Fotografen
Tegenwoordig is het voor iedereen
een fluitje van een cent om een foto te maken. We hebben allemaal een
smartphone met ingebouwde camera. Dagelijks worden er miljarden foto’s gemaakt.
Dat kost bijna geen geld. Een zelfportret maken is ongemeen populair. Reisbureaus
organiseren zelfs selfietrips die in korte tijd veel landen aandoen. De
bedoeling is dan, dat je in elk land een selfie maakt, zodat je kunt laten zien
dat je daar geweest bent.
Voor een portret van jezelf of je
verwanten moest je in vroeger dagen, vaak voor veel geld, een portretschilder
inhuren. Sommige schilders, zoals Rembrandt en Van Gogh, waren ook meesters in
het maken van selfies, al heetten die toen nog zelfportretten.
Toen in de loop van de 19e
eeuw de fotografie populair werd, zagen velen het zogenaamde gat in de markt.
Ze trokken rond van jaarmarkt naar jaarmarkt of met de jaarlijkse kermis mee
van stad naar stad en ze boden aan een beeld met “volmaakte gelijkenis” te
maken van wie er maar voor wilde betalen om voor de lens te staan. Aanvankelijk
gebruikte de rondtrekkende fotografen het procedé van daguerreotypie om hun
foto’s te maken. Omdat daguerreotypie een zeer kostbaar procedé was, kwam later
de techniek van de calotype
meer in zwang en vervolgens het werken met een negatief, waarna de rolfilm zo
populair werd, dat fotograferen voor elke beurs betaalbaar was. Tegenwoordig
maken we alleen nog elektronisch plaatje van van alles en nog wat.
Zo’n rondtrekkende fotograaf was
Joseph Swaab, die op 28 maart 1874 werd geboren in Utrecht. Joseph was binnen
de familie Swaab bepaald niet de enige die zo zijn brood verdiende.
Waarschijnlijk was zijn grote voorbeeld zijn oom Jozeph van 1837, die Prins Hendrik
(1820-1879) tot zijn klantenkring mocht rekenen. Net als hun familieleden, die
bij het circus werkten, trokken de fotografen in de familie Swaab in de 19e
en het begin van de 20ste
eeuw vaak rond met een woonwagen.
Advertentie van
Jozeph Swaab in Gooi- en Eemlander 1873
|
Niet alleen in zijn advertenties
in verschillende kranten liet oom Jozeph vol trots weten, dat Prins Hendrik, de
derde zoon van Koning
Willem II, een klant van hem was. Hij drukte dat ook op de achterzijde van
de vele cartes de visite, die hij gemaakt heeft. Zijn advertenties vallen
verder op door de uitvoerige informatie over de door hem gehanteerde prijzen. Toen
hij in Tilburg werkte kon zijn clientèle uitsluitend op zaterdag, zondag en
maandag bij hem terecht voor albumportretten op carte de visite-formaat. Hij
prees zijn werk aan met:
“in alle standen, welgelijkend,
standhoudend en zeer net afgewerkt.”
Hij verkocht aan het grote
publiek portretten van beroemdheden. Zo bood hij in 1877 een portret aan van de Mgr. J. Zwijsen
(1794-1877), de aartsbisschop van ’s Hertogenbosch. Werk van Jozeph behoort tot
de collectie van het Rijksmuseum.
Welgelijkende
fotografie-portretten
|
Jozeph Salomon Swaab werd op 10
november 1839 in Zutphen geboren. Hij was een van de zeven kinderen van muzikant
en kermisreiziger Salomon Jacob Swaab (1796-1877) en Sara Benedictus
Italiaander (1802-1877). Zijn twee jaar oudere broer was Jacob Salomon Swaab,
de vader van Joseph van 1874, die ook fotograaf was en vooral in het oosten en
noorden van het land werkte. Ook zijn broer Abraham van 1834 was fotograaf.
Jozeph trouwde in 1877 in ’s
Hertogenbosch met Melanie Celina Hoffman van 7 april 1856. Het stel kreeg acht
kinderen van wie er vier in concentratiekamp Sobibor werden vermoord. Een dochter
overleed al na twee maanden. Een zoon en een dochter overleden tijdens de
oorlog. Alleen zoon Haskel overleefde de oorlog. Jozeph zelf overleed in 1915 in Amsterdam en
Melanie in 1938.
Het is soms moeilijk het werk,
zeker wanneer dat ongedateerd is, van oom Jozeph te onderscheiden van dat van
zijn gelijknamige neef.
Advertentie van
Joseph Swaab in Gooi- en Eemlander 1906
|
De Amsterdamse
Raamgracht was de uitvalsbasis van Joseph, wiens ouders Jacob Salomon Swaab
(1837-1920), zelf ook fotograaf, en Maria Kruijer (1849-1919) waren. Verder
heeft hij gewerkt in Muiden, Naarden, Utrecht, Zeist, Nijmegen, Doetinchem,
Rhenen, Leersum, Ede, Laren en Baarn. In verschillende plaatsen huurde hij
ruimte in een plaatselijk café om zijn werk te doen. Later had hij zijn eigen
woonwagen, waarmee hij rondtrok. Net als zijn collega-familieleden hield hij
zich voornamelijk met portretfotografie bezig. Vooral het formaat van de carte de visite was
destijds erg populair. De carte de visite had het formaat van 6x8,5 cm en
diende meestal voor privégrbuik. Vaak drukte de fotograaf op de achterzijde van
de carte de visite zijn eigen adresgegevens. Joseph leverde uiteraard ook fotowerk
in andere formaten. Hij kwam zelfs aan huis als de klant dat wilde.
Carte de visite
Man met bakkebaarden
|
Op 9 oktober 1901 trad Joseph in
Amsterdam in het huwelijk met Marianne Ketellapper. Bij hun huwelijk erkenden
Joseph en Marianne hun dochter Marie, die al op 14 april 1899 in Amsterdam was
geboren. Marianne Ketellapper was een dochter van Zacharias Isaac Ketellapper
en Esperence Pachter.
Na Marie kregen Joseph en
Marianne nog zes kinderen, van wie er drie binnen een jaar overleden. Alle
andere kinderen werden tijdens de Tweede Wereld Oorlog vergast in verschillende
concentratiekampen, evenals hun moeder. Joseph zelf overleed op 26 oktober 1941
in Amsterdam. Hij werd begraven op de Joodse
Begraafplaats in Diemen.
Joodse
begraafplaats in Diemen, veld c
|
Barend Swaab was het zesde kind
van Joseph en Marianne Ketellapper. Als enige van hun kinderen kwam hij niet in
Amsterdam ter wereld, maar in Nijmegen op 6 mei 1910. Ook Barend ging aan de
slag als fotograaf. Hij trouwde voor 1932 met Susanna de Bruin die op 21
februari 1904 in Arnhem werd geboren als dochter van Nehemia de Bruin en
Sybilla Bachrach. Barend en Susanna kregen drie kinderen, van wie de jongste,
die Sebilla heette, kort na haar geboorte in 1941 al overleed. Oudste dochter
Marianne kwam in Renkum ter wereld op 6 januari 1932 en zoon Nehemia in Laren
op 28 juni 1936.
Ik neem aan, dat het gezin zowel
in Renkum als in Laren gewoond heeft, voordat het zich eind 1938 in Baarn
vestigde op Oosterstraat nr. 21. Later volgde nog een verhuizing naar de Oosterdwarsstraat
nr. 1 in de wijk, die bekend stond als “De Hei”, de meest oosterlijke buurt van
Baarn. Toen de jodenvervolging tijdens de Tweede wereldoorlog ook in Baarn
alleen maar tot elleende en verdriet leidde, was het afgelopen met het geluk in
het gezin van Barend en Susanna.
Kaart Barend
Swaab bij Afwikkelingsbureau Concentratiekampen
|
De bovenstaande kaart, die het
Afwikkelingsbureau Concentratiekampen van het Rode Kruis vanaf de oprichting op
26 november 1944 (de bevrijding van Zuid Nederland) heeft aangelegd om vermiste
gevangenen op te sporen en te identificeren, maakt op papier duidelijk welke
ellende Barend heeft moeten ondergaan. Op 11 augustus 1942 werd een
Schutzhaftbefehl tegen hem uitgevaardigd door de Duitsers. Hij kwam als
gevangene nr.1277 in concentratiekamp Amersfoort terecht. Begin oktober ging
hij op transport naar Mauthausen, waar hij op 3 oktober 1942 aankwam en
geregistreerd werd onder nummer 13264. Vier dagen later al, nl. op 7 oktober,
werd hij in Mauthausen vermoord rond de klok van 13.00 uur. De SS legde dat op
27 oktober 1942 officieel vast.
Officiële
registratie van de dood van Barend Swaab
|
Echtgenote Susanna, dochter
Marianne en zoon Nehemia werden door de Duitsers op 22 april 1943 in Vught
gevangen gezet. Ze zullen enkele dagen eerder opgepakt zijn, want in het
bevolkingsregister van Baarn staat op 7 april 1943 vermeld, dat zij niet meer
in de gemeente aanwezig waren met de aantekening:
“vertrokken,
onbekend waarheen.”
Vanuit Vught vertrokken Susanna
en haar kinderen van 11 en 6 jaar op 6 juni met het zgn. kindertransport naar
Westerbork, waar ze de 7e juni aankwamen. De volgende dag gingen
moeder en kinderen met het 15e transport meteen door naar Sobibor,
waar ze allen op 11 juni 1943 werden vergast.
Tiel, 5 februari 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten