Bijzondere vriendschap
Begin 1794 leerden Reinhard von
Haeften (1772-1803) en Alexander von
Humboldt (1769-1859) elkaar kennen in Bayreuth, waar zowel Reinhard, als
luitenant bij de infanterie, gelegerd was en Humboldt als grenadier. Beiden
dienden in het Pruisische leger. Tussen de twee mannen ontstond een innige en
vurige vriendschap. Minder dan een maand later woonden ze alletwee in hetzelfde
huis. Daarover schreef Humboldt aan zijn vriend en collega Johann Carl
Freiesleben (1774-1846), dat in Bayreuth:
“…Iedereen weet, dat ik onder hetzelfde
dak woon als luitenant Haeften, die altijd in mijn gezelschap is…..Hij is zeer
groot, groter dan mannen gewoonlijk zijn; pas 22 jaar oud, maar hij ziet er
veel beter uit dan ik. Hij heeft een
heel merkwaardig gezicht, over het algemeen wordt hij beschouwd als een zeer
mooie man. Ik vind hem ook mooi. Maar nog nooit heb ik iemand ontmoet met zo’n
reinheid van ziel, met zo’n uitstraling van goedheid, met zo’n bevalligheid in
zijn trekken.”
Aan Reinhard zelf liet de
verliefde Humboldt weten:
`De liefde die ik voel voor jou is meer
dan vriendschap of broederliefde.`
Reinhard Samuel Christian von
Haeften was een van de twaalf kinderen van Karl
Franz Werner von Haeften (1732-1802) en Sara Christiana Frederike von
Wedzik de Widowsky (1741-1803). Volgens de familietraditie koos Reinhard voor
een militaire loopbaan en kwam zo in Bayreuth terecht. Daar kreeg hij een
relatie met de 26-jarige, nog getrouwde Christiane Sabine Elise von Cramon. Zowel
Christiane von Cramon als Ernestine Charlotte Louise Duchesne von Ruville
(1772-1846), haar vriendin en latere schoonzus, behoorden tot de vriendenkring
rond de gebroeders Alexander en Wilhelm von Humboldt in Bayreuth. De broers
verbleven daar omdat het Pruissische Bataljon Grenadiers, waartoe zij behoorden
en dat gestationeerd was in Goch, overgeplaatst werd naar Bayreuth in 1782.
Alexander von
Humboldt
|
Als moeder Humboldt haar zin had
gehad, dan zouden Wilhelm (1767-1835) en Alexander klaar gestoomd zijn voor
hoge functies in het Pruisische staatsapparaat. Wilhelm combineerde
een politieke functie met de wetenschap, maar Alexander koos volledig voor de
wetenschap. Hij studeerde kameralistiek (staatsinrichting), geschiedenis, medicijnen,
natuurkunde, wiskunde, geologie en plantkunde. Alexander droomde van een
carrière als wetenschappelijk ontdekkingsreiziger. Het is van de jonge
Alexander bekend, dat hij zich vaak ophield in de toenmalige homoscene van
Berlijn. Sommige biografen twijfelen aan zijn homosexualiteit, feiten waren,
dat hij met sommige vrienden zeer intieme relaties onderhield, en dat hij nooit
getrouwd is. We zullen echter nooit helemaal precies weten of hij werkelijk homosexueel
was of niet, omdat zijn zus al zijn liefdesbrieven heeft verbrand.
In zijn eerste brief aan Reinhard
von Haeften van 19 december 1794 schreef Humboldt:
“Op kerstavond
hoop ik mijn armen om je nek te kunnen slaan.”
Maar eerst had Humboldt nog een
afspraak met de dichter Johan Wolfgang von Goethe (1749-1832). Hij vervolgde
zijn brief aan Reinhard met:
“Pas over zes dagen zie ik je. Dat duurt
eigenlijk veel te lang. Misschien snapt iemand anders dit niet…maar ik weet, ik
leef alleen voor jou, mijn goede en enige Reinhard. Alleen bij jou ben ik compleet
gelukkig.”
Aan zijn vriend Freiesleben
schreef de erudiete Humboldt een andere keer, dat hij vond, dat Reinhard
eigenlijk niet zo goed was opgeleid:
“Hij heeft – ondanks zijn uiterlijke
verschijning, hij spreekt Frans en voelt zich in welk gezelschap dan ook op
zijn gemak – maar een middelmatige opleiding gehad. Hij probeert wat te doen aan deze tekortkoming
en ik ben er dan ook van overtuigd, dat hij over twee jaar zijn kennis op peil
gebracht zal hebben…Hij houdt erg veel van me, en hij zal ook van jou houden.
Hij is al erg in je geïnteresseerd, omdat ik zo veel over jou praat.´
Hoeveel Humboldt om Reinhard gaf,
blijkt uit de volgende passage:
“Deze Reinhard von Haeften is nu al een
jaar lang mijn enige gezelschap. Ik ben steeds bij hem. Ik woon met hem samen.
Hij komt me op zoeken wanneer ik naar de bergen ga. Om volop van hem te kunnen
genieten heb ik alle andere contacten met vrienden verbroken.”
Het liefdesleven van Reinhard was
tamelijk ingewikkeld. Toen hij Humboldt leerde kennen had hij al een verhouding
met Christiane von Cramon, die toen nog getrouwd was met de Pruisische officier
Philipp Wilhelm Karl Ernst von Waldenfels (1765-1846). Christiane en Philipp
scheidden van elkaar, ondanks het feit, dat Waldenfels de scheidingsprocedure
enorm vertraagde, en in 1795 verloofden Reinhard en Christiane zich. Christiane
kwam wonen bij Reinhard en Alexander von Humboldt. Toen Reinhard en Humboldt in
Frankfurt navraag deden naar de voortgang van de scheidingsprocedure, liepen ze
Waldenfels tegen het lijf. Ze konden ter nauwer nood aan hem ontkomen door in
een boot te springen en de Main en de Rijn af te varen.
Op initiatief van Humboldt, voor
wie geld geen enkele rol speelde door de nalatenschap van zijn moeder, gingen
Reinhard en de wetenschapper in juli 1795 samen op reis naar Italië. Vanuit
München reisden ze via Innsbruck naar Venetië, waar ze twee weken bleven. Reinhard
vond Venetië een prachtige stad. Van daar trokken ze via Verona en Genua verder
naar Pavia, waar Humboldt de natuurkundige Alessandro Volta
(1745-1827) wilde ontmoeten. Volta verbleef echter in zijn buitenhuis aan het
Comomeer. Vandaar reisden Reinhard en Humboldt, grotendeels te voet, via Milaan
en de Gotthard Pas naar Zwitserland, waar ze in Schaffhausen Freiesleben
ontmoetten. Humboldt vond de omgeving van Luzern het mooiste deel van
Zwitserland. Hij wilde daar wel met Reinhard wonen.
Johan Carl von
Freiesleben
|
Ongeveer half oktober waren
Reinhard en Humboldt weer terug in Bayreuth. Op 29 oktober 1795 traden Reinhard
en Christiane in het huwelijk. Humboldt vond de trouwerij veel minder saai dan
de meeste huwelijken, hoewel hijzelf het een sombere dag vond. Toch organiseerde
Humboldt voor het bruispaar een groot bal in het Kasteel van Bayreuth, waarbij
meer dan 130 mensen aanwezig waren. Humboldt trok zich meer en meer terug om
zich bezig te houden met zijn wetenschappelijke experimenten. Bij Humboldt
groeide het besef, dat het huwelijk Reinhard helemaal in beslag nam, waardoor
hij veel minder aandacht voor hem had. Maar het kwam niet bij hem zijn
gevoelens voor Reinhard ter discussie te stellen. In een droom ontdekte hij,
dat vrouwen voor hem nog als onrijp fruit waren, maar hij was ervan overtuigd,
dat ze ooit voor hem zouden rijpen.
Vrij spoedig daarna raakte
Christiane zwanger. Hun eerste zoon Friedrich Gustav Alexander kwam op 27
januari 1797 ter wereld. Zonder enig probleem stelden de jonge ouders Humboldt
aan als peetvader van de kleine jongen.
Begin januari 1797 schreef Humboldt een lange brief aan Reinhard, omdat
hij bang was, dat diens huwelijk met Christiane en de komst van een baby het
einde van hun vriendschap zou betekenen. In de brief drong Humboldt erop aan
deel te mogen blijven uitmaken van het leven van Reinhard en bij hem en
Christiane in huis te mogen blijven wonen. Hij was zelfs bereid zijn
wetenschappelijke reizen daarvoor op te geven. Hij schreef:
“Er zijn nu twee jaar voorbij sinds we
elkaar voor het eerst ontmoetten en jouw lot het mijne werd. Ik prijs de dag,
dat je voor het eerst vertrouwen in mij stelde door me te vertellen hoe
geruststellend dat voor je was. Ik voelde me beter bij jou, en vanaf dat moment
waren we als het ware met kettingen aan elkaar verbonden. Zelfs wanneer je mij
zou moeten afwijzen, me koel en afstandelijk zou benaderen, dan nog zou ik bij
je willen zijn…Voor mij komt er geen einde aan de verbintenis met jou, en ik
dank de hemel, dat het mij gegund is nog voor mijn dood mee te maken wat twee
mensen voor elkaar kunnen betekenen . Elke dag nog groeit mijn afhankelijkheid
van en mijn liefde voor jou. Al twee jaar ken ik geen andere gelukzaligheid dan
jouw vrolijkheid, jouw gezelschap en zelfs de kleinste blijk van jouw tevredenheid.
Mijn liefde voor jou is meer dan vriendschap of broederliefde, het is
aanbidding, kinderlijke dankbaarheid en toewijding aan jouw wil is voor mij
allesbepalend. Ik beloof te zullen sterven, wanneer er deze feestelijke nacht
een enkel woord uit mijn pen vloeit, dat niet waar zou zijn.”
Met name op basis van deze
passage zijn een aantal biografen van Humboldt tot de conclusie gekomen dat hij
homosexueel was. Andere auteurs twijfelden daaraan, omdat Humboldt op het
toppont van zijn vriendschap met Reinhard von Haeften een romantische
liefdesbrief schreef aan de schrijfster Henriëtte Herz
(1764-1847).
Henriëtte Herz,
portret door Anna Dorothea Terbusch, 1778
|
Herz was als schrijfster niet zo
belangrijk, ze verwierf haar faam als de stichtster en leiderster van een van
de bekendste literaire salons van Berlijn, waarvan ook de gebroeders Humboldt
deel uit maakten. Niet alleen tot Herz voelde Humboldt zich aangetrokken, hij
was ook gecharmeerd van Christiane von Cramon en Minette, de zus van Reinhard.
Vermoedelijk was dat Reinhards jongere zus Henriette Rudolfina Bernhardina
Leopoldina (1774-1870). De relaties met deze en andere vrouwen zouden, volgens
een andere groep biografen, duidelijk maken, dat Humboldt geen homo was.
Door het huwelijk met Christiane
von Cramon bekoelde de vriendschap tussen Reinhard von Haeften en Alexander von
Humboldt. Om zich volledig aan de wetenschap te wijden vertrok Humbold naar
Parijs. Hoewel hij al in 1798 van plan was weer op wetenschappelijke ontdekkingsreis
te gaan, kon Humboldt door de politieke ontwikkelingen in Europa niet eerder
dan op 5 juni 1799 naar Zuid- en Midden-Amerika vertrekken. Zijn metgezel op
deze reis was de Franse botanicus Aimé Bonpland (1773-1858).
Humboldt had Reinhard graag op deze reis willen meenemen, maar diens gezondheid
liet dat niet toe.
Humboldts reis naar
Midden- en Zuid-Amerika, 1799-1804
|
Voordat Humboldt vertrok naar
Midden- en Zuid-Amerika overlaadde hij Reinhard nog met veel geschenken,
waaronder zilverwerk en de tegenwoordig zo genaamde Humboldt Cup. Toen Johan
Maurits van Nassau (1604-1679) gouverneur generaal was van de Nederlandse
kolonie in Brazilië gaf hij de schilder Albert Eckhout
(1607-1665) opdracht portretten te maken van inlandse kannibalen. Deze
portretten vormden de bron voor een beker van kokosnoot, waarin de inlanders
waren uitgesneden, en zilver. In 1793 was Humboldt op de een of andere manier in
het bezit gekomen van deze beker, die hij later cadeau deed aan Reinhard von
Haeften. De Humboldt Cup is twee eeuwen in het bezit geweest van de familie Von
Haeften en de Duitse kunsthandelaar Georg Laue bood de Humboldt Cup te koop aan
op de TEFAF
in 2012.
Humboldt Cup
|
Reinhard en Christiane kregen nog
vijf kinderen in de jaren 1798 tot 1803. Oudste zoon Friedrich Gustav Alexander
verhuisde rond 1820 naar België. Hij trouwde in 1824 met Joanna Maria Carolina
Vermeulen. Zij kregen twee zonen en vormden daarmee het begin van de Belgische
tak van de familie Von Haeften. Het tweede kind van Reinhard en Christiane was
dochter Louise Dorothea Juliane, die op jonge leeftijd overleed. De volgende was dochter Julie van 1799. Haar
achterkleindochter was in het bezit van de brieven die Humboldt aan Reinhard
geschreven heeft. Het vierde was Christiana Jeanette Frederika Emma van 1800,
die in 1818 in Maastricht trouwde met Jan Daniël Barre (1789-1866), de adjudant
van de latere Nederlandse Koning Willem I. Daarna volgden nog dochter Wilhelmine
Amalie en op 12 december 1803 zoon Gustav Wilhelm Reinhard Julius. Vader
Reinhard was een kleine twee maanden eerder al overleden op Kasteel
Goch. Twee jaar na de dood van Reinhard hertrouwde Christiane met de Franse
edelman Marc Antoine de Vernejoul in Kleve. Het echtpaar kreeg nog vier
kinderen.
Tiel, 25 april 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten