Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 4 juni 2020

Genealogisch blog 455


Gijsbert van Haeften

Gijsbert was een van de zonen van Otto van Haeften (1365-1430). Het is de vraag of de echtgenote van vader Otto, t.w. Adelissa van Herwijnen (1375-1451) de moeder was van Gijsbert. Naast zo’n twaalf kinderen, verwekt bij Adelissa, had Otto nog enkele bastaard kinderen. Daarover zijn alle genealogen het eens. Dat Gijsbert tot de bastaardkinderen van Otto behoorde staat maar in een bron vermeld, en wel in de Schattingslijst (belasting) van de Tielerwaard van 1434. In die Schattingslijst werd Gijsbert een bastaard genoemd en aangeslagen voor 6 schild voor zijn bezittingen in Gameren en voor 6 schild voor zijn bezittingen in Rhenoij. Het bewijs, dat Gijsbert een bastaard zou zijn is erg dun met die ene bron. Hij lijkt meer voor de hand te liggen, dat Gijsbert een natuurlijke zoon van Otto van Haeften en Adelissa van Herwijnen was.

Gijsbert van Haeften x Ermgard van Cuyck van Meteren
Gijsbert van Haeften x Ermgard van Cuyck van Meteren
Ik ga in het vervolg ervan uit, dat Gijsbert werkelijk een natuurlijke zoon was van Otto en Adelissa. Hij werd vóór 1413 geboren. Een genealogie van de familie Van Haeften uit 1841 gaf aan, dat Gijsbert zijn eerste huwelijk sloot met Johanna van Asperen van Vuren. Dit is echter onjuist. Johanna van Asperen van Vuren was getrouwd met Gijsbert van Haeften van Rhenoij, de zoon van Nicolaes van Haeften van Rhenoij, die in 1420 trouwde met Johanna van Brakel.
Onze Gijsbert, de zoon van Otto en Adelissa, trad in het huwelijk met Ermgard van Cuyck van Meteren, die ook Anna werd genoemd, op 14 februari 1450. Ermgard was een dochter van Jan van Tyell en Elisabeth van Cuyck. 

Huis Meteren
Huis Meteren
Gijsbert en Ermgard waren ouders van acht kinderen, vijf dochters en drie zonen. Oudste dochter Agnes trouwde met Gerrit van Rhijn en ging in het Utrechtse wonen. De oudste twee zonen, Willem en Gijsbert overleden beiden op jonge leeftijd. Tweede dochter Elisabeth trad in het huwelijk met Jan van Hilsveld. Jan moet in 1499 zijn overleden, want in dat jaar werd Elisabeth weduwe genoemd. Ook de volgende twee kinderen, dochter Catharina en zoon Johan, overleden op jonge leeftijd.
Dochter Otte of Ottelina kwam in 1450 ter wereld. Bij haar geboorte werd expliciet vermeld:

“Ex matre Ermgard van Cuyck van Meteren.”

Otte erfde in 1474 van haar vader zes morgen land, genaamd De Negenakker in de kerspel Hellouw. Een paar jaar later deed ze De Negenakker over aan haar zoon Arnt van Hemert. Otte trouwde voor de eerste keer met Willem van Tuyl van Bulckestein en daarna met Dirck van Hemert.
Margaretha van 1455 was het jongste kind van Gijsbert en Ermgard. Haar geboorte werd aangegeven met: 

“Toe Joedesteijn ux Ermgard van Cuyck van Meteren.”  

Daaruit valt op te maken, dat haar ouders het goed Joedesteijn in Hellouw in bezit hadden. Vader Gijsbert was Heer van Joedesteijn. Margaretha huwde rond 1480 met Olivier de Glimmer van Rijswijck toe Boxtel, een zoon van Arnoldus van Rijswijck en Elisabeth van Brakel. Olivier was Heer van Boxtel. Het is niet bekend wanneer Margaretha is gestorven.

Hellouw, de verm. plek van Huis Joedesteijn
Hellouw, de verm. plek van Huis Joedesteijn
Het huis/goed Joedesteijn of Jeudesteijn werd in de leenregisters van Haaften en Asperen als volgt omschreven:

“Een Huis en Hofstadt, Hoog-huis en Bouwhuis met boomgaart en timmeringe daar op, met de hofstadt daar neffens, gelegen in den gerichte van Hellouw strekkende van de gemeijne strate ten Zuiden tot de Korengraaf toe.”
Het huis dankte zijn naam aan Arnout de Jeude, die op 26 maart 1430 met het huis werd beleend. Daana kwam het in handen van de families Van Haeften, Van Brederode en Van der Lippe, families die behoorden tot de hoge adel in de Tielerwaard. In de zeer strenge winter van 1709, toen het huis al lang niet meer in adellijke handen was, verdween het compleet van de kaart bij een dijkdoorbraak van de Waal. Dominee Alardus Tiele noteerde daarover: 

“Maar de vertoning is nergens verschrikkelyker geweest dan tot Hellouw; met wat een geruis van krakend ys, en gedruis van watergolven stortte het hooge water in de laagte? Het verscheurde den dyk, en maakte een yzelyke opening van ontrent tussen de 60 en 70 roeden, daar liep nu het water met woedend gedruis, en blikkende golven over alles henen, en kon nergens gestut worden: het maakte een gedruis als of’er duizenden van rennende wagens wierden gehoord, welkers geluid men byna meer dan twee uuren verre in den beginne hooren kon (...): alles wat het water en ys in den weg stond, scheurde, brak, boog, moest wyken, of wierd uit de aarde geworpen en neergeveld.”
Gijsbert werd in 1440 beleend met Joedesteijn en de bijbehorende 6½ morgen land. Hij werd de eigenaar door overdracht van Gerrit Johansz van Beesd. De gronden droeg Gijsbert in 1447 over aan zijn dochter Otte en haar man Willem van Tuyl van Bulckestein. Gijsbert was een van de ridders die in 1442 een verbond sloten met hertog Arnold van Gelre en de steden Nijmegen, Arnhem en Zutphen. Daardoor ontstond er samenwerking tegen de Bourgondiërs tussen de ridders, de steden en de hertog. In 1447 was Gijsbert, net als veel andere ridders, het niet eens met de manier waarop die van Driel omgingen met hun tol op de Maas. Toen de hertog met ruiters naar Driel optrok en de tol verplaatste naar Hedel betekende dat het einde van het verbond van 1442, omdat Nijmegen die van Driel te hulp schoot.

De Linge bij Rhenoij
De Linge bij Rhenoij
Zoals destijds te doen gebruikelijk in de familie Van Haeften, handelde ook Gijsbert zeer actief op de onroerendgoedmarkt. In 1430 al was hij beleend met het Huis in Rhenoij en met 50 morgen land in de kerspel Roemde (Rumpt), de molen en het veer over de Linge, die hij in 1456 beloofde schoon te houden voor de scheepvaart. In 1440 verwierf hij bezittingen in Haaften. Hij was eigenaar, zoals gezegd van De Negenakker. In 1472 verkreeg hij zelfs een hofstede in Boxmeer door overdracht van Margaretha van Vuren.
Gijsbert vergrootte niet alleen zijn bezittingen, hij verkocht ook. In 1457 verkocht hij aan heer Aernt van Herlaer een stuk land ter grootte van 5 morgen en 1 hond. Twee jaar later kwamen de twee de verkoop overeen van een huis en hofstad in Hellouw. In 1473 beleende Margaretha van Vuren, van wie hij de hulder (zaakwaarnemer) was, Gijsbert met tienden en smalle tienden in Enspijk.
Naast zijn handel in onroerend goed oefende Gijsbert nog verschillende functies uit. Van 1444-1454 en van 1462-1483 was hij schepen in de Bank van Deil. Hij was raad van Zaltbommel in 1447 en raad van de Tielerwaard. Tenslotte is van hem bekend, dat hij in 1473 schepen van Tuil was.
Uit de beschikbare bronnen is op te maken, dat Gijsbert voor 1484 overleden moet zijn. Wanneer zijn echtgenote Ermgard van Cuyck van Meteren is overleden is niet bekend.


Tiel, 4 juni 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten