Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 17 augustus 2017

Genealogisch blog 217



Mijn overgrootvader

Voor de trouwe lezer van mijn blog zal de naam van mijn overgrootvader geen onbekende zijn. Ik heb die al in verschillende verhalen genoemd. Mijn overgrootvader was Adrianus Leonardus Welling, de oudste van de 15 kinderen van Jacobus Welling (1824-1893). Zijn moeder was Geertruida Hendrika van Munster, bij wie Jacobus vijf kinderen verwekte. Vrijwel direct na haar overlijden in 1861 hertrouwde Jacobus met Hendrina Steenbeek. Dit paar kreeg nog eens tien kinderen.
Mijn overgrootvader werd op 12 januari 1850 in Amersfoort geboren. Vader Jacobus deed, in het bijzijn van de getuigen Willem van der Horst en Jan Piek, twee dagen later aangifte op het gemeentehuis. 

 Adrianus Leonardus Welling 1850

Geboorteakte Adrianus Leonardus Welling

Nog dezelfde 12e januari is de kleine Adrianus Leonardus gedoopt, waarbij hij door zijn grootmoeder Wilhelmina van Munster ten doop werd gehouden. Volgens het uittreksel uit 1942 uit het doopregister van de St. Franciscus Xaveriusparochie (Het Zand) werd de kleine Adrianus Leonardus in die kerk gedoopt. Op zich logisch, want de tak van de familie Welling waartoe Adrianus Leonardus behoorde kerkte bijna in zijn geheel op Het Zand. Toch heb ik enige bedenkingen, omdat mijn overgrootvader, blijkens het bidprentje bij zijn overlijden zijn  hele leven lang kerkte in de andere parochiekerk van Amersfoort, nl. O.L.V. Hemelvaart ofwel de Kromme Elleboog. Welke roepnaam mijn overgrootvader kreeg is mij niet bekend, maar ik veronderstel, dat het iets als “Adriaan” geweest moet zijn, omdat hij in de plaatselijke kranten een paar keer A. Welling genoemd werd.

Adrianus Leonardus Welling

Uittreksel uit het doopregister

Ik weet niets over de jonge jaren van mijn overgrootvader. Het eerste feit, dat over hem bekend is, dateerde van de periode  1850-1860, toen hij, volgens het Bevolkingsregister, nog bij zijn ouders woonde op de Utrechtsestraat nr. 91b van Wijk E in Amersfoort.
Adrianus Leonardus trouwde, 24 jaar oud, op 3 juni 1874 in Amersfoort met Margaretha Catharina (Grietje) de Greef, die 25 jaar oud was. Het paar was op 24 mei 1874 daaraan vooraf gaand in ondertrouw gegaan. Bij hun burgerlijk huwelijk waren de getuigen Willem Putman (geb. 1809), Johannes (Jan) van der Geld (geb. 1835), Wilhelmus Johannes de Greef (1845-1921), een broer van de bruid en Engelbertus Jacobus de Greef (geb. 1847), eveneens een broer van de bruid.
Grietje is geboren op 30 oktober 1848 om 15:30 in Amersfoort. Zij was een van de negen kinderen van Johannes de Greef en Kornelia Katharina van de Beek. Van haar geboorte deed haar vader aangifte op 31 oktober 1848. Zij is gedoopt op 30 oktober 1848 in Amersfoort. Daarbij waren Jurrie van Rooijen en Margaretha Rutlers haar peter en meter. 

Uittreksel uit het Geboorteregister van Margaretha Catharina de Greef

Uittreksel uit het Geboorteregister van Margaretha Catharina de Greef

Een jaar na hun huwelijk werd het eerste kind van mijn overgrootouders geboren, een zoon, genaamd Jacobus Johannes, kortweg Ko. Er zouden in de jaren tot 1892 nog tien kinderen volgen. Uit het Bevolkingsregister 1860-1915 van Amersfoort valt op te maken, dat Adrianus Leonardus en Grietje met hun kinderen in de Krommestraat op nr. 43 woonden, waar mijn overgrootvader een winkel had als kleermaker. Omdat het in de kleermakerij kennelijk niet zo goed ging, besloot Adrianus Leonardus later rookwaren en drank te gaan verkopen. Hij kreeg daarvoor op 17 december 1881 toestemming van de Gemeente Amersfoort.

Adrianus Leonardus Welling

Advertentie in de Nieuwe Amersfoortsche Courant, 1881

Vanaf 1876 tot aan zijn dood is Adrianus Leonardus collectant geweest in de Kromme Elleboogkerk. Hij was vanaf 1897 ook collectant bij de Congregatie Jezus, Maria en Jozef, een Amersfoortse congregatie van nonnen, die zich oorspronkelijk bezig hielden met onderwijs aan arme meisjes uit het volk, voor wie in die tijd geen onderwijs was weggelegd. Later kwamen daar de bejaarden- en gezondheidszorg bij. 
In 1903 werd mijn overgrootvader benoemd in de commissie die het verplaatsen van de Amersfoortse Kei van 7157 kg. die dat jaar was opgegraven op de Varkensmarkt, op een feestelijke wijze moest doen plaats vinden. De Amersfoortse Kei, die al in documenten uit 1544 werd genoemd, lag tot 1661 buiten de stad. Op initiatief van jonkheer Everard Meijster (1617-1679) werd de Kei de stad in getrokken. De Amersfoorters vonden dit een dwaas karwei en noemden Meijster daarom  de “Dolle Jonker”. Kort daarna schaamden de Amersfoorters zich ervoor, dat ze de Kei de stad ingetrokken hadden en begroeven hem onder de Varkensmarkt. Daar heeft de Kei zo’n tweeënhalve eeuw gelegen. Totdat in 1903 een paar enthousiastelingen van de oudheidkundige vereniging op het idee kwamen het rotsblok weer op te graven. Alleen… waar lag de Kei precies? Niemand wist het. Dagen- en nachtenlang werd er gezocht naar de steen. De Varkensmarkt veranderde geleidelijk in een gatenkaas. Maar het loonde, want opeens riep ene ‘Spekkie’: ‘Doaristie!’ De kei, die recht tegenover de Langestraat lag, werd naar boven gehesen. De commissie, waarvan Adrianus Leonardus Welling dus lid was, had bepaald, dat de Kei in een feestelijke optocht zou verhuizen naar de hoek van de Utrechtsestraat en het toenmalige Plantsoen West.

Adrianus Leonardus Welling

De net opgegraven Amersfoortse Kei

In 1932 werd de Kei verplaatst naar Plantsoen Zuid bij de Arnhemsestraat, waar hij nog steeds op een sokkel staat. Aan de Kei en het voorval in 1661 ontlenen de Amersfoorters hun bijnaam van “Keientrekkers”.
Adrianus Leonardus is ook politiek actief geweest. In 1899 stelde hij, samen met vele anderen, de heer A.A. Hamers voor als kandidaat voor de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen.
In 1914 stopte Adrianus Leonardus met zijn zaak aan de Krommestraat en verhuisde naar de Vijver op nr. 24. Van de elf kinderen van Adrianus Leonardus en Grietje de Greef zijn er twee op jonge leeftijd overleden. Van de andere negen zijn er slechts drie in Amersfoort blijven wonen; de anderen verhuisden vroeger of later naar Amsterdam. In Amersfoort bleven wonen oudste zoon Jacobus Johannes, die meubelmaker was, dochter Johanna Maria, die in het huwelijk trad met Everardus Philippus Willigenburg en jongste zoon Richardus Antonius, mijn grootvader die eveneens meubelmaker was.
Ook als oudere man liet mijn overgrootvader zich niet de kaas van het brood eten. Omdat het Amersfoortsch Dagblad/De Eemlander in zijn ogen op 30 mei 1919 op onjuiste wijze had bericht over een voorval op de Langestraat, stuurde hij samen met vriend R.A. Klein een ingezonden brief met de gehele toedracht van het voorval naar de krant met het dringende verzoek de brief integraal in de krant op te nemen. Hij schreef:

“Geen straatjeugd, maar leerlingen H.B.S. en H.D.S.

Beiden ondergeteekenden wandelden Woensdag j.l. over de Langestraat toen plotseling en der leden der ‘lieve straatjeugd’ kwam opdagen gewapend met een gummibal gevuld met water en hun in het gezicht spoot, hetwelk gepaard ging met scheldwoorden. De aangerande, zich hierover beleedigd gevoelende, bezorgde den laatste een flinke oorvijg. Dit werd opgemerkt door een voorbijganger die voor de geoorvijgde partij trok en den aangerande een zoodanigen trap gaf, dat hijzelf achterover tuimelde met het hoofd tegen de muur, natuurlijk ten genot van de beleedigde partij; een ander voorbijganger aan de overzijde dat ziende verbeelde zich den critieken toestand te begrijpen en dacht met een behendige greep den bewuste te pakken en deed dit dan ook; doch helaas niet stevig genoeg, wat tengevolge had dat de laatste krijgslustige met een donderend geraas door de spiegelruit van de Lunchroom van den heer De Jager ging en van schrik zich spoedig uit de voeten maakte.”
Adrianus Leonardus overleed, voorzien van de laatste HH Sacramenten, in de vroege ochtend van 22 september 1919. De volgende dag maakte gemeente ambtenaar Johannes Marinus Romboud de akte van overlijden op, waarin hij te boek staat als kleermaker. Drie dagen later vond zijn begrafenis plaats op de RK. Begraafplaats van Amersfoort.

Akte van overlijden van Adrianus Leonardus Welling

Akte van overlijden van Adrianus Leonardus Welling

Eind november 1919, twee maanden na het overlijden van haar echtgenoot, verhuisde mijn overgrootmoeder naar Zwolle naar de Diesserstraat 123. Daarna verhuisde ze naar Amsterdam tot 1923. De laatste drie jaren van haar leven bracht Grietje Welling-de Greef door in het St. Pieters en Bloklands Gasthuis in Amersfoort, ze stond daar ingeschreven sinds 13 januari 1923. Ze overleed op 12 maart 1926, voorzien van de laatste sacramenten. Haar begrafenis vond plaats op 16 maart op de RK. Begraafplaats van Amersfoort.

Tiel, 17 augustus 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten