Blauwe Oma
Jeanette Goudsmit was de
kleindochter van Isaac Simon Schuitenvoerder (1846-1911), alias August
de Domme, en Theresia Blanes (geb.1831), beiden circusartiesten, net als
vele familieleden. Kleindochter Jeanette daarentegen haatte het circus, ze moest
er niets van hebben.
Jeanette werd in Parijs geboren
op 1 mei 1892. Ze was de jongste dochter van Oscar Goudsmit (geb.1866) en
Elisabeth Isaac Schuitenvoerder (geb. 1866). Als meisje van 2 jaar legde
Jeanette op 25 juni 1894 de eerste steen van het café aan de Amstel op nr. 143.
Het café dat haar grootvader later uitbaatte?
Jeanette
Swaab-Goudsmit wijst naar de eerste steen die ze op 2-jarige leeftijd legde
(foto: Bronkarium)
|
Jeanette kreeg verkering met de
kelner Antoine Swaab, een zoon van Aäron Meijer Swaab en Joli Wery, die ook hun
geld verdienden als circusartiesten, zoals ik al verschillende malen heb
verteld. Antoine werd in Leeuwarden geboren op 26 maart 1884. Hij was een broer
van de acht jaar oudere Betje Swaab (1876-1944), die trouwde met Theodorus
Hendrikus (Ome Dirk). Welling (1879-1958), een broer van mijn grootvader.
Antoine Swaab en
Jeanette Goudsmit (foto: Bronkarium)
|
In zijn historische roman “Het
Geheim van Carré” beschreef David Bronkhorst (geb. 1973) het levensverhaal van
zijn over-, over-, over- grootvader Isaac Simon Schuitenvoerder. In een
bepaalde passage verhaalde Bronkhorst over de eerste ontmoeting in 1909 van
Jeanette Goudsmid en haar verloofde Antoine Swaab, die een slungelig figuur
had, met haar aangeschoten grootvader Isaac Simon
Schuitenvoerder, die ze kwamen ophalen van de boot:
“Hij zette zijn koffer neer en kuste
haar op haar wang. Ze weerde hem in ieder geval niet af. Over haar schouder zag
hij de jonge man staan, met aan de lijn een Duitse herder.
Jeanette gebaarde met haar hoofd:
“Antoine Swaab, mijn verloofde”. Isaac schudde hem de hand. Swaab. Dat klonk
als circus.
Hij vond het wel komisch, dat zijn
kleindochter die het circus zo haatte, zich verloofd had met een circustelg.
“Familie van Simon Salomon Swaab?”, vroeg hij. “Die man die ooit klinkers met
zijn blote vuisten kapotsloeg? The strong man?”
Antoine knikte verlegen en aaide zijn
hond die aan Isaac………..”
Uit het bovenstaande kan niet opgemaakt
worden, dat Jeanette als kind werd opgevoed door haar grootvader Isaac Simon
Schuitenvoerder, die toen, overigens zonder succes, een café runde naast
Theater Carré aan de Amstel in Amsterdam.
Antoine Swaab was een
hondenliefhebber, vooral de Duitse herder was zijn favoriete ras.
Antoine Swaab met
zijn hond Castor op het Fredriksplein in Amsterdam, jaren '50 (foto:
Bronkarium)
|
“"Antoine
ben rabbi Aharon" en "Jeanette
bat rabbi Oscar"”
Ten
tijde van hun huwelijk was Jeanette al zwanger en op 16 augustus 1918 werd in
’s Gravenhage hun oudste zoon Meijer geboren, die verder altijd Max werd
genoemd. Over Max is mij niet veel bekend. In 1938 werd hij ingeschreven voor
militaire dienst. Eind april 1942 kreeg Max een brief van het Departement van
Binnenlandsche Zaken, waarin hem werd medegedeeld, dat hij geregistreerd werd
als afstammeling van drie Joodse grootouders, terwijl zijn vader, volgens de
Duitsers, afstamde van twee Joodse grootouders en daarom als “Mischling” niet
in aanmerking kwam voor deportatie. Max is in 2008 overleden. Het lijkt erop,
dat hij nooit getrouwd is.
In 1919
kregen Antoine en Jeanette in Amsterdam hun enige dochter, Theresia (Trees). Het
gezin van Antoine en Jeanette woonde vanaf die tijd in de hoofdstad. Trees
trouwde met Abraham Brockhorst en overleed in 2007. Trees en Bram kregen drie
kinderen, twee dochters en een zoon, die hun oma, Jeanette Goudsmit, de “Blauwe
Oma” noemden.
Na
Trees kwam op 12 mei 1922 zoon Oscar ter wereld. Over hem in een van de
volgende Genealogische blogs veel meer.
De kinderen van
Antoine en Jeanette in 1935 (foto: Bronkarium)
|
Jules van 15 augustus 1923 was
het jongste kind van blauwe oma en Antoine. Samen met zijn vader werd Jules op
Oudejaarsdag 1942 ’s morgens om 8.35 uur door de Amsterdamse politie opgebracht
naar het bureau op verdenking van ontvreemding van meubels uit het pand Nieuwe
Achtergracht 148 huis in Amsterdam. Het betrof de ontvreemding van twee
fauteuils en vier stoelen, afkomstig uit een door Joden verlaten woning. Toen
Antoine en Jules, die toen in de Utrechtsche Dwarsstraat op nr. 120 1 hoog
woonden, de meubels terugbrachten, konden ze naar huis terugkeren.
Het
politierapport van 31 december 1942 (detail)
|
Instrumentmaker Jules kon daarna slechts
korte tijd van zijn vrijheid genieten. Kort daarna pakten de Duitsers hem op en
ging hij op transport naar Westerbork. Vandaar werd hij met het 6e
transport afgevoerd naar Sobibor, waar hij op 6 april 1943 werd vergast. Jules
is daarmee de enige uit deze tak van de familie Swaab, de nakomelingen van Aäron
Meijer Swaab en Joli Wery , die in de oorlog omkwam.
Antoine was 83 jaar oud, toen hij
op 22 juli 1967 in Amsterdam overleed. Vier dagen later werd hij begraven op de
Nieuwe Oosterbegraafplaats in graf 72-D121. Jeanette bereikte de respectabele
leeftijd van 100 jaar. Aan haar leven kwam op 9 augustus 1992 een einde.
Tiel, 1 augustus 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten