Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

dinsdag 3 april 2018

Genealogisch blog 274


Eindelijk eerherstel

Op 10 april a.s. krijgt Sal Walvis eindelijk eerherstel. Vanaf dat moment leeft hij in de geschiedenisboeken niet langer voort als een verrader, die tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Duitsers heulde. Op genoemde datum laat het “Comité Herdenking 4 mei Horst” de naam van Sal Walvis alsnog in het plaatselijke oorlogsmonument beitelen. Meer dan 70 jaar werd Sal Walvis ten onrechte beschouwd als een verrader. Maar gebleken is dat het tegendeel waar was.
Salomon (Sal) Walvis werd geboren in Amsterdam op19 mei 1916 als jongste van de drie kinderen van markt kooplui Gabriel Walvis (1877-1943) en Rosette Degen (1881-1943). Het gezin woonde in 1942 in de Weesperstraat in Amsterdam. Voordien woonden  Gabriel en Rosette met hun kinderen op de Nieuwe Prinsengracht. Gabriel stond met “ongeregeld” op de markt in de Westerstraat. Zowel de ouders van Sal als zijn oudere broer en zus zijn in Sobibor vergast. 

Sal Walvis
Sal Walvis

Na het behalen van het HBS-diploma ging Sal aan het werk als advertentieverkoper. Hij had overduidelijk linkse sympathieën en sloot zich aan bij de CPN. In 1936 trad hij in het huwelijk met Hendrina (Rientje) Winnik, dochter van de in 1928 overleden Jacob Winnik en Rachel Frank. Sal en Rientje kregen twee kinderen. Zoon Jacob (roepnaam Jaap) werd in 1937 geboren en dochter Rosette (roepnaam Loes) in 1941.
In 1943 werd de grond onder de voeten van Sal in Amsterdam te heet. Voor zijn beide kinderen regelde hij onderduikadressen, waarvoor hij fl. 8000 betaalde. Met echtgenote Rientje en collega Rachel Santen dook Sal zelf ook onder door op de fiets door Nederland te trekken. Met een groot bedrag aan contanten, dat hij bij zich had, kocht hij overal pension voor zichzelf, Rientje en Rachel. Hun fietstocht voerde hen naar Rotterdam en omgeving, Noord Brabant en Noord Limburg. Ze verbleven steeds maar een paar dagen op een adres om ontmaskering te ontkomen.
Uiteindelijk belandden ze in Horst in 1944 waar bleven hangen. Bij eventuele controles onderweg kon Sal zich legitimeren als Kees van Leeuwen, inspecteur van de Nederlandsche Arbeidskampen, waarvan er verscheidene in Noord Brabant en Limburg lagen.
In Horst wilde Sal zich aansluiten bij het plaatselijke verzet, waarvan hij al snel wist hoe het in elkaar stak. Hij hielp lotgenoten en had andere papieren nodig. Intussen liepen de spanningen tussen Sal en Rientje en Rachel behoorlijk op. Vaak hadden ze ruzie met elkaar. Hun onderduikgever richtte zich tot het verzet met het verzoek om Sal en de beide vrouwen elders onder te brengen. Omdat het plaatselijke verzet in Horst ook Sal niet helemaal vertrouwde, vroeg men advies aan Limburgse verzetsmensen, die contacten hadden in Amsterdam. Het verzoek van Sal om zich te mogen aansluiten bij het verzet in Horst viel bijna samen met het “verraad van Weert” op 21 juni 1944, wat zijn positie er niet beter op maakte. Het wantrouwen jegens hem werd hierdoor extra aangewakkerd. Het Limburgse verzet wilde hem laten opsluiten in de psychiatrische inrichting Sint Servatius in Venray om van hem af te zijn.

St. Servatiusgesticht Venray
St. Servatiusgesticht Venray

Omdat het niet lukte Sal onder te brengen in het gesticht, besloten de verzetsmensen Kees Paasen en Jo Sternfeld, beiden leden van de Raad Van Verzet (RVV) Limburg, zonder enige ruggespraak met wie dan ook, dat Sal Walvis uit de weg geruimd moest worden. Zij vonden twee andere RVV’ers, t.w. Frits de Witt Puyt en Jan van der Loo, op vrijdag 14 juli 1944 bereid het vuile werk al de volgende dag op te knappen. De Witt Puyt en Van der Loo bekommerden zich om bewijzen van met name de beweringen van Sternfeld over Sal. Ze gingen ervan uit, dat Sternfeld zijn werk goed had gedaan.
Op zaterdag 15 juli reisde het commando van De Witt Puyt en Van Der Loo samen met Sternfeld per trein van Sittard naar Venlo, waar Paasen hen opwachtte. Met geleende fietsen ging het viertal naar Horst, waar ze eerst op zoek gingen naar een geschikte plek voor de liquidatie. Die werd gevonden: een bosje aan de Witveldweg onder Grubbenvorst. Het liquidatiecommando bleef in het bosje wachten, terwijl Paasen zich vervoegde bij de ondergedoken echtgenote van Sternfeld. Zelf ging Sternfeld Sal Walvis ophalen met het smoesje, dat hij hem een ander onderduikadres wilde laten zien. Omdat hij totaal geen onraad vermoedde, ging Sal zonder morren mee, gekleed in een leren broek en hoge leren rijlaarzen; hij nam ook zijn lange lerenjas mee (het was die dag 17˚C.), waarin hij een groot bedrag aan geld en mogelijk diamanten had verstopt.

Op de akker links bevond zich het bosje waar Sal Walvis is geliquideerd
Op de akker links bevond zich het bosje waar Sal Walvis is geliquideerd

Rond 11.00 uur kwamen Sternfeld en Sal bij het bosje aan. Toen Sternfeld het bosje i liep volgde Sal hem. Hij werd daar direct doodgeschoten door Van der Loo. De kogel doorboorde zijn hoofd, Sal was op slag dood. De mannen sleepte zijn lichaam verder de bosjes in en fouilleerden het. Ze vonden zo’n fl. 8000 aan bankbiljetten, die Sal bij zich had. Ze troffen ook documenten aan over de productie en opslag van onderdelen van V1-bommen, belangrijk anti-Duits spionage materiaal.  De mannen bedekten het lichaam met enkele dennentakken en namen de benen, De Witt Puyt en Van Der Loo terug naar Venlo en verder, Sternfeld terug naar Horst. Die avond begroeven leden van de Horster illegaliteit Sal Walvis in het bosje aan de Witveldweg om te voorkomen, dat de liquidatie ontdekt zou worden..
Noch Sternfeld noch iemand anders stelde Rientje op de hoogte van wat er met haar man was gebeurd. Noch waar ze hem hadden begraven, noch waar zijn bezittingen waren gebleven. Rientje kreeg de ware toedracht zelfs nooit te horen.

Jo Sternfeld
Jo Sternfeld

Op verzoek van illegale werkers uit Horst deed de politieke recherche na de oorlog onderzoek naar de liquidatie van Sal Walvis. Pas tijdens het onderzoek vernam Rientje, dat haar man is doodgeschoten. Het lichaam van Sal werd in 1945 voor juridisch onderzoek opgegraven, maar direct daarna ter plekke weer begraven. Pas in 1947 gaf Justitie het lichaam vrij voor begrafenis op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Het duurde nog tot 31 december 1953, dat Salomon Walvis officieel dood werd verklaard.
Na twee jaar, echter, werd het onderzoek geseponeerd en ging het betreffende dossier de doofpot in, ondanks verwoede pogingen van Rientje Walvis-Winnik om bij Justitie en de Stichting 1940-1945 de waarheid boven tafel te krijgen en haar echtgenoot te rehabiliteren. Tevergeefs. Was dat, omdat zowel Sternfeld als De Witt Puyt in de jaren vlak na de oorlog beiden werkten aan miljoenenklussen voor de Nederlandse staat? Omdat het juridische onderzoek de doofpot in ging en de betrokken verzetslieden nooit, maar dan ook nooit hun mond hebben opengedaan ging Sal Walvis als verrader de geschiedenis in.

Rientje Walvis-Winnik
Rientje Walvis-Winnik

Zoon Jaap had als tv-maker in latere jaren de mogelijkheid de waarheid omtrent de dood van zijn vader te achterhalen, maar heeft dat nooit aangedurfd. Daags voor zijn huwelijk werden zijn aanstaande schoonouders opgebeld met de vraag of ze wel wisten, dat hun dochter gingen trouwen met de zoon van een landverrader. Ook Rientje werd tot op hoge leeftijd in het Joodse verzorgingshuis Beth Shalom  achtervolgd door beschuldigingen, dat haar man een verrader was geweest. Rientje overleed in 2005 op 90-jarige leeftijd.
Een politieke rechercheur heeft, vermoedelijk uit onvrede met de gang van zaken, destijds gelukkig doorslagen bewaard van de processen verbaal, die kort na de oorlog zijn opgemaakt van de verhoren van de personen die betrokken waren bij de liquidatie van Sal Walvis en van de verhoren van personen uit diens directe omgeving, zoals zijn onderduikgevers. Deze documenten bevinden zich thans in het Stadsarchief van Roermond.  Uit deze documenten blijkt, dat de verantwoordelijken en andere betrokkenen destijds het niet zo nauw namen met de waarheid en de verantwoordelijkheid voor de liquidatie van Sal Walvis op elkaar afschoven. Uit het dossier komt ook heel duidelijk naar voren, dat er geen enkele reden was om Sal Walvis dood te schieten. Er was eerder sprake van een ordinaire roofmoord. Men wist, dat Sal altijd grote bedragen geld bij zich had en vermoedelijk ook diamanten. Het is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk, dat Rientje Walvis-Winnik van het geld dat Sal bij zich had nooit een cent heeft terug gezien, noch van zijn tas waarin hij het geld bewaarde en ook niet van zijn kleren en andere bezittingen. Het gebeurde in de oorlog overigens vaker, dat ondergedoken Joden uit angst voor verraad werden geliquideerd.
Door op 10 april a.s. de naam van Sal Walvis in het Oorlogsmonument in Horst te laten beitelen rehabiliteert het “Comité Herdenking 4 mei Horst” Sal Walvis eindelijk. Na 70 jaren staat hij niet langer te boek als verrader, maar als oorlogsslachtoffer.

Tiel, 3 april 2018

Meer weten? Lees:
Gerrit van der Vorst, Het kapitaal van Sal Walvis, ISBN 9789463184816, koopmijnboek.nl, prijs: € 24,95






Geen opmerkingen:

Een reactie posten