Magna Pete
In 1949 is voor het eerst
gedocumenteerd, dat mijn vader, Albert Welling (1922-1983) werkte voor de
Rotterdamse RK. Toneelgroep Magna Pete. Als gastregisseur en ontwerper van het
decor was hij betrokken bij de uitvoering van ‘Water in de Woestijn’, een spel
in drie bedrijven van de voormalige perschef van de Gemeente Rotterdam Jan
Nieuwenhuis. Mijn vader had het
regisseren van amateurtoneelgezelschappen als het ware met de paplepel naar binnengekregen
van zijn
vader. Nu hij een vaste baan had bij de krant, had hij weinig tijd meer om
zijn vroegere hobby, het schaken, te beoefenen. Met het regisseren bij
verschillende gezelschappen verdiende hij bovendien nog wat geld, een welkome
aanvulling op zijn salaris. In de
jaren 1950-1952 was mijn vader de vaste regisseur van Magna Pete. Twee maal per
jaar werd, met wisselende bezetting, een stuk opgevoerd, in februari en in
april.
Albert Welling
|
In de aankondiging van de opvoering
van ‘Water in de Woestijn’ noemde het bestuur van Magna Pete mijn vader:
“..een jong en bekwaam katholiek regisseur,
die zijn sporen reeds heeft verdiend en bezig is zich een grote naam te
verwerven.”
Magna Pete speelde het stuk ter gelegenheid van het 12½ jarig jubileum
van de vereniging in gebouw Palace in Rotterdam op 25 september 1949. In zijn inleiding op
‘Water in de Woestijn’ schreef mijn vader in het programmaboekje, dat het stuk
zich afspeelde in Frans Marokko tijdens de Eerste Wereldoorlog en dat
Nieuwenhuis erin
geslaagd was de ontwikkelingsgang van de kleine Fatima ‘klaar en rechtlijnig’ te schilderen midden in het oorlogsgeweld.
Hij ging verder:
“Onzerzijds hebben wij ten aanzien van
dit spel weinig pretenties. De gave samenhang bewaren, de zacht poëtische sfeer
accentueren en voor alles het samenspel bevorderen waren onze oogmerken. Dat
wij daarnaast de kansen, die de schrijver ons bood, om hier en daar spanning en
levendige actie ten tonele te voeren, niet hebben verwaarloosd, moge zonder
meer duidelijk zijn.”
Op 19 februari 1950 stond mijn
vader weer met Magna Pete op de planken. Op het programma stond nu het blijspel
in drie bedrijven ‘Ik houd van je…dat is alles’ van
de Engelsman Jerome K. Jerome (1859-1927) in een bewerking van de Nederlandse
toneelschrijver Kees Spierings (1898-1972). In de begeleidende tekst gaf
mijn vader aan, dat het stuk de draak stak met een van Engelands schoonste
adellijke tradities: een jonge Lord trouwde met een cabaretartieste.
Willy Corsari, foto
Jacob Merkelbach
|
Later in het voorjaar van 1950
gaf mijn vader leiding aan de uitvoering van het politiespel ‘Het mysterie van
de vrouw die terugkeerde’ van Willy Corsarie (1897-1998). Met het stuk had Willy
Corsarie aangegeven niet alleen romans te kunnen
schrijven,
“maar
zij kende ook de fijne kneepjes van de toneelschrijfkunst.”
De detective werd op 30 april
1950 opgevoerd, uiteraard in Palace, de thuisbasis van Magna Pete. Ter herdenking
van de 25ste sterfdag van Herman Heijermans (1864-1924) werd na de pauze nog diens spel ‘Nocturne’
opgevoerd.
Door zijn werk voor Magna Pete kwam mijn vader in contact met het
echtpaar Johan en Miep Juray. Tussen mijn ouders en Johan en Miep ontstond een
vriendschap die er onder meer toe leidde, dat ik een paar keer bij hen in de
Rotterdamse Talmastraat ging logeren. Johan en Miep hadden drie dochters,
ongeveer van dezelfde leeftijd als ik. Tijdens die logeerpartijen maakte ik met
hun dochters met rubberen mallen beeldjes van gips. Toen heel populair. Wanneer
het gips voldoende uitgehard was en het rubber er vanaf kon, dan schilderden we
de beeldjes in de fraaiste kleuren. Na enkele jaren verdween Johan van het
toneel, zijn huwelijk met Miep was over de houdbaarheidsdatum heen. Voor mij
was dat de eerste keer dat ik een scheiding meemaakte. Samen met zijn broer Jan
had Johan een timmerbedrijf, dat de decors bouwde voor de stukken die Magna
Pete opvoerde. Jan Juray (1914-1984), heeft eind jaren ’50 het gezamenlijke
timmerbedrijf de rug toegekeerd om over te stappen naar het professionele toneel.
Jan Juray
|
Magna Pete organiseerde elk jaar
voor de kinderen van de leden een Sinterklaasfeest,
waar mijn vader een paar keer optrad als de Goedheiligman.
‘Moord in het klooster’ is een
toneelspel in 12 taferelen naar het gelijknamige boek van Eric Shepherd (1892-1955). Jos Detony bewerkte de thriller voor toneel in een
uitgave van Ons Lekenspel. In februari 1951 stond het stuk op het programma van
Magna Pete. Mijn vader was deze keer niet alleen verantwoordelijk voor de
regie, maar ook voor het decorontwerp.
Moord in het
Klooster
|
Een moord verstoorde de rust in
een kosmopolitische kloostergemeenschap, waaraan een meisjespensionaat
verbonden was. In zijn toelichting gaf mijn vader aan met de regie getracht te
hebben:
“het filmisch en caleidoscopisch element in
dit spel zo scherp mogelijk te accentueren.”
Na de gebruikelijk opvoering op 4
februari in gebouw Palace volgde nog een opvoering in de Stadsschouwburg van
Rotterdam. Het stuk was een succes, gezien de vele bekroningen. Het werd in de
periode 20 april t/m 1 mei 1950 nog zes maal opgevoerd ter gelegenheid van het
60-jarig bestaan van de Afdeling Schiedam van de Katholieke Arbeiders Beweging.
Tijdens het congres van Ons Lekenspel in 1954 vond de middagzitting een bekroning in de
‘gave’ opvoering van ‘Moord in het
Klooster’ door Magna Pete onder regie van mijn vader. De voorstelling maakte
deel uit van het concours dat Ons Lekenspel had uitgeschreven. Dagblad De Tijd
deed verslag:
“Zoals
de jury na afloop opmerkte, heeft ‘Magna Pete’ voortreffelijk werk geleverd,
minstens even goed als ‘Mozes Bosch’ ( de voorafgaande) dinsdagavond had gedaan
met ‘Elckerlyc. Dat de laatste desalniettemin een eerste prijs kreeg – honderd
gulden en een medaille, beschikbaar gesteld door het Prins Bernhard Fonds –
dankte de groep van Kees Spierings aan het bovendien uitstekend
brengen van enige fragmenten. ‘Magna Pete’ ontving een medaille.”
Op 29 april 1951 speelde Magna
Pete in Palace de klucht ‘De hele stad is er vol van’ van het Amerikaanse
schrijversduo John Emerson (1874-1956) en Anita Loos (1889-1981). Ook nu voerde mijn vader de
regie. Over de bedoeling van het stuk schreef hij het volgende in het
programmaboekje:
“Nadat
‘Magna Pete’ in dit seizoen bij de opvoeringen van ‘Blijde Dagen’ en ‘Moord in
het Klooster’ tot op de bodem van haar
kunnen moest tasten, heeft zij het zich ditmaal voor het slot aanmerkelijk gemakkelijker
gemaakt .
‘De
hele stad is er vol van’ is een stuk zonder moeilijkheden. Het is een
aaneenschakeling van de meest enorme dwaasheden en de enige bedoeling van deze
opvoering is dan ook de toeschouwers een avond uitbundige pret te bezorgen.”
Op 7 oktober 1951 leidde mijn
vader Magna Pete weer in ‘Ons Stadje’ van de Amerikaanse schrijver Thorton
Wilder (1897-1975) in de vertaling van A.L. de Blieck-Kist.
Thornton Wilder
|
Martin Duinstee was verantwoordelijk voor het decorontwerp. De
decors werden gebouwd door de Firma
Gebr. Juray. Mijn vader schreef in zijn
inleiding:
“’
Ons Stadje’ van de Amerikaanse schrijver Thorton Wilder is n.l. een vrij ongewoon stuk.
U heeft een dergelijk soort toneel misschien nog niet eerder gezien en daarom
is een kleine introductie beslist geen overbodige weelde. Want van alles
waaraan U bij het toneel gewend bent geraakt vindt U vanavond niets terug. Er
is geen intrige, geen langzaam groeiende spanning, geen verrassende ontknoping
en helemaal geen overdaad van decors of rekwisieten.”
Het geheimzinnige spel ‘Het
geheim van Dr. Spencer’ werd geschreven door Mr. H.M. Planten. Magna Pete voerde het stuk
onder regie van mijn vader op in Palace op
24 februari 1952. In zijn inleiding op het stuk gaf hij aan, dat de
detective gerekend moest worden:
“…tot de allerbeste, wat op dit terrein in
de laatste tientallen jaren door Nederlandse schrijvers is gewrocht. Het is een
spel, waarin bij een uiterst sober woordgebruik een maximum aan spel en
spanning wordt opgeroepen. Wie uit deze opmerkingen zou willen concluderen, dat
wij dit spel kritiseren vergist zich. Zij dienen slechts ter motivering van de
hoofdgedachte onzer regieopvatting. Die opvatting kan worden samengevat in één
woord: ‘Tempo’. Tempo, opdat de contrastwerking nog scheller, de spanning nog
heviger en Uw (plezierige) ontzetting nog groter zal zijn.”
In de recensie van het stuk kopte
Dagblad De Tijd: ‘Magna Pete in vierde
versnelling’. De krant schreef:
“Regisseur
Albert Welling had
zijn gezelschap ‘Magna Pete’ in de vierde versnelling gezet, wat tot het
gelukkige resultaat leidde, dat het tempo vele oneffenheden in Planten’s spel verdoezelde en het schrikelement,
dat in het stuk rijkelijk aanwezig is, sterk accentueerde.”
Aangenomen moet worden, dat mijn
vader tot 1952 aan Magna Pete verbonden is geweest en dat de opvoering van ‘Het
geheim van Dr. Spencer’ zijn laatste werk is geweest voor het gezelschap. In
een artikel in Het Vrije Volk ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de
vereniging vertelde voorzitter Henk Haazer, dat mijn vader als regisseur
opgevolgd werd door zijn vriend Martin Duinstee, die op zijn beurt in 1956
het stokje weer overgaf aan Steye van Brandenburg.
Door zijn werk als vaste
regisseur van Magna Pete en door zijn bestuurlijke werk voor het (katholieke)
amateurtoneel genoot mijn vader bij velen een zekere faam, die hij later verder
zou uitbouwen door zijn reportages voor dagblad De Tijd.
Tiel, 27 april 2018
Mijn ouders, maar vooral mijn moeder speelde ook bij Magna Pete. Fiet Boute- van Schie. Ze waren tot hun laatste snik bevriend met de Juray’s .
BeantwoordenVerwijderenAlbert Welling herinner ik mij ook alsmede Paul Welling en de Haazer’s en later Steye van Brandenburg. Zelf heb ik nog in een stuk als reserve klein duimpje meegedaan in Palace. Het meest verbazende in die tijd was een toneelstuk met twee Sinterklazen die allebei ook nog eens dood gingen, maar of ik me dat goed herinner ... Paul Boute
Wat een leuke reactie!
VerwijderenMijn vader speelde ook bij Magna Pete, ik heb er nog wat foto's van. Ik heb zelf als klein meisje ook mee gespeeld in klein duimpje, mooie herinneringen. Tonny Hollander-Haazer
VerwijderenIk herinner me alleen de familie Juray uit de tijd, dat mijn vader bij Magne Pete als regisseur werkte.
VerwijderenPaul Welling
https://schiedam.courant.nu/issue/SP/1955-12-27/edition/0/page/1?query=
BeantwoordenVerwijderenover het stuk met de sinterklazen
Mijn vader Piet Haazer heeft ook mee gespeeld in verschillende stukken. Ik heb er een paar oude foto's van. Zelf heb ik op toneel gestaan in klein duimpje. Van Sinterklaas feesten heb ik volgens mij ook nog een foto. De naam Fiet Boute komt mij bekend voor, volgens mij had ze donker haar. Tonny Hollander Haazer.
BeantwoordenVerwijderenZeker herinner ik mij deze jaren heel goed als dochter van Miep en Johan Juray. Ik denk dat het een heel mooie tijd is geweest voor Albert Welling en het Magna Pete gezelschap, groet Leontien Juray
BeantwoordenVerwijderenLeontien,
BeantwoordenVerwijderenWat leuk, dat je reageert. Hoe is het met je?
Groet.
Paul
Blog 279
BeantwoordenVerwijderen