Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 10 februari 2020

Genealogisch blog 424


Huzaar

In de persoon van Petrus Adrianus Cornelis Mari (Petrus) van Haeften, die op 1 februari 1870 in Groningen werd geboren, kwamen twee ambities duidelijk samen. Hij wilde zowel een militaire carrière najagen als zijn passie voor de paardensport uitoefenen. Het logische gevolg was, dat Petrus zich al vroeg meldde voor militaire dienst bij de cavalerie. Zo kon hij van zijn hobby zijn beroep maken.
Petrus was de oudste zoon van belastingcontroleur Jacob Leonard Alexander (Jacob) van Haeften (1831-1912) en Agatha Anna (Agatha) Koolhaas.Voordat Petrus werd geboren, baarde Agatha een doodgeboren zoon. Petrus had twee zussen, Anna Wilhelmina Henriëtte (1872-1960) en Louise Franciska (1873-1946) en een jongere broer, die Jacob Leonard Anne (1880-1963) heette.

Geboorteadvertentie P.A.C.M. van Haeften, 1870
Geboorteadvertentie P.A.C.M. van Haeften, 1870

De militaire carrière van Petrus omvatte de periode van 1887 tot 1913. In september 1887 begon hij in Breda aan de Koninkliojke Militaire Academie (KMA) als kadet van de cavalerie, nadat hij geslaagd was voor het betreffende toelatingsexamen.
Zijn opleiding duurde zes jaar en eindigde met zijn aanstelling bij het 2e regiment Huzaren in Roermond in de rang van 2e luitenant, nadat hij eerst met zijn escadron een tijd in Venlo was gelegerd. In Venlo werden in augustus 1894 tussen de officieren van het 2e regiment Huzaren met hun paarden wedstrijden gehouden, de zgn.”Gymkhana-Races”. In een eierenren met keerpunt legde Petrus beslag op de tweede prijs.

2e Regiment Cavalerie in Roermond
2e Regiment Cavalerie in Roermond

In 1894 was Petrus eigenaar van het renpaard Lady, waarmee hij deelnam aan wedstrijden. In oktober van dat jaar nam Lady deel aan een wedren zonder hindernissen over 1500 meter. Bereden door collega luitenant Loopuit, behaalde het paard de tweede prijs. Vermoedelijk was Petrus zelf te zwaar om met het paard een goed resultaat neer te zetten.
Inmiddels was Petrus overgeplaatst naar ’s Hertogenbosch, van waaruit hij in maart 1895 weer naar Roemond terugkeerde. Daar was het 2e Regiment Huzaren gelegerd in de oude Kloosterkazerne.
In april 1897 volgde voor Petrus een detachering bij de Normaal Schietschool in ’s Gravenhage, die in 1855 was opgericht door Koning Willem III. De school was in het leven geroepen ter voorbereiding van de komende invoering van nieuwe getrokken vuurwapens bij de infanterie en had tot doel:

 " de oefening met die getrokken vuurwapenen bij de corpsen op een eenparigen voet te doen plaats hebben om de kennis dier vuurwapenen in het algemeen op een grondige en stelselmatige wijze bij de verschillende korpsen van het leger te verspreiden en aan te kweken". 
De opleiding was bestemd voor officieren en onderofficieren die hun opgedane praktische en theoretische kennis weer op de korpsen zouden moeten overbrengen. De detachering van Petrus eindigde op 15 juli 1898 met zijn terugkeer naar zijn korps in Roermond.
Petrus was lid van de Militaire Spoprtvereniging en schreef zich in voor een afstandrit op 21, 22 en 23 mei 1900. Ongeveer tegelijkertijd volgde zijn bevordering tot 1e luitenant. In die hoedanigheid zou hij later dat jaar bij het KNIL in Ned.-Indië worden gedetacheerd. Op 24 november 1900 vertrok Petrus vanuit Rotterdam aan boord van dubbelschroef stoomschip “Sindoro” naar Indië voor een periode van vijf jaar. De kapitein van het schip was E.W. Sikemeijer.

S.S. Sindoro, foto KRL Museum
S.S. Sindoro, foto KRL Museum

Na die  vijf jaar keerde Petrus, met toestemming van zijn superieuren, terug uit Indië wegens ziekte. Volgens een dienstorder moest hij vanuit Padang voor of op 18 januari 1905 naar Europa terugkeren. Volgens de krant “Nieuws van de Dag” ging hij op 5 januari 1905 aan boord van ss “Koninging Regentes”. Het schip meerde op 30 januari aan in Genua waar Petrus van boord ging met een aantal andere passagiers. Hoe Petrus van Genua naar Deventer is gekomen is mij niet bekend.
Terug in het vaderland werd Petrus als 1ste luitenant ingedeeld bij het 1ste Regiment Huzaren in Deventer. Op 1 oktober 1908 kreeg hij het bevel over een detachement van het 4e Regiment Huzaren, dat paardrijles moest gaan geven aan de officieren en manschappen van het tweede studiejaar aan de hoofdcursus van de huzaren in Kampen. Op 31 maart 1909 keerde hij weer terug naar de kazerne in Deventer om kort daarna zich weer aan te sluiten bij zijn regiment in Venlo. Ook daar verbleef hij maar kort, want het jaar daarop maakte hij weer deel uit van 4e Regiment in Roermond. Hij was inmiddels bevorderd tot ritmeester of kapitein.
 

Ritmeester bij de huzaren
Ritmeester bij de huzaren
In 1912 kwam Petrus vanuit Ede, waarheen hij weer eens was overgeplaatst en waar hij ook woonde, weer in ’s Gravenhage terecht bij het 4e eskadron van het 3e Regiment van de Huzaren. In mei van dat jaar behoorde hij, met goed gevolg, tot de deelnemers van de Friese Elfstedentocht per fiets. Eerder was hij in 7,5 dagen naar Wenen gefietst en had hij binnen een etmaal op zijn fiets 315 km. afgelegd. Zijn fysieke conditie was dus goed.
Het jaar 1913 was een waarlijk rampjaar voor Petrus. Per Koninklijk Besluit werd hem per 15 november eervol ontslag uit de dienst verleend in zake lichaamsgebreken met toekenning van een pensioen. Met wat voor lichaamsgebreken hij te kampen had, is nergens beschreven. Nog geen trwee weken later verklaarde de rechtbank in Arnhem hem failliet en stelde mr. M.J. Wolff aan als zijn curator.
Petrus was nog maar 43 jaar oud, toen zijn militaire carrière ten einde kwam. Vrijwel tegelijk ging hij failliet. Tot dat moment is zijn leven redelijk goed gedocumenteerd, met name in kranten. Over de laatste 40 jaar van zijn leven is niets gedocumenteerd. Het laatste wat mij bekend is over hem, is het feit dat hij op 83-jarige leeftijd op 4 juni 1953 overleed in Vallenar in Chili.
Wat deed Petrus de laatste veertig jaar van zijn leven? Hoe is hij in Chili terecht gekomen en waarom? Ik ken de antwoorden niet en het is zinloos daarover te speculeren. Hopelijk kan een lezer antwoorden geven op de gestelde vragen.

Tiel, 10 februari 2020



Geen opmerkingen:

Een reactie posten