Gijsbert van Haeften
Gijsbert was een van de zonen van
Otto van Haeften (1365-1430). Het is de vraag of de echtgenote van vader Otto,
t.w. Adelissa van Herwijnen (1375-1451) de moeder was van Gijsbert. Naast zo’n
twaalf kinderen, verwekt bij Adelissa, had Otto nog enkele bastaard kinderen.
Daarover zijn alle genealogen het eens. Dat Gijsbert tot de bastaardkinderen
van Otto behoorde staat maar in een bron vermeld, en wel in de Schattingslijst
(belasting) van de Tielerwaard van 1434. In die Schattingslijst werd Gijsbert
een bastaard genoemd en aangeslagen voor 6 schild voor zijn bezittingen in
Gameren en voor 6 schild voor zijn bezittingen in Rhenoij. Het bewijs, dat
Gijsbert een bastaard zou zijn is erg dun met die ene bron. Hij lijkt meer voor
de hand te liggen, dat Gijsbert een natuurlijke zoon van Otto van Haeften en
Adelissa van Herwijnen was.
Gijsbert van
Haeften x Ermgard van Cuyck van Meteren
|
Ik ga in het vervolg ervan uit,
dat Gijsbert werkelijk een natuurlijke zoon was van Otto en Adelissa. Hij werd
vóór 1413 geboren. Een genealogie van de familie Van Haeften uit 1841 gaf aan,
dat Gijsbert zijn eerste huwelijk sloot met Johanna van Asperen van Vuren. Dit
is echter onjuist. Johanna van Asperen van Vuren was getrouwd met Gijsbert van
Haeften van Rhenoij, de zoon van Nicolaes van Haeften van Rhenoij, die in 1420
trouwde met Johanna van Brakel.
Onze Gijsbert, de zoon van Otto
en Adelissa, trad in het huwelijk met Ermgard van Cuyck van Meteren, die ook
Anna werd genoemd, op 14 februari 1450. Ermgard was een dochter van Jan van
Tyell en Elisabeth van Cuyck.
Huis Meteren
|
Gijsbert en Ermgard waren ouders
van acht kinderen, vijf dochters en drie zonen. Oudste dochter Agnes trouwde
met Gerrit van Rhijn en ging in het Utrechtse wonen. De oudste twee zonen,
Willem en Gijsbert overleden beiden op jonge leeftijd. Tweede dochter Elisabeth
trad in het huwelijk met Jan van Hilsveld. Jan moet in 1499 zijn overleden,
want in dat jaar werd Elisabeth weduwe genoemd. Ook de volgende twee kinderen,
dochter Catharina en zoon Johan, overleden op jonge leeftijd.
Dochter Otte of Ottelina kwam in
1450 ter wereld. Bij haar geboorte werd expliciet vermeld:
“Ex matre
Ermgard van Cuyck van Meteren.”
Otte erfde in 1474 van haar vader
zes morgen land, genaamd De Negenakker in de kerspel Hellouw. Een paar jaar
later deed ze De Negenakker over aan haar zoon Arnt van Hemert. Otte trouwde
voor de eerste keer met Willem van Tuyl van Bulckestein en
daarna met Dirck van Hemert.
Margaretha van 1455 was het
jongste kind van Gijsbert en Ermgard. Haar geboorte werd aangegeven met:
“Toe
Joedesteijn ux Ermgard van Cuyck van Meteren.”
Daaruit valt op te maken, dat
haar ouders het goed Joedesteijn in Hellouw in bezit hadden. Vader Gijsbert was
Heer van Joedesteijn. Margaretha huwde rond 1480 met Olivier de Glimmer van
Rijswijck toe Boxtel, een zoon van Arnoldus van Rijswijck en Elisabeth van
Brakel. Olivier was Heer van Boxtel. Het is niet bekend wanneer Margaretha is
gestorven.
Hellouw, de verm.
plek van Huis Joedesteijn
|
Het huis/goed Joedesteijn of
Jeudesteijn werd in de leenregisters van Haaften en Asperen als volgt
omschreven:
“Een Huis en
Hofstadt, Hoog-huis en Bouwhuis met boomgaart en timmeringe daar op, met de
hofstadt daar neffens, gelegen in den gerichte van Hellouw strekkende van de
gemeijne strate ten Zuiden tot de Korengraaf toe.”
Het huis dankte
zijn naam aan Arnout de Jeude, die op 26 maart 1430 met het huis werd beleend.
Daana kwam het in handen van de families Van Haeften, Van Brederode en Van der
Lippe, families die behoorden tot de hoge adel in de Tielerwaard. In de zeer
strenge winter van 1709, toen het huis al lang niet meer in adellijke handen
was, verdween het compleet van de kaart bij een dijkdoorbraak van de Waal.
Dominee Alardus Tiele noteerde daarover:
“Maar de
vertoning is nergens verschrikkelyker geweest dan tot Hellouw; met wat een
geruis van krakend ys, en gedruis van watergolven stortte het hooge water in de
laagte? Het verscheurde den dyk, en maakte een yzelyke opening van ontrent
tussen de 60 en 70 roeden, daar liep nu het water met woedend gedruis, en
blikkende golven over alles henen, en kon nergens gestut worden: het maakte een
gedruis als of’er duizenden van rennende wagens wierden gehoord, welkers geluid
men byna meer dan twee uuren verre in den beginne hooren kon (...): alles wat
het water en ys in den weg stond, scheurde, brak, boog, moest wyken, of wierd
uit de aarde geworpen en neergeveld.”
Gijsbert werd in
1440 beleend met Joedesteijn en de bijbehorende 6½ morgen land. Hij werd de
eigenaar door overdracht van Gerrit Johansz van Beesd. De gronden droeg
Gijsbert in 1447 over aan zijn dochter Otte en haar man Willem van Tuyl van
Bulckestein. Gijsbert was een van de ridders die in 1442 een verbond sloten met
hertog Arnold van Gelre en de steden Nijmegen, Arnhem en Zutphen. Daardoor
ontstond er samenwerking tegen de Bourgondiërs tussen de ridders, de steden en
de hertog. In 1447 was Gijsbert, net als veel andere ridders, het niet eens met
de manier waarop die van Driel omgingen met hun tol op de Maas. Toen de hertog
met ruiters naar Driel optrok en de tol verplaatste naar Hedel betekende dat
het einde van het verbond van 1442, omdat Nijmegen die van Driel te hulp
schoot.
De Linge bij
Rhenoij
|
Zoals destijds te doen
gebruikelijk in de familie Van Haeften, handelde ook Gijsbert zeer actief op de
onroerendgoedmarkt. In 1430 al was hij beleend met het Huis in Rhenoij en met
50 morgen land in de kerspel Roemde (Rumpt), de molen en het veer over de Linge,
die hij in 1456 beloofde schoon te houden voor de scheepvaart. In 1440 verwierf
hij bezittingen in Haaften. Hij was eigenaar, zoals gezegd van De Negenakker.
In 1472 verkreeg hij zelfs een hofstede in Boxmeer door overdracht van
Margaretha van Vuren.
Gijsbert vergrootte niet alleen
zijn bezittingen, hij verkocht ook. In 1457 verkocht hij aan heer Aernt van
Herlaer een stuk land ter grootte van 5 morgen en 1 hond. Twee jaar later
kwamen de twee de verkoop overeen van een huis en hofstad in Hellouw. In 1473
beleende Margaretha van Vuren, van wie hij de hulder (zaakwaarnemer) was, Gijsbert
met tienden en smalle tienden in Enspijk.
Naast zijn handel in onroerend
goed oefende Gijsbert nog verschillende functies uit. Van 1444-1454 en van
1462-1483 was hij schepen in de Bank van Deil. Hij was raad van Zaltbommel in
1447 en raad van de Tielerwaard. Tenslotte is van hem bekend, dat hij in 1473
schepen van Tuil was.
Uit de beschikbare bronnen is op
te maken, dat Gijsbert voor 1484 overleden moet zijn. Wanneer zijn echtgenote
Ermgard van Cuyck van Meteren is overleden is niet bekend.
Tiel, 4 juni 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten