Eindelijk eerherstel
Op 10 april a.s. krijgt Sal
Walvis eindelijk eerherstel. Vanaf dat moment leeft hij in de geschiedenisboeken
niet langer voort als een verrader, die tijdens de Tweede Wereldoorlog met de
Duitsers heulde. Op genoemde datum laat het “Comité Herdenking 4 mei Horst” de
naam van Sal Walvis alsnog in het plaatselijke oorlogsmonument beitelen. Meer
dan 70 jaar werd Sal Walvis ten onrechte beschouwd als een verrader. Maar
gebleken is dat het tegendeel waar was.
Salomon (Sal) Walvis werd geboren
in Amsterdam op19 mei 1916 als jongste van de drie kinderen van markt kooplui
Gabriel Walvis (1877-1943) en Rosette Degen (1881-1943). Het gezin woonde in
1942 in de Weesperstraat in Amsterdam. Voordien woonden Gabriel en Rosette met hun kinderen op de Nieuwe
Prinsengracht. Gabriel stond met “ongeregeld” op de markt in de Westerstraat.
Zowel de ouders van Sal als zijn oudere broer en zus zijn in Sobibor vergast.
Sal Walvis
|
Na het behalen van het
HBS-diploma ging Sal aan het werk als advertentieverkoper. Hij had
overduidelijk linkse sympathieën en sloot zich aan bij de CPN. In 1936 trad hij
in het huwelijk met Hendrina (Rientje) Winnik, dochter van de in 1928 overleden
Jacob Winnik en Rachel Frank. Sal en Rientje kregen twee kinderen. Zoon Jacob (roepnaam
Jaap) werd in 1937 geboren en dochter Rosette (roepnaam Loes) in 1941.
In 1943 werd de grond onder de
voeten van Sal in Amsterdam te heet. Voor zijn beide kinderen regelde hij
onderduikadressen, waarvoor hij fl. 8000 betaalde. Met echtgenote Rientje en
collega Rachel Santen dook Sal zelf ook onder door op de fiets door Nederland
te trekken. Met een groot bedrag aan contanten, dat hij bij zich had, kocht hij
overal pension voor zichzelf, Rientje en Rachel. Hun fietstocht voerde hen naar
Rotterdam en omgeving, Noord Brabant en Noord Limburg. Ze verbleven steeds maar
een paar dagen op een adres om ontmaskering te ontkomen.
Uiteindelijk belandden ze in
Horst in 1944 waar bleven hangen. Bij eventuele controles onderweg kon Sal zich
legitimeren als Kees van Leeuwen, inspecteur van de Nederlandsche
Arbeidskampen, waarvan er verscheidene in Noord Brabant en Limburg lagen.
In Horst wilde Sal zich
aansluiten bij het plaatselijke verzet, waarvan hij al snel wist hoe het in
elkaar stak. Hij hielp lotgenoten en had andere papieren nodig. Intussen liepen
de spanningen tussen Sal en Rientje en Rachel behoorlijk op. Vaak hadden ze ruzie
met elkaar. Hun onderduikgever richtte zich tot het verzet met het verzoek om
Sal en de beide vrouwen elders onder te brengen. Omdat het plaatselijke verzet
in Horst ook Sal niet helemaal vertrouwde, vroeg men advies aan Limburgse
verzetsmensen, die contacten hadden in Amsterdam. Het verzoek van Sal om zich
te mogen aansluiten bij het verzet in Horst viel bijna samen met het “verraad van Weert” op 21
juni 1944, wat zijn positie er niet beter op maakte. Het wantrouwen jegens hem
werd hierdoor extra aangewakkerd. Het Limburgse verzet wilde hem laten
opsluiten in de psychiatrische inrichting Sint Servatius in Venray om van hem
af te zijn.
St.
Servatiusgesticht Venray
|
Omdat het niet lukte Sal onder te
brengen in het gesticht, besloten de verzetsmensen Kees Paasen en Jo Sternfeld,
beiden leden van de Raad Van Verzet (RVV) Limburg, zonder enige ruggespraak met
wie dan ook, dat Sal Walvis uit de weg geruimd moest worden. Zij vonden twee
andere RVV’ers, t.w. Frits de Witt Puyt en Jan van der Loo, op vrijdag 14 juli
1944 bereid het vuile werk al de volgende dag op te knappen. De Witt Puyt en
Van der Loo bekommerden zich om bewijzen van met name de beweringen van
Sternfeld over Sal. Ze gingen ervan uit, dat Sternfeld zijn werk goed had
gedaan.
Op zaterdag 15 juli reisde het
commando van De Witt Puyt en Van Der Loo samen met Sternfeld per trein van
Sittard naar Venlo, waar Paasen hen opwachtte. Met geleende fietsen ging het
viertal naar Horst, waar ze eerst op zoek gingen naar een geschikte plek voor
de liquidatie. Die werd gevonden: een bosje aan de Witveldweg onder
Grubbenvorst. Het liquidatiecommando bleef in het bosje wachten, terwijl Paasen
zich vervoegde bij de ondergedoken echtgenote van Sternfeld. Zelf ging
Sternfeld Sal Walvis ophalen met het smoesje, dat hij hem een ander
onderduikadres wilde laten zien. Omdat hij totaal geen onraad vermoedde, ging
Sal zonder morren mee, gekleed in een leren broek en hoge leren rijlaarzen; hij
nam ook zijn lange lerenjas mee (het was die dag 17˚C.), waarin hij een groot bedrag aan geld en mogelijk diamanten
had verstopt.
Op de akker links
bevond zich het bosje waar Sal Walvis is geliquideerd
|
Rond 11.00 uur kwamen Sternfeld
en Sal bij het bosje aan. Toen Sternfeld het bosje i liep volgde Sal hem. Hij
werd daar direct doodgeschoten door Van der Loo. De kogel doorboorde zijn
hoofd, Sal was op slag dood. De mannen sleepte zijn lichaam verder de bosjes in
en fouilleerden het. Ze vonden zo’n fl. 8000 aan bankbiljetten, die Sal bij
zich had. Ze troffen ook documenten aan over de productie en opslag van
onderdelen van V1-bommen, belangrijk anti-Duits spionage materiaal. De mannen bedekten het lichaam met enkele
dennentakken en namen de benen, De Witt Puyt en Van Der Loo terug naar Venlo en
verder, Sternfeld terug naar Horst. Die avond begroeven leden van de Horster
illegaliteit Sal Walvis in het bosje aan de Witveldweg om te voorkomen, dat de
liquidatie ontdekt zou worden..
Noch Sternfeld noch iemand anders
stelde Rientje op de hoogte van wat er met haar man was gebeurd. Noch waar ze
hem hadden begraven, noch waar zijn bezittingen waren gebleven. Rientje kreeg
de ware toedracht zelfs nooit te horen.
Jo Sternfeld
|
Op verzoek van illegale werkers
uit Horst deed de politieke recherche na de oorlog onderzoek naar de liquidatie
van Sal Walvis. Pas tijdens het onderzoek vernam Rientje, dat haar man is
doodgeschoten. Het lichaam van Sal werd in 1945 voor juridisch onderzoek opgegraven,
maar direct daarna ter plekke weer begraven. Pas in 1947 gaf Justitie het
lichaam vrij voor begrafenis op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Het duurde
nog tot 31 december 1953, dat Salomon Walvis officieel dood werd verklaard.
Na twee jaar, echter, werd het
onderzoek geseponeerd en ging het betreffende dossier de doofpot in, ondanks
verwoede pogingen van Rientje Walvis-Winnik om bij Justitie en de Stichting 1940-1945 de waarheid boven tafel
te krijgen en haar echtgenoot te rehabiliteren. Tevergeefs. Was dat, omdat
zowel Sternfeld als De Witt Puyt in de jaren vlak na de oorlog beiden werkten
aan miljoenenklussen voor de Nederlandse staat? Omdat het juridische onderzoek
de doofpot in ging en de betrokken verzetslieden nooit, maar dan ook nooit hun
mond hebben opengedaan ging Sal Walvis als verrader de geschiedenis in.
Rientje Walvis-Winnik
|
Zoon Jaap had als tv-maker in
latere jaren de mogelijkheid de waarheid omtrent de dood van zijn vader te
achterhalen, maar heeft dat nooit aangedurfd. Daags voor zijn huwelijk werden
zijn aanstaande schoonouders opgebeld met de vraag of ze wel wisten, dat hun
dochter gingen trouwen met de zoon van een landverrader. Ook Rientje werd tot
op hoge leeftijd in het Joodse verzorgingshuis Beth Shalom achtervolgd door beschuldigingen, dat haar man
een verrader was geweest. Rientje overleed in 2005 op 90-jarige leeftijd.
Een politieke rechercheur heeft,
vermoedelijk uit onvrede met de gang van zaken, destijds gelukkig doorslagen
bewaard van de processen verbaal, die kort na de oorlog zijn opgemaakt van de
verhoren van de personen die betrokken waren bij de liquidatie van Sal Walvis
en van de verhoren van personen uit diens directe omgeving, zoals zijn
onderduikgevers. Deze documenten bevinden zich thans in het Stadsarchief van
Roermond. Uit deze documenten blijkt, dat
de verantwoordelijken en andere betrokkenen destijds het niet zo nauw namen met
de waarheid en de verantwoordelijkheid voor de liquidatie van Sal Walvis op elkaar
afschoven. Uit het dossier komt ook heel duidelijk naar voren, dat er geen
enkele reden was om Sal Walvis dood te schieten. Er was eerder sprake van een
ordinaire roofmoord. Men wist, dat Sal altijd grote bedragen geld bij zich had
en vermoedelijk ook diamanten. Het is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk, dat
Rientje Walvis-Winnik van het geld dat Sal bij zich had nooit een cent heeft
terug gezien, noch van zijn tas waarin hij het geld bewaarde en ook niet van
zijn kleren en andere bezittingen. Het gebeurde in de oorlog overigens vaker,
dat ondergedoken Joden uit angst voor verraad werden geliquideerd.
Door op 10 april a.s. de naam van
Sal Walvis in het Oorlogsmonument in Horst te laten beitelen rehabiliteert het
“Comité Herdenking 4 mei Horst” Sal Walvis eindelijk. Na 70 jaren staat hij
niet langer te boek als verrader, maar als oorlogsslachtoffer.
Tiel, 3 april 2018
Meer weten? Lees:
Gerrit van der Vorst, Het kapitaal van
Sal Walvis, ISBN 9789463184816, koopmijnboek.nl, prijs: € 24,95
Geen opmerkingen:
Een reactie posten