Moeders naam
De jaarvergadering van de
afdeling Betuwe van de NGV vond plaats op 17 april j.l. De afdelingsvoorzitter
was snel klaar met de verplichte jaarlijkse nummertjes als verslagen en begroting.
De vergadering dechargeerde het bestuur op alle punten en had er het volste
vertrouwen in, dat het bestuur ook komend jaar weer goed op de winkel zal
passen.
De rondvraag gaf mij de
gelegenheid op recente successen te wijzen. Mijn lezing op Kamp
Amersfoort op 28 januari van dit
jaar leidde niet alleen tot een verzoek dezelfde lezing nog een keer in
Amersfoort te houden, nu voor de Stichting Rhoon, die mensen met een niet
aangeboren hersenafwijking een zinvolle dagbesteding aanbiedt, maar ook tot een
interview en een artikel. Zelden heb ik tijdens een lezing meer interactie met
mijn gehoor gehad als bij de Stichting Rhoon op 12 maart 2018. Mensen met een niet
aangeboren verstandelijke beperking zijn vaak zeer intelligent, maar kunnen hun
ledematen niet goed aansturen!
Een paar dagen eerder kwam een
journalist van het AD/Amersfoortse Courant bij me thuis voor een interview. De
krant wilde een serie bijzondere verhalen uit de Tweede Wereldoorlog beginnen
met mijn verhaal over Eduard
Welling. De krant publiceerde het verhaal op 12 april j.l.
AD/Amersfoortse
Courant d.d. 12 april 2018, detail
|
De redactie van het
historisch-archeologisch blad Forum vroeg me een artikel van 1000 woorden te
schrijven over Eduard Welling. Ik bewerkte een eerder in Aqua Vitae gepubliceerd
verhaar van ruim 5000 woorden tot iets meer dan de gevraagde lengte. Een
leerzame klus jezelf zo te moeten beperken. Dat dwingt je ertoe alleen de
hoofdzaken te vermelden.
Terug nu naar de jaarvergadering
van de afdeling Betuwe van de NGV. Na de verplichte jaarlijkse kost was het
woord aan Arie Oppelaar, die vertelde hoe hij erin geslaagd was verschillende
vastlopers in zijn stamboomonderzoek op te lossen door de ontdekking, dat in
het verre verleden mensen soms niet de achternaam van hun vader aannamen, maar
die van hun moeder. Oppelaar bewees dat eerst met voorbeelden uit de doopboeken
van de Neder Betuwe. Daarna liet hij zien, dat ook de beschrijvingen van
grondtransacties duidelijk maken, dat mensen destijds vroeg of laat soms ook de
achternaam van hun moeder aannamen. Het vraagt enig denken buiten omlijnde
kaders om te ontdekken, dat men vroeger soms de achternaam van de moeder
aannam. Pas sinds Napoleon is nauwkeurig omschreven hoe men zijn naam
verkrijgt. Vóór Napoleon was iedereen vrij voor zichzelf een achternaam te bedenken.
Meestal dezelfde als die van de vader, maar in enkele gevallen koos men bewust die
van de moeder. Wanneer je daarop niet verdacht bent, leidt dat tot een
vastloper in je genealogisch onderzoek.
Op weg naar huis dacht ik nog wat
na over hetgeen Oppelaar verteld had. Ik herinnerde me toen, dat ik in mijn
stamboom van het geslacht Van Haeften zoiets ook eens was tegengekomen. Hoe zat
het ook weer precies? Ik moest even zoeken, maar kwam er al gauw achter hoe het
zat.
Johan van Haeften, die overleed
na 1377, was de zoon van Gijsbert van Haeften en Elisabeth Voocht van Tuyl.
Deze Gijsbert, die rond 1354 stierf, was op zijn beurt de zoon van Otto van
Haeften (1320-1360) en Mabelia van Tuyl (1316-1380). De eerste verwarring begon
bij deze Gijsbert, omdat hij niet het traditionele Haeftenwapen gebruikte, maar
dat van zijn moeder.
Willem Anne van
Spaen la Lecq
|
In zijn boek “Oordeelkundige
inleiding tot de historie van Gelderland, Volume 3”
uit 1795 gaf Willem A.
van Spaen la Lecq (1750-1817) uitleg over de familierelaties tussen de
geslachten van Haeften en Van Tuyl. Daarbij speelde de kerkgift van de abdij Abdinghof een
belangrijke rol:
“Aangaande de kerkgifte vindt men dat
Ghiselbert van Tuil, Goossenszoon aan de abdij Abdinghof twee morgen te Haren
in het gerecht van Tuil gelegen in het jaar 1359 verkocht en dat hij die met
het jus patronatus dat daaraan gehecht werd voor een half lood zilver s’jaars
van de abdij in erfpacht nam. Na zijne dood in het jaar 1376 werd zijne dochter
Elisabeth, vrouw van Johan van Haeften, daarmede verleid en in 1383 hun beider
zoon Ghiselbert van Tuil, die zeker den naam van zijne moeder aangenomen had,
hoewel hij het wapen van Haeften voerde. Na zijne dood was zijne nicht Beatrix
van Tuil, die met Dirk de Rover, heer Ewoutszoon getrouwd was, zijn erfgenaam.
De heerlijkheid is zeker voortgebragt, uit den hof aldaar die door de abdij
vervreemd is zonder dat daarvan eenige narigten gevonden worden ten minste in
het midden der veertiende eeuw, schijnt zij niet meer daarvan in bezit geweest
te zijn dewijl de kerkgifte aan twee morgen lands te Haren gehecht werd.
Mogelijk is de voogdij van Tuil een overblijfsel van dit hof. Gijsbert de
Voicht van Tuil en zijne vrouw Agnes maakten in 1312 leen aan den graaf van
Gelre de hofstad Tuil en Nessche, de hofstede Rodenburg met het water en de
visscherij genaamd Nessche. Zijn zoon en klein-zoon bezaten de tienden gelijk
wij boven zagen dus waarschijnlijk ook de heerlijkheid. In 1398 staat om het
zegel van Edmond van Helle : S. Edmondi Rover Sculteti de Tuil en hij voerde
het wapen van Rover. In 1420 werd Willem van Haeften van Renoy met de hofstad
Tuil verleid gelijk Gijsbert de Voicht het in 1312 was; waarschijnlijk uit
hoofde van zijne moeder Elisabeth de Voicht, getrouwd met Nicolaas van Haeften,
Dirk de Rover van Tuil komt meermalen voor van 1442 tot 1476. Beide voerden
parti de Tuil et de Rover(een gedeeld schild van Tuil en Rover).”
De hiervoor genoemde Johan van
Haeften trouwde met Elisabeth van Tuyl, de dochter van Gijsbert van Tuyl. Johan
en Elisabeth werden in 1376 beleend met de kerkgift. Zij kregen twee kinderen, jongens.
Van de beide jongens overleed zoon Steven ongehuwd en zonder kinderen na te
laten. De andere zoon, Gijsbert genaamd, nam, zoals Van Spaen ons al liet
weten, de naam van zijn moeder aan, Van Tuyl dus. Blijkbaar genoot het geslacht
Van Tuyl in die tijd meer aanzien dan de familie Van Haeften. Enige tijd later
waren de rollen omgekeerd en behoorde het geslacht Van Haeften tot de
machtigste edelen uit de Tielerwaard.. Ik had het daarmee een stuk makkelijker
dan Oppelaar. Van Spaen had voor mij al uitgezocht, dat Gijsbert door het leven
ging met de achternaam van zijn moeder.
Om de verwarring voor latere
genealogen nog groter te maken, voerde
Gijsbert van Tuyl wel het wapen van zijn vader, het bekende Châtillonwapen.
Wat er van Gijsbert van Tuyl
terecht is gekomen heb ik, jammer genoeg, (nog) niet kunnen achterhalen, ook
Van Spaen kon niet verder helpen..
Tiel, 30 april 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten