Kruispunt
Voor Werner von Haeften
(1908-1944)
betekende de invoering in Hitler-Duitsland van de dienstplicht een ommekeer in
zijn leven. Hij had er weliswaar voor gekozen rechten te studeren, maar het
soldatenleven zat hem als het ware in het bloed. Toen hij op 26 jarige leeftijd
in dienst moest, besloot hij de opleiding te volgen tot reserveofficier.
Het lijdt geen twijfel, dat Werner geloofde in de Wehrmacht, net als in de
Bekennende Kerk, het tegenwicht gevonden te hebben tegen het kwade van het
nationaalsocialisme. Pas in Rusland, echter, ontdekte hij, dat de Wehrmacht net
zo genazificeerd was als de hele Duitse samenleving. Zijn vriend Zweigert schreef daarover:
“Anfangs sah er auch deshalb in der Kirche und in der Wehrmacht die besten
Gegengewichte gegen das Unterwertige und Böse des Hitlertums…... Erst als er
mit Beginn des Russlandkrieges die ganze Maßlosigkeit Hitlers deutlich wurde und
der Generalstab alles mitmachte, wurde ihm klar, dass auch das Offizierskorps
im Begriff war alle preußische Tradition zu Grabe zu tragen.“
Werner behoorde tot zgn. ‘Weißen Jahrgänge’ die volgens de bepalingen van het Verdrag van
Versailles niet voor militaire dienst opgeroepen mochten worden. Hitler
had echter lak aan die bepalingen. Na zijn opleiding kwam Werner als reservist
terecht bij Infanterie Regiment 69 met als standplaats Hamburg-Wandsbek. Voorlopig
kon Werner zijn werk bij de bank M.M. Warburg & Co in Hamburg blijven doen.
Na Hitlers bevel tot algehele mobilisatie werd Werner op 25 augustus 1939 voor
actieve dienst naar de 58e Infanterie Divisie (58e I.D.)
gestuurd. Op 1 september volgde zijn benoeming
tot reserve luitenant.
Luitenant Werner von
Haeften
|
Voor de 58e I.D. begon
WO II daadwerkelijk tussen 7 en 10 september 1939. Werner maakte deel uit van
de 4e compagnie van I.R. 154. Deze compagnie werd niet naar Polen
gedirigeerd, maar ging, zonder dat de soldaten het wisten, per trein naar het
gebied aan de Moezel tegen de Luxemburgse grens. Tijdens de treinreis voerde
Werner het commando. Na het verlaten van de trein maakten de manschappen van
I.R. 154 kwartier in het Luxemburgse dorp Wasserbillig op de grens met
Duitsland.
Het I.R. 154 was naar de
Luxemburgse grens gedirigeerd omdat gemeld was, dat Franse troepen optrokken
naar Luxemburg. Het regiment kreeg de opdracht de Westwall te bezetten. De melding bleek vals. De wapens
zwegen en daardoor leek de inzet van het I.R. 154 eigenlijk meer op een
oefening.
Eind Januari 1940 werd de divisie
naar Ohrdruf in Thüringen gestuurd voor verdere opleiding. Daardoor kwam I.R.
154 op oorlogssterkte. Op 10 mei 1940 ’s morgens om 03.00 uur begon de
veldtocht tegen Frankrijk. Het I.R. 154 stootte 2 uur later in noordwestelijke
richting door naar Luxemburg Stad en bereikte door de heftige tegenstand van de
Fransen pas op 16 mei de westelijke oever van de Moezel. Het kwam niet bij
Werner op, dat hij zou kunnen sneuvelen. Een beetje oorlogsroem vond hij wel
leuk.. Hij schreef op 14 mei aan zijn moeder:
“Die letzten Tage sind ja unerhört ereignisreich gewesen. An uns sind die
Ereignisse allerdings mehr oder minder vorübergegangen. Ich für mich dachte, Du
wirst den Namen Deines Sohnes nie im Heeresbericht lesen. Es ist ja ganz schön
heile Knochen zu behalten, aber etwas Kriegsruhm würde man ja auch ganz gerne
abbekommen.“
De 58e I.D. trok snel door
Luxemburg en België, maar het kostte veel strijd om door de Marginotlinie heen te
breken. Tot 11 juni lukte het niet om de Franse troepen te verslaan ondanks
verschillende aanvallen. Bij een nieuwe aanval bleken de Franse stellingen
verlaten. De Franse terugtocht was terug te voeren op het snelle Duitse succes
op een andere flank van het front. Toen de Duitsers op 4 juni Duinkerken
bereikte en snel naar het Zuiden doorstootten, ondervonden ze geen tegenstand
meer. De 58e I.D. kreeg nu de opdracht op de linker flank van het
front door te stoten. Op 17 juni bereikte de 58e I.D. Verdun en kon
verder doortrekken naar de stad Toul in het Zuiden. Op 18 juni werd in de
bossen bij Compiègne de wapenstilstand overeengekomen. Frankrijk was verslagen.
De 58e I.D. werd na de
wapenstilstand naar België verplaatst. Werners onderdeel bleef als bezettingsmacht
in Tongeren tot april 1941.
Tijdens zijn verblijf in België
werd Werner belast met de taak het oorlogsdagboek van zijn regiment na te
kijken en aan te vullen. Dat werk riep herinneringen op aan het werk
van zijn vader. Hij schreef daarover in een brief aan zijn moeder op 26
januari 1941. In dezelfde brief liet hij doorschemeren, dat hij het maar een
saaie klus vond:
“Mit der Durchsicht des Kriegstagebuchs
bin ich nun glücklich fertig. Es hat mir doch wieder ziemlich viel Arbeit
gemacht. Und bei jedesmaliger Durchsicht fallen einem noch zahlreiche
Verbesserungen und auch manche Berichtigungen und Ergänzungen ein.“
Eind april 1941 werd de 58e
I.D. per trein via Aken en Hamburg naar Elbing in Oost Pruisen gecommandeerd.
De ‘Operatie Barbarossa’ was
in het geheim al in voorbereiding, hoewel Hitler in 1939 met Stalin
een niet-aanvalsverdrag had afgesloten. Ondanks negatieve adviezen van zijn
generaals, die onoverkomelijke logistieke problemen voorzagen, zette Hitler
zijn zin door.
Na enkele nachtelijke verplaatsingen stond het
I.R. 154 gereed voor de aanval aan de vooravond van 22 juni 1941 aan de oever
van de Memel ten noordoosten van Königsberg. Die nacht begon ‘Operatie
Barbarossa’, om 03.00 uur. Pas in de middag begon de 58e I.D. op te
trekken naar het noordoosten. Al op 5 augustus bereikten de voorste linies van
58e I.D. de stad Riga, waar ze snel doorheen trokken.
De Baltische bevolking zag de
Duitsers vooralsnog als hun bevrijders van het Stalinisme. Het Rode Leger trok
zich bewust steeds verder naar het noordoosten terug. De 58e I.D bereikte
op 12 juli. de grens van Rusland. Toen het Duitse leger verder naar het noorden
wilde doorstoten, kreeg het te maken met toenemende Russische tegenstand.
Bovendien verhinderden de rulle zandbodem en andere natuurlijke obstakels in
het gebied, dat de artillerie en de pantserwapens vooruit konden komen en de
infanterie konden ondersteunen. Dat gaf het Rode Leger de gelegenheid zich te
herpakken. Door Russische tegenaanvallen kregen de Duitsers te maken met
aanzienlijke verliezen. De spanningen onder de Duitse soldaten waren groot. Werner was ziek door buikloop, hij had
honger, omdat er een paar dagen niets te eten was. Duidelijk werd, dat Werner nu
ook de andere kant van de oorlogsvoering meemaakte. De aanval op Rusland
verliep bij lange na niet zo voorspoedig als de Franse veldtocht. Met de
grootst mogelijke moeite bereikten Werner en zijn kameraden eind augustus het
gebied ten zuiden van de stad Narva aan de Finse Golf. Met de verovering van die stad was een dubbelslag geslagen: de
havens aan de Oostzee waren in handen van de Duitsers en vanuit het Finse
kustgebied kon de vijand niet meer aanvallen.
Duitse infanterie in
Rusland
|
Met grote verliezen kon de 58e
I.D. vervolgens verhinderen, dat de Sovjettroepen, die vanuit het noorden aanvielen,
een bres sloegen in de geledingen van de 58e I.D. Niet verhinderd
kon worden, dat het Rode Leger aan de Westzijde van het front wel door de
stellingen heen brak, waardoor de 58e I.D geïsoleerd raakte. Een
bevel om terug te trekken bereikte daardoor het legeronderdeel niet. Maar de
manschappen hielden stand en toen een ander legercorps het westelijke deel van
Narva veroverde, kon de verbinding hersteld worden.
Van een adempauze was geen
sprake. Leningrad moest aangevallen worden. Hadden de troepen tot dan toe met
droogte en grote hitte te kampen, nu begon een periode met slecht weer.
Langzaam veranderde het land in een sompig moeras, waarin auto’s, pantservoertuigen
en geschut tot aan de assen wegzakten. De paarden, die de artillerie gebruikte,
konden met hun bepakking geen kant op. Regenkleding was voor de manschappen
niet voorradig.
Op 15 september bereikte de 58e
I.D. eindelijk de hoogvlakte ten westen van Leningrad. Daarmee verbrak de 58e
I.D. de verbinding vanuit Leningrad naar het Westen. Vanaf toen was er geen
sprake meer van een snelle ‘Blitzkrieg’ als in West Europa. Eerder leek zich de
loopgravenoorlog uit WO I te herhalen, zeker toen Hitler
half september het bevel gaf, dat de pantservoertuigen Leningrad moesten
verlaten en zich in de richting van Moskou moesten begeven. Uit de brief, die
Werner op 26 oktober 1941 aan zijn
moeder schreef, bleek geen trots meer over het snelle succes zoals in
Frankrijk. Eerder gedesillusioneerd schreef hij, dat hij nog handelde uit
plichtsbesef:
“Hier kämpft die Infanterie auf sich allein gestellt einen zähen verbissenen
Kampf, in dem jeder Fußbreit Boden dem Gegner mühsam abgerungen werden muss.
Nur geleitet von einem ganz nüchternen Pflichtbewusstsein.“
Ook in Rusland was Werner
verantwoordelijk voor het oorlogsdagboek van zijn legeronderdeel. Op 26 oktober
schreef hij aan zijn moeder, dat hij er nauwelijks aan toe kwam haar te
schrijven, omdat hij het zo druk had met het oorlogsdagboek, dat hij moest
dicteren en vervolgens moest lezen en corrigeren:
“Gleich kommt mein Schreiber, dem ich Kriegstagebuch diktiere. Ich kann
mich jetzt so in Vati hineinversetzen, der doch oft bedauerte, zu nichts
anderem zu kommen, weil er dauernd vom dem Kriegswerk gefesselt war. Wenn sich
auch ‚mein Werk’ nicht damit vergleichen lässt, so nimmt es mich doch derart in
Anspruch, dass ich kaum dazu komme an Dich oder die Geschwister zu schreiben.“
Eind november 1941 kreeg Werner de opdracht een machinegeweercompagnie op
te bouwen. Hoewel hij blij was wat actiefs om handen te hebben, wilde hij
eigenlijk zo snel mogelijk terug naar zijn eigen onderdeel. De zorg om zijn
kameraden in de frontlinie dreef hem daartoe dreef. Naar huis schreef Werner daarover:
“Leider habe ich für diese Zeit meine Kompagnie wieder abgeben müssen, was
ich umso mehr bedaure, als die Kompagnie seit einiger Zeit wieder vorn im
Graben liegt und ich sie gerade da gern geführt hätte. Die ersten Tage war ich
noch dabei und habe wenigstens doch veranlassen können, dass einige
Verbesserungen der Stellungen, die mir dringend notwendig erschienen, in
Angriff genommen wurden.“
Half november overviel het begin
van de Russische winter de Duitse troepen volledig. Hitler
was als ‘geniaal strateeg’ ervan uitgegaan, dat de Sovjet Unie binnen drie
maanden verslagen zou zijn. Deze misvatting was er de oorzaak van, dat voor de
Duitse troepen helemaal geen winterkleding was besteld. In Duitsland zelf werden
inzamelingen gehouden om de soldaten aan het Russische front van winterkleren
te voorzien. De Duitse soldaten plunderde winterkleding uit fabrieken en
winkels. Gestorven Sovjetsoldaten werden zelfs van hun kleding beroofd.
Duitse troepen voor
Leningrad, winter 1941-1942
|
Pas eind januari 1942 bereikte warme
kleding de compagnie van Werner. Begin februari 1942 schreef Werner
naar huis, dat de bontmantel, die zijn broer Hans-Bernd hem had gestuurd,
aangekomen was. Door de meegestuurde laarzen zou hij geen koude voeten meer
hebben:
“Hurra, gestern ist das Pelzpaket angekommen!!! Ihr glaubt nicht, wie ich
mich darüber gefreut habe. Es ist wirklich phantastisch, dieser wunderbare Pelz
und die Filzschuhe, die sind beinah noch schöner. Diese ewig kalten Füße waren
scheußlich, mein Bunker ist nämlich schrecklich fußkalt. Oben ist es so heiß
wie in der Nuna (?), - der Bunker ist leider so niedrig, dass man nicht
aufrecht darin stehen kann, - und von unten zieht es derartig, dass im Nu
eiskalte Beine hat.“
Tijdens het winterse beleg van
Leningrad leerde Werner de oorlog werkelijk in al zijn verschrikkingen kennen.
Zijn eerste zorg was daarbij niet het militaire resultaat, maar het wel en wee
van zijn mensen. Hij spande zich in om voldoende voedsel voor zijn
ondergeschikten te krijgen.
Kerstmis 1941 vierde Werner met zijn
mannen in de bunkers vóór Leningrad. Terwijl er nog behoorlijk werd geschoten,
probeerde Werner in elk van de 14 bunkers een beetje sfeer te brengen door het
evangelie van Lukas
te lezen en door kerstliederen te zingen. Hij schreef aan zijn moeder:
“Nun führe ich wieder eine Kompagnie und habe, wie ich schon schrieb,
Weihnachten mit ihnen im Graben gefeiert. Von 5 Uhr nachmittags bis 11½ Uhr
abends war ich durch den ganzen Abschnitt unterwegs und habe 14 Bunker besucht.
Gemütlicher wäre es bestimmt bei Dir zu Hause gewesen, aber ich glaube, meine
Soldaten haben sich doch gefreut und ich habe fast überall eine gehobene und
ganz fröhliche Stimmung angetroffen. Und das, obwohl kein Tropfen Alkohol
ausgegeben war, da wir mit einem Angriff des Russen rechneten. Es war auch die
ganze Nacht über ziemlich unruhig und wurde auf beidem Seiten viel geschossen.”
Was het voor de Duitsers zeer
moeilijk om aan voldoende voedsel te komen, voor de bewoners van Leningrad was
de situatie door het beleg van de Duitsers en de Finnen, die de Duitsers
bijstonden, catastrofaal. Voedsel bereikte de stad niet meer. Van een
overgelopen Russisch meisje hoorde Werner,
dat in de stad dagelijks 15.000 mensen zouden sterven van honger. Werner
geloofde het niet. Het meisje vertelde ook van kannibalisme in de stad, van
ouders die hun eigen overleden kind opaten. Vol ongeloof schreef Werner aan
zijn broer:
“In Leningrad treibt der Kannibalismus
tolle Blüten…Neulich komme ich in ein Haus. Kommt mir ein halbverhungertes Mädchen entgegenlaufen: ‚Mutter krank‘. Auf
dem Bett lag eine Frau völlig abgemagert und entkräftet im sterben. Daneben
hockte eine andere Frau und zerstampfte Ölkuchen, um daraus Brot zu machen. Ein
Viertel davon war noch da, dann wird auch der Rest der Familie sich sterben
legen. Was stirbt bleibt liegen. Oder wird von den trauernden Hinterbliebenen
aufgefressen. Ein Unteroffizier von mir fand neulich Reste eines Kindes, von
dem sich die Eltern, wie sich herausstellte, schon mehrere Tage ernährt hatten.“
Werner zag om zich heen veel
officieren wegvallen, waardoor hij met enig cynisme opmerkte, dat hij na
verloop van tijd de hoogste officier in het legercorps zou zijn.
Door zijn ervaringen bij
Leningrad begon Werners instelling ten opzichte van de oorlog snel te
veranderen. De Franse veldtocht kon hij nog rechtvaardigen, omdat die de
schande van Versailles te niet deed, maar in de stellingen vóór Leningrad kwam
de gruwelijkheid van de oorlog in al zijn grenzenloosheid duidelijk naar voren.
Werner kon nu geen begrip meer op brengen voor de mythe van de zgn. heldendood
in de oorlog. In een brief aan zijn moeder, waarin hij ook zijn weerzin tegen de oorlog nog een keer verwoordde
bekende hij, dat hij niet wilde sterven in de waanzin van de moderne oorlog:
“ Mein Ehrgeiz ist es jedenfalls nicht, in diesem Wahnsinn des modernen
Krieges umzukommen. Das hat nichts damit zu tun, dass man sich ordentlich hält,
wenn man nun schon dabei ist. Der Krieg wird mir immer mehr zuwider, er bringt
zu viel Leid über die Menschen.“
In het begin van de veldtocht
door de Baltische staten was Werner bevriend geraakt met Luitenant Adolph
Vorwerk
Al kort na hun kennismaking was het Vorwerk
duidelijk, dat Werner al lang niet meer geloofde in de rechtmatigheid van de
Duitse politiek en de oorlogen die Duitsland voerde. Steeds meer kreeg Werner
moeite om als soldaat zijn plicht te moeten doen. Vorwerk betoogde:
“Erst als mit Beginn des Russlandkrieges die ganze Maßlosigkeit Hitlers
deutlich wurde, wurde ihm klar, dass auch das Offizierskorps im Begriff war
alle preußischen Traditionen zu Grabe zu tragen.“
Werner maakte zich geen illusies
meer over de werkelijke doelstellingen van Hitler.
Ook zijn vriend Konrad Zweigert
schreef,
dat de veldtocht in Rusland een verandering in Werners denken te weeg had gebracht.
Zweigert
gaf aan, dat Werner innerlijk streed met zijn eed van trouw aan Hitler.
Misschien was verzet tegen Nitler wel
een grote daad van vaderlandsliefde:
“In dieser Zeit begannen seine Gespräche in den Kreisen, in denen wir
gemeinsam verkehrten, immer mehr um ein Themenbündel zu kreisen; damals war es
neu und für jeden wichtig, heute ist es rückblickend in aller Munde: Befehl und
rechtswidriger Befehl; Treueid und Recht zu Bruch und Widerstand: Unfähigkeit
des Offiziers heutiger Prägung, zwischen einem Führer von Qualität und dem
Verbrecher Hitler zu unterschieden und die Bindung an den Eid
danach abzuwandeln; die Pflicht zum Widerstand als höhere Erfüllung der Vaterlandsliebe
in der gegenwärtigen Lage.“
Zijn brief van 21 januari 1942,
waarmee hij zijn broer bedankte, was de laatste van het front. Tijdens een
verkenningstocht raakte hij levensgevaarlijk gewond. Een kogel trof hem in het
onderlijf, sneed zijn urinebuis en zijn sluitspier door en verbrijzelde zijn
bekken.
Op 20 juli 1944 moest Werner von
Haeften zijn medewerking aan de aanslag op Hitler met de dood bekopen.
Tiel, 12
januari 2018
Meer weten?
Lees:
Paul Welling, Spotlight op Werner von Haeften. Soest
: Boekscout 2012. 219 blz. Index. ISBN 9789462061019. Prijs € 17,95. Te
bestellen via boekscout.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten