Zes neven in Amsterdam
Op vrijdagmorgen 9 november j.l.
kwamen zes gepensioneerde heren bijeen in de 1e Klasrestauratie van
het Centraal Station in Amsterdam voor een nevendag. Feitelijk moet ik zeggen
achternevendag, want dat zijn we eigenlijk van elkaar. Onze gemeenschappelijke
voorouders waren Adrianus Leonardus Welling (1850-1919) en Margaretha Catharina
de Greef (1848-1926). Onze grootvaders waren broers van elkaar. Omdat er dit
jaar twee neven voor het eerst acte de présence gaven had ik van tevoren ieder
een stamreeks toegezonden, om de onderlinge relaties duidelijk te maken.
We begonnen op Amsterdam CS met
koffie. Het leek wel of de twee, die er voor het eerst bij waren en die
sommigen van ons nog nooit eerder hadden ontmoet, zich absoluut moeiteloos in
de groep voegden. De familieband was duidelijk. De stemming zat er meteen heel
goed in. Wel viel het mij op, dat de nieuwelingen weliswaar ook vrij grote oren
hebben, maar zonder loshangende lellen, zoals heel veel Wellingen.
Na de koffie en een uurtje praten
gingen we met de nieuwe Noord-Zuidlijn van de metro naar de Vijzelgracht. Wat
een prachtige en snelle verbinding. Je bent net ingestapt of je moet er alweer
uit. Vanaf de Vijzelgracht liepen we met wat omwegen via de Kerkstraat, Prinsengracht
en Magere Brug naar het café op de hoek van de Amstel en de Nieuwe Kerkstraat
voor de lunch. In dat café heeft Ome
Dirk vroeger gewerkt.
Zowel op straat als in de metro
viel het mij op, dat er nog nauwelijks Nederlands wordt gesproken. Amsterdam
wordt daadwerkelijk overspoeld door toeristen.
Zes (achter)neven in
Amsterdam
|
De zeer geanimeerde,onderlinge conversatie viel geen moment
stil, zelfs niet tijdens het eten van een uitsmijter en heerlijke kroketten van
“Oma Bob”, al waren die wel vreselijk heet, ik voel het nog aan mijn
verhemelte. Tussen het happen door lanceerde ik mijn idee om over twee jaar een
familieboek uit te geven. Enthousiasme alom, ik kreeg meteen toezeggingen voor
medewerking in de vorm van toezending van (scans van) foto’s, bidprentjes,
geboortekaartjes, rouwkaarten en andere documenten. Dat familieboek over de
Amersfoortse familie Welling zal in 2020
gepresenteerd worden op een familiebijeenkomst, uiteraard in Amersfoort.
Ticket voor het
Joods Historisch Museum
|
Na de lunch togen we naar het Joods Historisch
Museum in de Portugese Synagoge in de Nieuwe Amstelstraat. Dit museum geeft
de bezoeker op een schitterende wijze inkijk in de Joodse cultuur en
geschiedenis in ons land, maar vooral in Amsterdam. Allerlei prachtige rituele
en dagelijkse voorwerpen, foto’s en schilderijen, brieven en noem het verder
maar op zijn zodanig tentoongesteld, dat je vergeet in een gebedshuis te zijn.
Ook hier merkte ik, dat wij zo ongeveer de enigen waren die Nederlands spraken.
Verder alleen maar Engels, Hebreeuws en veel Spaans. Het museum is een giga
trekpleister voor Amsterdam. Wie had dat vroeger in mijn jeugd kunnen denken?
Rituele en
dagelijkse voorwerpen
|
Het volgende bezoek was gepland
aan de Hoogduitse Synagoge aan de overkant van het Jonas Daniël Meijerplein.
Helaas was die al gesloten, dus besloten we door te lopen naar de voormalige
Hollandsche Schouwburg, vanwaar destijds de deportaties naar Westerbork en
verder begonnen. Ook daar was de tentoonstelling al gesloten, maar op het
achterliggende terrein herdachten we ieder voor zich wat zich hier allemaal
heeft afgespeeld. Weer bij elkaar, vertelde ik het verhaal van Eduard
Welling.
De Hollandsche
Schouwburg
|
Hoewel de middag al een aardig
eind op streek was, bleek er nog voldoende tijd over voor een kort bezoek aan
het Verzetsmuseum
in de Plantage Kerklaan, recht tegenover de ingang van Artis. Vlakbij dus. Daar
raakte ik zo gefascineerd door wat ik zag, dat ik niet in de gaten had, dat de
anderen hun jas al aan hadden en klaar stonden voor de geplande borrel. Toen
één mij kwam ophalen, duurde het even voor ik weer terug was in de realiteit
van de dag.
Tijdens de borrel en daarna
tijdens een heerlijke maaltijd in Restaurant De Plantage
vertelden we elkaar weer tal van verhalen. Over ons werk van vroeger, welke
boeken we vooral moesten gaan lezen. Met afschuw spraken we over de toenemende
witwasserij van zwart geld door banken en witteboordencriminelen. Het onderwijs
op de universiteiten kwam langs evenals de relatie van Nederland met de
voormalige overzeese gebiedsdelen. We herinnerden ons de felle discussies
van vroeger over de vraag wie er beter
waren, de Beatles of de Stones. Je reed op een Puch of op een Zündapp. Was je
een kakker dan had je een Kreidler tot je beschikking. Dit alles werd gelardeerd
met verhalen uit de familie. We spraken af volgend jaar weer een nevendag te houden,
maar dan in ’t Gooi, waar veel familie woont.
Het einde van een zeer geslaagde
dag naderde. Voor de laatste keer afrekenen en jassen aan. Op naar de metro bij
de Stopera om naar huis te gaan. Door verlies van een Ov-kaart gingen we deels
meteen, deels weer op Amsterdam CS uit elkaar met een welgemeend “Tot volgend
jaar”. In de trein naar Tiel kreeg ik een berichtje, dat de Ov-kaart weer
terecht was.
Tiel, 11 november 2018
Dag Paul. Mijn complimenten voor het verslag van onze leuke dag. Een opmerking m.b.t. de Kreidler. De Kreidler was de bromfiets voor de jongens (vetkuiven) van de ambachtsschool. De bromfietsen werden buikschuivers genoemd.
BeantwoordenVerwijderen