Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 1 augustus 2019

Genealogisch blog 384


Blauwe Oma

Jeanette Goudsmit was de kleindochter van Isaac Simon Schuitenvoerder (1846-1911), alias August de Domme, en Theresia Blanes (geb.1831), beiden circusartiesten, net als vele familieleden. Kleindochter Jeanette daarentegen haatte het circus, ze moest er niets van hebben.
Jeanette werd in Parijs geboren op 1 mei 1892. Ze was de jongste dochter van Oscar Goudsmit (geb.1866) en Elisabeth Isaac Schuitenvoerder (geb. 1866). Als meisje van 2 jaar legde Jeanette op 25 juni 1894 de eerste steen van het café aan de Amstel op nr. 143. Het café dat haar grootvader later uitbaatte?

Jeanette Swaab-Goudsmit wijst naar de eerste steen die ze op 2-jarige leeftijd legde (foto: Bronkarium)
Jeanette Swaab-Goudsmit wijst naar de eerste steen die ze op 2-jarige leeftijd legde (foto: Bronkarium)

Jeanette kreeg verkering met de kelner Antoine Swaab, een zoon van Aäron Meijer Swaab en Joli Wery, die ook hun geld verdienden als circusartiesten, zoals ik al verschillende malen heb verteld. Antoine werd in Leeuwarden geboren op 26 maart 1884. Hij was een broer van de acht jaar oudere Betje Swaab (1876-1944), die trouwde met Theodorus Hendrikus (Ome Dirk). Welling (1879-1958), een broer van mijn grootvader.

Antoine Swaab en Jeanette Goudsmit (foto: Bronkarium)
Antoine Swaab en Jeanette Goudsmit (foto: Bronkarium)

In zijn historische roman “Het Geheim van Carré” beschreef David Bronkhorst (geb. 1973) het levensverhaal van zijn over-, over-, over- grootvader Isaac Simon Schuitenvoerder. In een bepaalde passage verhaalde Bronkhorst over de eerste ontmoeting in 1909 van Jeanette Goudsmid en haar verloofde Antoine Swaab, die een slungelig figuur had, met haar aangeschoten grootvader Isaac Simon Schuitenvoerder, die ze kwamen ophalen van de boot:

“Hij zette zijn koffer neer en kuste haar op haar wang. Ze weerde hem in ieder geval niet af. Over haar schouder zag hij de jonge man staan, met aan de lijn een Duitse herder.
Jeanette gebaarde met haar hoofd: “Antoine Swaab, mijn verloofde”. Isaac schudde hem de hand. Swaab. Dat klonk als circus.
Hij vond het wel komisch, dat zijn kleindochter die het circus zo haatte, zich verloofd had met een circustelg. “Familie van Simon Salomon Swaab?”, vroeg hij. “Die man die ooit klinkers met zijn blote vuisten kapotsloeg? The strong man?”
Antoine knikte verlegen en aaide zijn hond die aan Isaac………..”
Uit het bovenstaande kan niet opgemaakt worden, dat Jeanette als kind werd opgevoed door haar grootvader Isaac Simon Schuitenvoerder, die toen, overigens zonder succes, een café runde naast Theater Carré aan de Amstel in Amsterdam.
Antoine Swaab was een hondenliefhebber, vooral de Duitse herder was zijn favoriete ras.

Antoine Swaab met zijn hond Castor op het Fredriksplein in Amsterdam, jaren '50 (foto: Bronkarium)
Antoine Swaab met zijn hond Castor op het Fredriksplein in Amsterdam, jaren '50 (foto: Bronkarium)
Voordat hij in het huwelijk trad, woonde en werkte Antoine als  kelner in Rotterdam (1904) en ’s Gravenhage (1906), waarheen hij later weer verhuisde. Maar op 22 mei 1918 trouwde hij in Amsterdam met Jeanette. Hun getuigen waren Isaac Berlijn en Nathan Blanes. Dat Antoine en Jeanette Joods waren blijkt uit het feit, dat hun huwelijk ook in de synagoge werd ingezegend. Op de katoeba (huwelijksakte) stond:

"Antoine ben rabbi Aharon"  en "Jeanette bat rabbi Oscar"

Ten tijde van hun huwelijk was Jeanette al zwanger en op 16 augustus 1918 werd in ’s Gravenhage hun oudste zoon Meijer geboren, die verder altijd Max werd genoemd. Over Max is mij niet veel bekend. In 1938 werd hij ingeschreven voor militaire dienst. Eind april 1942 kreeg Max een brief van het Departement van Binnenlandsche Zaken, waarin hem werd medegedeeld, dat hij geregistreerd werd als afstammeling van drie Joodse grootouders, terwijl zijn vader, volgens de Duitsers, afstamde van twee Joodse grootouders en daarom als “Mischling” niet in aanmerking kwam voor deportatie. Max is in 2008 overleden. Het lijkt erop, dat hij nooit getrouwd is.
In 1919 kregen Antoine en Jeanette in Amsterdam hun enige dochter, Theresia (Trees). Het gezin van Antoine en Jeanette woonde vanaf die tijd in de hoofdstad. Trees trouwde met Abraham Brockhorst en overleed in 2007. Trees en Bram kregen drie kinderen, twee dochters en een zoon, die hun oma, Jeanette Goudsmit, de “Blauwe Oma” noemden.
Na Trees kwam op 12 mei 1922 zoon Oscar ter wereld. Over hem in een van de volgende Genealogische blogs veel meer.

De kinderen van Antoine en Jeanette in 1935 (foto: Bronkarium)
De kinderen van Antoine en Jeanette in 1935 (foto: Bronkarium)

Jules van 15 augustus 1923 was het jongste kind van blauwe oma en Antoine. Samen met zijn vader werd Jules op Oudejaarsdag 1942 ’s morgens om 8.35 uur door de Amsterdamse politie opgebracht naar het bureau op verdenking van ontvreemding van meubels uit het pand Nieuwe Achtergracht 148 huis in Amsterdam. Het betrof de ontvreemding van twee fauteuils en vier stoelen, afkomstig uit een door Joden verlaten woning. Toen Antoine en Jules, die toen in de Utrechtsche Dwarsstraat op nr. 120 1 hoog woonden, de meubels terugbrachten, konden ze naar huis terugkeren.

Het politierapport van 31 december 1942 (detail)
Het politierapport van 31 december 1942 (detail)


Instrumentmaker Jules kon daarna slechts korte tijd van zijn vrijheid genieten. Kort daarna pakten de Duitsers hem op en ging hij op transport naar Westerbork. Vandaar werd hij met het 6e transport afgevoerd naar Sobibor, waar hij op 6 april 1943 werd vergast. Jules is daarmee de enige uit deze tak van de familie Swaab, de nakomelingen van Aäron Meijer Swaab en Joli Wery , die in de oorlog omkwam.
Antoine was 83 jaar oud, toen hij op 22 juli 1967 in Amsterdam overleed. Vier dagen later werd hij begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in graf 72-D121. Jeanette bereikte de respectabele leeftijd van 100 jaar. Aan haar leven kwam op 9 augustus 1992 een einde.


Tiel, 1 augustus 2019





Geen opmerkingen:

Een reactie posten