Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 13 februari 2020

Genealogisch blog 425


Briefkaart

De Utrechtse Leentje Swaab van 6 april 1896 was een van de acht kinderen van Meijer Swaab (1877-1934) en Heintje van Leeuwen (1878-1935). Op 6 juni 1917 trad Leentje in het huwelijk met de koopman Alexander Cohen. Alexander werd geboren op 3 juli 1892 in Amsterdam. Zijn ouders waren Machiel Cohen (1854-1935) en Elisabeth Cohen (1854-1926). Alexander had nog twee broers, Isaac en Philip. Na hun trouwen betrokken Alexander en Leentje de woning aan de Utrechtse Kanaalstraat nr. 56.

Kanaalstraat 56, Utrecht, tegenwoordig
Kanaalstraat 56, Utrecht, tegenwoordig

Het zal het gezin van Alexander en Leentje in de eerste jaren van hun huwelijk voor de wind zijn gegaan. Ruim een jaar na hun huwelijk, op 15 juli 1918 kwam oudste dochter Elisabeth ter wereld in Utrecht. Zij kreeg de roepnaam Lies. Vier jaar later werd zoon Meijer geboren op 28 december 1922. Weer vijf jaar later diende het derde kind van Leentje en Alexander zich aan, dochter Heintje van 12 april 1927. De roepnaam van Heintje was Henny oif Hens. De kinderen groeiden voorspoedig op.
Dochter Lies volgde de 3-jarige HBS en ging in 1934 aan de slag als leerling-verpleegster in dienst van psychiatrisch ziekenhuis de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder. Op 1 augustus 1938 begon Lies te werken als gediplomeerd verpleegster in het Nieuw Israelitisch Ziekenhuis in Amsterdam, toen de Joodse medewerkers bij de Willem Arntsz Hoeve weg moesten. In Den Dolder leerde Lies Willy Swart kennen, die daar ook werkle. De twee vrouwen werden vriendinnen. Om niet elke dag op en naar van en naar Utrtecht te hoeven reizen betrok ze een eigen woning op het adres Nieuwe Keizersgracht 110 in Amsterdam, toen ze werkte bij het Nieuw Israelitisch Ziekenhuis ging werken. 

Kampkaart Elisabeth Cohen
Kampkaart Elisabeth Cohen

Dat Lies verpleegster was heeft haar tijdens de Tweede Wereldoorlog in het begin van de Jodenvervolging voorlopig “gered”, ze was, zoals dat heette, vanwege haar functie “gesperrt”. Ze zou niet direct niet opgepakt worden, omdat men haar in het ziekenhuis niet kon missen. Maar op een dag in 1942 werd Lies toch in Amsterdam gearresteerd en overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg, waaruit ze wist te ontsnappen. Zoon Meijer zag de bui eerder hangen en vetrok in 1939 naar Zwitserland en kwam pas na de oorlog in 1945 naar Nederland terug.
Vader Alexander Cohen was minder gelukkig. Hij werd, vermoedelijk in het najaar van 1942 door de Duitsers opgepakt en overgebracht naar werkkamp Vledder, op de grens van Drenthe en Overijssel. Hij woonde toen in Utrecht op de Lange Elisabethstraat op nummer 38.
In Kamp Vledder moesten de gevangen genomen Joodse mannen overdag graafwerkzaamheden verrichten. Onder meer voor de aanleg van de weg van Vledder naar Vledderveen. Deze weg kreeg in de volksmond de naam “Jodenweg”. Kamp Vledder was een voorportaal van concentratiekamp Westerbork, waarheen alle Joodse mannen, dus ook Alerxander Cohen, in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden overgebracht.

Joodse mannen aan het werk in Kamp Vledder
Joodse mannen aan het werk in Kamp Vledder

Veel tijd in Westerbork was Alexander niet gegund. Na veertien dagen, t.w. op 19 oktober 1942, ging hij op transport naar Auschwitz. Bij aankomst daar ging hij direct “door de schoorsteen” op 22 oktober. Hij was toen 50 jaar oud.
In 1942 werd de grond te heet onder de voeten van echtgenote Leentje Swaab en haar beide dochters Lies en Henny, omdat Lies al een keer was opgepakt door de Duitsers. De drie vrouwen doken onder bij de fotografe Truus Eweg (1880-1970), die op de Prinsengracht 825 in Amsterdam woonde. Truus Eweg bood onderdak aan meer Joodse onderduikers.
 

Truus Eweg
Truus Eweg
Enige tijd later vertrok Liesje met haar Joodse collega en vriendin Willy Swart naar Wormerveer, waar ze introkken bij de kantoorbediende Cornelius Johannes Kordes (geb. 1913) en diens vrouw Geertruida Bakker (geb. 1914) aan de Oost-Indischekade nr. 25. Willy Swart, die op 8 september 1916 in Amsterdam was geboren, volgde aanvankelijk een opleiding tot onderwijzeres. Toen ze daarin geen werk kon vinden, begon ze op 3 september 1937 als verpleegster bij de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder. Ook zij ging in Amsterdam werken bij in het Nieuw Israelitisch Ziekenhuis, toen er geen Joden meer op de Willem Arntsz Hoeve mochten werken. In Wormerveer beschikte Willy over een vals persoonbewijs met de schuilnaam Emmy Meyer, die 29 jaar zou zijn. In Oldenzaal woonde een jonge vrouw, die Emma Meijer heette. Deze Emma Meijer was kantoorbediende en werd in Auschwitz vermoord in 1943.

Willy Swart
Willy Swart
Enige tijd later vertrok Liesje met haar Joodse collega en vriendin Willy Swart naar Wormerveer, waar ze introkken bij de kantoorbediende Cornelius Johannes Kordes (geb. 1913) en diens vrouw Geertruida Bakker (geb. 1914) aan de Oost-Indischekade nr. 25. Willy Swart, die op 8 september 1916 in Amsterdam was geboren, volgde aanvankelijk een opleiding tot onderwijzeres. Toen ze daarin geen werk kon vinden, begon ze op 3 september 1937 als verpleegster bij de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder. Ook zij ging in Amsterdam werken bij in het Nieuw Israelitisch Ziekenhuis, toen er geen Joden meer op de Willem Arntsz Hoeve mochten werken. In Wormerveer beschikte Willy over een vals persoonbewijs met de schuilnaam Emmy Meyer, die 29 jaar zou zijn. In Oldenzaal woonde een jonge vrouw, die Emma Meijer heette. Deze Emma Meijer was kantoorbediende en werd in Auschwitz vermoord in 1943.
Toen Lies met haar vriendin onderdook bij de familie Kordes, vonden Leentje en haar andere dochter Henny ook in Wormerveer onderdak bij de radiomonteur Cees Stolp (geb. 1904) en diens vrouw Lies Meijns (geb. 1909) aan de Delistraat nr. 48, een bekend onderduikadres voor Joden. Na enige tijd verkasten Leentje Cohen-Swaab en haar dochter Henny naar Delistraat 51, waar ze onderdak vonden bij Dirk van Veen en diens echtgenote Gesina Hartog, schuin tegenover de woning van Cornelius Kordes. Dirk van Veen en Cornelius Kordes kenden elkaar van de Wormerveerse Geheelonthouders Toneelvereniging “Strijd en Kunst”.
Kort nadat iedereen zijn radiotoestel had moeten inleveren, hield de “Grüne” een razzia in Wormerveer om te kijken of iedereen werkelijk zijn radio had ingeleverd. De eerste woning waar de “Grüne” binnenviel was die van Cornelius Kordes.Omdat bij controle het persoonsbewijs van Willy Swart, alias Emmy Meyer, als vals werrd beoordeeld, werd zij opgepakt evenals Lies Cohen. Aan de overkant van de straat zag Henny Cohen hoe haar zus werd weggevoerd.
Via de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam kwamen Lies en Willy op 26 augustus 1943 in de strafbarak van Wersterbork terecht. Het was Willy in Amsterdam nog gelukt een briefkaart naar haar schoonzus in Soest te sturen. Ze schreef:

“Lieve Jo, Het is zover. Te laat. Misschien is er een uitweg. Meld moeder. Zeg dat ik sterk zal zijn en hoop op een spoedig weerzien. De reis naar het onbekende neemt straks een aanvang. Kusje voor allemaal. Wil.”
Op 31 augustus gingen Lies en Willy verder op transport. Naar Hannover, werd hen gezegd, daar zouden ze als verpleegster te werk worden gesteld. In werkelijkheid ging het transport van 31 augustus met 1004 gevangenen rechtstreek naar Auschwitz. 

Bord aan de trein van Westerbork naar Auschwitz
Bord aan de trein van Westerbork naar Auschwitz

Vlak na het vertrek uit Westerbork lukte het Lies een briefkaart voor haar broer Meijer in Zwitserland uit de trein te gooien. Iemand heeft de kaart gevonden en die op dezelfde dag nog op de post gedaan. Lies schreef aan haar broer:

“Lieve jongen, Vanuit de trein een groet. Ik reis naar D(uitsland), weet niet wanneer ik weer kan schrijven. Schrijf oom Dirk geregeld. Leentje en Henny maken het goed. Als er ooit iets is, zorg goed voor hen. Ik hoop je geregeld te kunnen schrijven. Misschien zie ik papa. Houd je taai. Wij houden ons puik. Veel liefs. Lies.”
Natuurlijk kwamen Lies en Willy nooit in Hannover terecht, maar in Auschwitz, waar ze op 3 september 1943, direct na aankomst, werden vergast.
Leentje Cohen-Swaab en haar dochter Henny overleefden de oorlog. Leentje Cohen-Swaab bleef na de oorlog in Amsterdam wonen, waar ze op 11 november 1989 overleed op 93-jarige leeftijd. Na de oorlog emigreerde Henny naar Israél, waar ze in 1951 trouwde met de Hongaar Paul Bergida. Heintje overleed in Jerusalem in 2006. Haar broer Meijer stierf in Voorst in 2013.
Lies Cohen wordt herdacht op een gedenkteken in Den Dolder..

Tiel, 13 februari 2020





Geen opmerkingen:

Een reactie posten