voor hem zouden rijpen.
Vrij spoedig daarna raakte Christiane zwanger. Hun eerste zoon Friedrich Gustav Alexander kwam op 27 januari 1797 ter wereld. Zonder enig probleem stelden de jonge ouders Humboldt aan als peetvader van de kleine jongen.
Begin januari 1797 schreef  Humboldt een lange brief aan Reinhard, omdat hij bang was, dat diens huwelijk met Christiane en de komst van een baby het einde van hun vriendschap zou betekenen. In de brief drong Humboldt erop aan deel te mogen blijven uitmaken van het leven van Reinhard en bij hem en Christiane in huis te mogen blijven wonen. Hij was zelfs bereid zijn wetenschappelijke reizen daarvoor op te geven. Hij schreef:

“Er zijn nu twee jaar voorbij sinds we elkaar voor het eerst ontmoetten en jouw lot het mijne werd. Ik prijs de dag, dat je voor het eerst vertrouwen in mij stelde door me te vertellen hoe geruststellend dat voor je was. Ik voelde me beter bij jou, en vanaf dat moment waren we als het ware met kettingen aan elkaar verbonden. Zelfs wanneer je mij zou moeten afwijzen, me koel en afstandelijk zou benaderen, dan nog zou ik bij je willen zijn…Voor mij komt er geen einde aan de verbintenis met jou, en ik dank de hemel, dat het mij gegund is nog voor mijn dood mee te maken wat twee mensen voor elkaar kunnen betekenen . Elke dag nog groeit mijn afhankelijkheid van en mijn liefde voor jou. Al twee jaar ken ik geen andere gelukzaligheid dan jouw vrolijkheid, jouw gezelschap en zelfs de kleinste blijk van jouw tevredenheid. Mijn liefde voor jou is meer dan vriendschap of broederliefde, het is aanbidding, kinderlijke dankbaarheid en toewijding aan jouw wil is voor mij allesbepalend. Ik beloof te zullen sterven, wanneer er deze feestelijke nacht een enkel woord uit mijn pen vloeit, dat niet waar zou zijn.”
Met name op basis van deze passage zijn een aantal biografen van Humboldt tot de conclusie gekomen dat hij homosexueel was. Andere auteurs twijfelden daaraan, omdat Humboldt op het toppont van zijn vriendschap met Reinhard von Haeften een romantische liefdesbrief schreef aan de schrijfster Henriëtte Herz (1764-1847). 

Henriëtte Herz, portret door Anna Dorothea Terbusch, 1778
Henriëtte Herz, portret door Anna Dorothea Terbusch, 1778

Herz was als schrijfster niet zo belangrijk, ze verwierf haar faam als de stichtster en leiderster van een van de bekendste literaire salons van Berlijn, waarvan ook de gebroeders Humboldt deel uit maakten. Niet alleen tot Herz voelde Humboldt zich aangetrokken, hij was ook gecharmeerd van Christiane von Cramon en Minette, de zus van Reinhard. Vermoedelijk was dat Reinhards jongere zus Henriette Rudolfina Bernhardina Leopoldina (1774-1870). De relaties met deze en andere vrouwen zouden, volgens een andere groep biografen, duidelijk maken, dat Humboldt geen homo was.
Door het huwelijk met Christiane von Cramon bekoelde de vriendschap tussen Reinhard von Haeften en Alexander von Humboldt. Om zich volledig aan de wetenschap te wijden vertrok Humbold naar Parijs. Hoewel hij al in 1798 van plan was weer op wetenschappelijke ontdekkingsreis te gaan, kon Humboldt door de politieke ontwikkelingen in Europa niet eerder dan op 5 juni 1799 naar Zuid- en Midden-Amerika vertrekken. Zijn metgezel op deze reis was de Franse botanicus Aimé Bonpland (1773-1858). Humboldt had Reinhard graag op deze reis willen meenemen, maar diens gezondheid liet dat niet toe.
 

Humboldts reis naar Midden- en Zuid-Amerika, 1799-1804
Humboldts reis naar Midden- en Zuid-Amerika, 1799-1804
Voordat Humboldt vertrok naar Midden- en Zuid-Amerika overlaadde hij Reinhard nog met veel geschenken, waaronder zilverwerk en de tegenwoordig zo genaamde Humboldt Cup. Toen Johan Maurits van Nassau (1604-1679) gouverneur generaal was van de Nederlandse kolonie in Brazilië gaf hij de schilder Albert Eckhout (1607-1665) opdracht portretten te maken van inlandse kannibalen. Deze portretten vormden de bron voor een beker van kokosnoot, waarin de inlanders waren uitgesneden, en zilver. In 1793 was Humboldt op de een of andere manier in het bezit gekomen van deze beker, die hij later cadeau deed aan Reinhard von Haeften. De Humboldt Cup is twee eeuwen in het bezit geweest van de familie Von Haeften en de Duitse kunsthandelaar Georg Laue bood de Humboldt Cup te koop aan op de TEFAF in 2012.

Humboldt Cup
Humboldt Cup
Reinhard en Christiane kregen nog vijf kinderen in de jaren 1798 tot 1803. Oudste zoon Friedrich Gustav Alexander verhuisde rond 1820 naar België. Hij trouwde in 1824 met Joanna Maria Carolina Vermeulen. Zij kregen twee zonen en vormden daarmee het begin van de Belgische tak van de familie Von Haeften. Het tweede kind van Reinhard en Christiane was dochter Louise Dorothea Juliane, die op jonge leeftijd overleed.  De volgende was dochter Julie van 1799. Haar achterkleindochter was in het bezit van de brieven die Humboldt aan Reinhard geschreven heeft. Het vierde was Christiana Jeanette Frederika Emma van 1800, die in 1818 in Maastricht trouwde met Jan Daniël Barre (1789-1866), de adjudant van de latere Nederlandse Koning Willem I. Daarna volgden nog dochter Wilhelmine Amalie en op 12 december 1803 zoon Gustav Wilhelm Reinhard Julius. Vader Reinhard was een kleine twee maanden eerder al overleden op Kasteel Goch. Twee jaar na de dood van Reinhard hertrouwde Christiane met de Franse edelman Marc Antoine de Vernejoul in Kleve. Het echtpaar kreeg nog vier kinderen.

Tiel, 25 april 2018
 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten