Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

woensdag 30 augustus 2017

Genealogisch blog 222



Telefoontje uit Amersfoort

Ik werk op dinsdagmiddag een aantal uren als vrijwilliger op het Regionaal Archief Rivierenland (RAR). Mijn werkzaamheden bestaan uit het indexeren van DTB-boeken, momenteel ben ik bezig met het doopboek van de Nederduits Gereformeerde kerk van Rumpt.
Afgelopen dinsdag was ik net een uurtje bezig, toen op mijn GSM een sms-je van thuis binnenkwam. Of onze familie Welling ook een Friese tak heeft. Ik antwoordde kort van nee, want ik ben niet zo goed in het maken van berichtjes. Even later kwam er weer een bericht binnen, ik zou een interessant verhaal te horen krijgen, wanneer ik weer thuis zou zijn. Ik ben benieuwd, antwoordde ik.
Toen ik tegen 16.00 uur weer thuis was, werd mij verteld, dat ze vroeg in de middag een wel heel eigenaardig telefoontje was binnengekomen. Een man had gebeld en gevraagd of hij met Welling sprak. Ja, natuurlijk. Is daar ook een Paul Welling. Ja, natuurlijk. Toen stortte de man een zondvloed van woorden uit over Ned.-Indië, dat hij geweigerd had te gaan, dat hij kunstschilder was, en dat hij niet van plan was geweest om ook maar op een Javaan te schieten. Waarom belde hij eigenlijk? Hij wilde mij spreken. En daar kwam hij weer met allerlei verhalen over Indië. Hij vertelde Hielke Welling te zijn uit Friesland, oud 87 jaar, geboren in Leeuwarden in 1930 en thans woonachtig in Amersfoort. Hij noemde zijn telefoonnummer en na bijna een half uur hing hij op.
Ik belde Hielke Welling direct terug. Ik was gewaarschuwd voor een lang gesprek. Nadat ik mijn naam had genoemd, kreeg ook ik een stortvloed van woorden over me heen. Toen hij kort na de oorlog opgeroepen werd voor de keuring voor militaire dienst, wilde hij daaraan wel meedoen. Hij wilde door de psychologische test tijdens de keuring achterhalen wat hij maatschappelijk waard was. Naar Indië zou hij beslist niet gaan, hij was kunstschilder. Hij had een jaar op de kunstnijverheidacademie gezeten, maar leerde daar niets, hij kon beter schilderen dan al die wijsneuzen daar. Hij was er wel een voorstander van om je land te verdedigen, als dat aangevallen werd, maar in Indië hadden wij niets meer te zoeken, sterker nog we voerden daar een smerige koloniale oorlog. Dat heb ik ook in mijn boek geschreven, viel ik hem in de rede. Hij hoorde het amper. Hij was wel heel verbaasd geweest, dat hij na de psychologische test bij de dienstkeuring met nog twee andere jongens uitgenodigd werd om in Breda de officiersopleiding te gaan volgen. Hij had dat niet gedaan, omdat hij weigerde op onschuldige andere mensen te schieten, en vertrok naar Engeland
Met moeite kon ik hem onderbreken om hem te vragen waarom hij mij eigenlijk belde. Bij het opruimen van papieren had hij het artikel weer gevonden, dat de Amersfoortse editie van het AD op 15 oktober 2015 gepubliceerd had, toen mijn boek “Ze spraken er niet over, twee Amersfoortse broers in Ned.-Indië” uitkwam. Hij wilde het boek kopen, maar in het artikel stond, volgens hem, niet bij welke uitgever hij mijn boek kon bestellen. Ik legde hem uit, dat hij bij www.boekscout.nl moest zijn. Hij zei, dat Monique, zijn verzorgster, dat maar moest doen, hij had geen gevoel voor de computer, maar Monique des te meer, zij deed zijn hele administratie op de computer.
Direct schakelde hij weer door naar Ned.-Indië. Zijn oom Jan was leraar geweest op Java. Die stuurde in die blauwe luchtpostenveloppen vaak kleine fotootjes van Java en de inlanders naar huis. Wanneer hij met verlof was liet oom Jan altijd grote foto’s zien van het leven op Java. Nu was oom Jan een echte koloniaal, die de inlanders maar dom vond, maar uit de foto’s bleek wel dat ze hele mooie kunst maakten, en daar had Hielke verstand van. Hij weigerde op zulke mensen te schieten. Door de foto’s van oom Jan kende hij Java heel goed, zo’n prachtig land. De mensen daar maakten zulke prachtige kunst, op hen ga je toch niet schieten. Toen Drees hoorde, wat wij allemaal precies in Indië uitvoerden, zegde hij onmiddellijk zijn lidmaatschap van die socialisten op, van de PvdA, bedoel ik. Wij waren daar de schoften, en niet de inlanders, maar die peloppers en rampokers natuurlijk wel. Met oom Jan was het trouwens slecht afgelopen. Toen de Jappen Indië bezetten, werd hij gevangen genomen en opgesloten in het ergste kamp dat er was. Oom Jan is in dat kamp overleden.
Ik vroeg hem hoe hij aan ons telefoonnummer was gekomen. Er staan in het telefoonboek van Amersfoort nog drie Wellingen. Een daarvan was hijzelf, een andere Welling bleek mij te kennen. Dat was mijn achterneef, concludeerde ik. De derde Welling kwam verder niet meer ter sprake. Hij kwam uit Friesland en daar was de familie Welling een grote familie. Dat er in Amersfoort rond 1900 vele tientallen Wellingen gewoond hebben, was voor hem helemaal nieuw. Hij wist toch wel veel van de Wellingen, vertelde hij. In Engeland, waar hij 20 jaar in een ziekenhuis had gewerkt, nadat hij geweigerd had naar Ned.-Indië te gaan, kwam je Welling ook overal tegen. Wellington, en zo. Ik verbeterde hem, Wellington ligt in Nieuw Zeeland. Nou ja, je komt in Engeland vaak de naam Welling tegen.
In een poging zijn woordenstroom te stoppen legde ik hem uit, dat de naam Welling waarschijnlijk oorspronkelijk uit Duitsland kwam. Daar is ook een stad met die naam, evenals trouwens in Engeland ten zuiden van Londen. In Nederland heb en had je concentraties van Wellingen in de Achterhoek, in Amersfoort, waar mijn familie vandaan komt, In Friesland rond Smallingerland. Daar hoor ik bij, onderbrak hij me. Ik ging verder, rond Pijnacker en in mindere mate rond Emmen. Of er daarover boeken of folders of wat dan ook waren. Ik liet weten, dat er over de Achterhoekse familie een groot boek was gepubliceerd en dat ikzelf veel over de Amersfoortse familie Welling op mijn blog heb geschreven. Hij kon dat vinden onder de naam “Altijd spannend”. Dat is allemaal nieuw voor mij, zei hij, dan moet ik Monique ook maar vragen dat voor mij op te zoeken. Die vrouw is daar zo handig in. Ik doe alles nog op papier.
Hij moest even pen en papier pakken om de naam van mijn blog op te schrijven en de naam van mijn uitgever. Hij zou mijn boek zo snel mogelijk bestellen. Want ook mijn ooms konden niet praten over wat ze allemaal in Indië hadden meegemaakt. Het was een vuile koloniale oorlog, daar sprak je niet over.
Om te voorkomen, dat hij weer opnieuw zou beginnen, vroeg ik hem of hij nu alles wist wat hij mij wilde vragen. Dat was zo. Hij vond het fijn met mij gesproken te hebben en had er geen bezwaar tegen, dat ik van ons gesprek een verhaal voor mijn blog zou maken. Na ruim 20 minuten hing ik op.

Tiel, 30 augustus 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten