Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

vrijdag 12 januari 2018

Genealogisch blog 253



Kruispunt

Voor Werner von Haeften (1908-1944) betekende de invoering in Hitler-Duitsland van de dienstplicht een ommekeer in zijn leven. Hij had er weliswaar voor gekozen rechten te studeren, maar het soldatenleven zat hem als het ware in het bloed. Toen hij op 26 jarige leeftijd in dienst moest, besloot hij de opleiding te volgen tot reserveofficier.
Het lijdt geen twijfel, dat Werner geloofde in de Wehrmacht, net als in de Bekennende Kerk, het tegenwicht gevonden te hebben tegen het kwade van het nationaalsocialisme. Pas in Rusland, echter, ontdekte hij, dat de Wehrmacht net zo genazificeerd was als de hele Duitse samenleving. Zijn vriend Zweigert schreef daarover:

“Anfangs sah er auch deshalb in der Kirche und in der Wehrmacht die besten Gegengewichte gegen das Unterwertige und Böse des Hitlertums…... Erst als er mit Beginn des Russlandkrieges die ganze Maßlosigkeit Hitlers deutlich wurde und der Generalstab alles mitmachte, wurde ihm klar, dass auch das Offizierskorps im Begriff war alle preußische Tradition zu Grabe zu tragen.“
Werner behoorde tot zgn. ‘Weißen Jahrgänge’  die volgens de bepalingen van het Verdrag van Versailles niet voor militaire dienst opgeroepen mochten worden. Hitler had echter lak aan die bepalingen. Na zijn opleiding kwam Werner als reservist terecht bij Infanterie Regiment 69 met als standplaats Hamburg-Wandsbek. Voorlopig kon Werner zijn werk bij de bank M.M. Warburg & Co in Hamburg blijven doen. Na Hitlers bevel tot algehele mobilisatie werd Werner op 25 augustus 1939 voor actieve dienst naar de 58e Infanterie Divisie (58e I.D.) gestuurd. Op 1 september volgde zijn benoeming  tot reserve luitenant.

Luitenant Werner von Haeften

Luitenant Werner von Haeften

Voor de 58e I.D. begon WO II daadwerkelijk tussen 7 en 10 september 1939. Werner maakte deel uit van de 4e compagnie van I.R. 154. Deze compagnie werd niet naar Polen gedirigeerd, maar ging, zonder dat de soldaten het wisten, per trein naar het gebied aan de Moezel tegen de Luxemburgse grens. Tijdens de treinreis voerde Werner het commando. Na het verlaten van de trein maakten de manschappen van I.R. 154 kwartier in het Luxemburgse dorp Wasserbillig op de grens met Duitsland.
Het I.R. 154 was naar de Luxemburgse grens gedirigeerd omdat gemeld was, dat Franse troepen optrokken naar Luxemburg. Het regiment kreeg de opdracht de Westwall  te bezetten. De melding bleek vals. De wapens zwegen en daardoor leek de inzet van het I.R. 154 eigenlijk meer op een oefening.
Eind Januari 1940 werd de divisie naar Ohrdruf in Thüringen gestuurd voor verdere opleiding. Daardoor kwam I.R. 154 op oorlogssterkte. Op 10 mei 1940 ’s morgens om 03.00 uur begon de veldtocht tegen Frankrijk. Het I.R. 154 stootte 2 uur later in noordwestelijke richting door naar Luxemburg Stad en bereikte door de heftige tegenstand van de Fransen pas op 16 mei de westelijke oever van de Moezel. Het kwam niet bij Werner op, dat hij zou kunnen sneuvelen. Een beetje oorlogsroem vond hij wel leuk.. Hij schreef op 14 mei aan zijn moeder:

“Die letzten Tage sind ja unerhört ereignisreich gewesen. An uns sind die Ereignisse allerdings mehr oder minder vorübergegangen. Ich für mich dachte, Du wirst den Namen Deines Sohnes nie im Heeresbericht lesen. Es ist ja ganz schön heile Knochen zu behalten, aber etwas Kriegsruhm würde man ja auch ganz gerne abbekommen.“
De 58e I.D. trok snel door Luxemburg en België, maar het kostte veel strijd om door de Marginotlinie heen te breken. Tot 11 juni lukte het niet om de Franse troepen te verslaan ondanks verschillende aanvallen. Bij een nieuwe aanval bleken de Franse stellingen verlaten. De Franse terugtocht was terug te voeren op het snelle Duitse succes op een andere flank van het front. Toen de Duitsers op 4 juni Duinkerken bereikte en snel naar het Zuiden doorstootten, ondervonden ze geen tegenstand meer. De 58e I.D. kreeg nu de opdracht op de linker flank van het front door te stoten. Op 17 juni bereikte de 58e I.D. Verdun en kon verder doortrekken naar de stad Toul in het Zuiden. Op 18 juni werd in de bossen bij Compiègne de wapenstilstand overeengekomen. Frankrijk was verslagen. De 58e I.D. werd na de wapenstilstand naar België verplaatst. Werners onderdeel bleef als bezettingsmacht  in Tongeren tot april 1941.
Tijdens zijn verblijf in België werd Werner belast met de taak het oorlogsdagboek van zijn regiment na te kijken en aan te vullen. Dat werk riep herinneringen op aan het werk van zijn vader. Hij schreef daarover in een brief aan zijn moeder op 26 januari 1941. In dezelfde brief liet hij doorschemeren, dat hij het maar een saaie klus vond:

“Mit der Durchsicht des Kriegstagebuchs bin ich nun glücklich fertig. Es hat mir doch wieder ziemlich viel Arbeit gemacht. Und bei jedesmaliger Durchsicht fallen einem noch zahlreiche Verbesserungen und auch manche Berichtigungen und Ergänzungen ein.“
Eind april 1941 werd de 58e I.D. per trein via Aken en Hamburg naar Elbing in Oost Pruisen gecommandeerd. De Operatie Barbarossa’  was in het geheim al in voorbereiding, hoewel Hitler in 1939 met Stalin een niet-aanvalsverdrag had afgesloten. Ondanks negatieve adviezen van zijn generaals, die onoverkomelijke logistieke problemen voorzagen,  zette Hitler zijn zin door.
Na  enkele nachtelijke verplaatsingen stond het I.R. 154 gereed voor de aanval aan de vooravond van 22 juni 1941 aan de oever van de Memel ten noordoosten van Königsberg. Die nacht begon ‘Operatie Barbarossa’, om 03.00 uur. Pas in de middag begon de 58e I.D. op te trekken naar het noordoosten. Al op 5 augustus bereikten de voorste linies van 58e I.D. de stad Riga, waar ze snel doorheen trokken.
De Baltische bevolking zag de Duitsers vooralsnog als hun bevrijders van het Stalinisme. Het Rode Leger trok zich bewust steeds verder naar het noordoosten terug. De 58e I.D bereikte op 12 juli. de grens van Rusland. Toen het Duitse leger verder naar het noorden wilde doorstoten, kreeg het te maken met toenemende Russische tegenstand. Bovendien verhinderden de rulle zandbodem en andere natuurlijke obstakels in het gebied, dat de artillerie en de pantserwapens vooruit konden komen en de infanterie konden ondersteunen. Dat gaf het Rode Leger de gelegenheid zich te herpakken. Door Russische tegenaanvallen kregen de Duitsers te maken met aanzienlijke verliezen. De spanningen onder de Duitse soldaten waren groot. Werner was ziek door buikloop, hij had honger, omdat er een paar dagen niets te eten was. Duidelijk werd, dat Werner nu ook de andere kant van de oorlogsvoering meemaakte. De aanval op Rusland verliep bij lange na niet zo voorspoedig als de Franse veldtocht. Met de grootst mogelijke moeite bereikten Werner en zijn kameraden eind augustus het gebied ten zuiden van de stad Narva aan de Finse Golf. Met de verovering van  die stad was een dubbelslag geslagen: de havens aan de Oostzee waren in handen van de Duitsers en vanuit het Finse kustgebied kon de vijand niet meer aanvallen.

Duitse infanterie in Rusland

Duitse infanterie in Rusland

Met grote verliezen kon de 58e I.D. vervolgens verhinderen, dat de Sovjettroepen, die vanuit het noorden aanvielen, een bres sloegen in de geledingen van de 58e I.D. Niet verhinderd kon worden, dat het Rode Leger aan de Westzijde van het front wel door de stellingen heen brak, waardoor de 58e I.D geïsoleerd raakte. Een bevel om terug te trekken bereikte daardoor het legeronderdeel niet. Maar de manschappen hielden stand en toen een ander legercorps het westelijke deel van Narva veroverde, kon de verbinding hersteld worden.
Van een adempauze was geen sprake. Leningrad moest aangevallen worden. Hadden de troepen tot dan toe met droogte en grote hitte te kampen, nu begon een periode met slecht weer. Langzaam veranderde het land in een sompig moeras, waarin auto’s, pantservoertuigen en geschut tot aan de assen wegzakten. De paarden, die de artillerie gebruikte, konden met hun bepakking geen kant op. Regenkleding was voor de manschappen niet voorradig.
Op 15 september bereikte de 58e I.D. eindelijk de hoogvlakte ten westen van Leningrad. Daarmee verbrak de 58e I.D. de verbinding vanuit Leningrad naar het Westen. Vanaf toen was er geen sprake meer van een snelle ‘Blitzkrieg’ als in West Europa. Eerder leek zich de loopgravenoorlog uit WO I te herhalen, zeker toen Hitler half september het bevel gaf, dat de pantservoertuigen Leningrad moesten verlaten en zich in de richting van Moskou moesten begeven. Uit de brief, die Werner op 26 oktober 1941 aan zijn  moeder schreef, bleek geen trots meer over het snelle succes zoals in Frankrijk. Eerder gedesillusioneerd schreef hij, dat hij nog handelde uit plichtsbesef:

“Hier kämpft die Infanterie auf sich allein gestellt einen zähen verbissenen Kampf, in dem jeder Fußbreit Boden dem Gegner mühsam abgerungen werden muss. Nur geleitet von einem ganz nüchternen Pflichtbewusstsein.“
Ook in Rusland was Werner verantwoordelijk voor het oorlogsdagboek van zijn legeronderdeel. Op 26 oktober schreef hij aan zijn moeder, dat hij er nauwelijks aan toe kwam haar te schrijven, omdat hij het zo druk had met het oorlogsdagboek, dat hij moest dicteren en vervolgens moest lezen en corrigeren:

“Gleich kommt mein Schreiber, dem ich Kriegstagebuch diktiere. Ich kann mich jetzt so in Vati hineinversetzen, der doch oft bedauerte, zu nichts anderem zu kommen, weil er dauernd vom dem Kriegswerk gefesselt war. Wenn sich auch ‚mein Werk’ nicht damit vergleichen lässt, so nimmt es mich doch derart in Anspruch, dass ich kaum dazu komme an Dich oder die Geschwister zu schreiben.“
Eind november 1941 kreeg Werner de opdracht een machinegeweercompagnie op te bouwen. Hoewel hij blij was wat actiefs om handen te hebben, wilde hij eigenlijk zo snel mogelijk terug naar zijn eigen onderdeel. De zorg om zijn kameraden in de frontlinie dreef hem daartoe dreef. Naar huis schreef Werner daarover:

“Leider habe ich für diese Zeit meine Kompagnie wieder abgeben müssen, was ich umso mehr bedaure, als die Kompagnie seit einiger Zeit wieder vorn im Graben liegt und ich sie gerade da gern geführt hätte. Die ersten Tage war ich noch dabei und habe wenigstens doch veranlassen können, dass einige Verbesserungen der Stellungen, die mir dringend notwendig erschienen, in Angriff genommen wurden.“
Half november overviel het begin van de Russische winter de Duitse troepen volledig. Hitler was als ‘geniaal strateeg’ ervan uitgegaan, dat de Sovjet Unie binnen drie maanden verslagen zou zijn. Deze misvatting was er de oorzaak van, dat voor de Duitse troepen helemaal geen winterkleding was besteld. In Duitsland zelf werden inzamelingen gehouden om de soldaten aan het Russische front van winterkleren te voorzien. De Duitse soldaten plunderde winterkleding uit fabrieken en winkels. Gestorven Sovjetsoldaten werden zelfs van hun kleding beroofd.

Duitse troepen voor Leningrad, winter 1941-1942

Duitse troepen voor Leningrad, winter 1941-1942

Pas eind januari 1942 bereikte warme kleding de compagnie van Werner. Begin februari 1942 schreef Werner naar huis, dat de bontmantel, die zijn broer Hans-Bernd hem had gestuurd, aangekomen was. Door de meegestuurde laarzen zou hij geen koude voeten meer hebben:

“Hurra, gestern ist das Pelzpaket angekommen!!! Ihr glaubt nicht, wie ich mich darüber gefreut habe. Es ist wirklich phantastisch, dieser wunderbare Pelz und die Filzschuhe, die sind beinah noch schöner. Diese ewig kalten Füße waren scheußlich, mein Bunker ist nämlich schrecklich fußkalt. Oben ist es so heiß wie in der Nuna (?), - der Bunker ist leider so niedrig, dass man nicht aufrecht darin stehen kann, - und von unten zieht es derartig, dass im Nu eiskalte Beine hat.“
Tijdens het winterse beleg van Leningrad leerde Werner de oorlog werkelijk in al zijn verschrikkingen kennen. Zijn eerste zorg was daarbij niet het militaire resultaat, maar het wel en wee van zijn mensen. Hij spande zich in om voldoende voedsel voor zijn ondergeschikten te krijgen.
Kerstmis 1941 vierde Werner met zijn mannen in de bunkers vóór Leningrad. Terwijl er nog behoorlijk werd geschoten, probeerde Werner in elk van de 14 bunkers een beetje sfeer te brengen door het evangelie van Lukas te lezen en door kerstliederen te zingen. Hij schreef aan zijn moeder:

“Nun führe ich wieder eine Kompagnie und habe, wie ich schon schrieb, Weihnachten mit ihnen im Graben gefeiert. Von 5 Uhr nachmittags bis 11½ Uhr abends war ich durch den ganzen Abschnitt unterwegs und habe 14 Bunker besucht. Gemütlicher wäre es bestimmt bei Dir zu Hause gewesen, aber ich glaube, meine Soldaten haben sich doch gefreut und ich habe fast überall eine gehobene und ganz fröhliche Stimmung angetroffen. Und das, obwohl kein Tropfen Alkohol ausgegeben war, da wir mit einem Angriff des Russen rechneten. Es war auch die ganze Nacht über ziemlich unruhig und wurde auf beidem Seiten viel geschossen.
Was het voor de Duitsers zeer moeilijk om aan voldoende voedsel te komen, voor de bewoners van Leningrad was de situatie door het beleg van de Duitsers en de Finnen, die de Duitsers bijstonden, catastrofaal. Voedsel bereikte de stad niet meer. Van een overgelopen Russisch meisje hoorde Werner, dat in de stad dagelijks 15.000 mensen zouden sterven van honger. Werner geloofde het niet. Het meisje vertelde ook van kannibalisme in de stad, van ouders die hun eigen overleden kind opaten. Vol ongeloof schreef Werner aan zijn broer:

“In Leningrad treibt der Kannibalismus tolle Blüten…Neulich komme ich in ein Haus. Kommt mir ein halbverhungertes Mädchen entgegenlaufen: ‚Mutter krank‘. Auf dem Bett lag eine Frau völlig abgemagert und entkräftet im sterben. Daneben hockte eine andere Frau und zerstampfte Ölkuchen, um daraus Brot zu machen. Ein Viertel davon war noch da, dann wird auch der Rest der Familie sich sterben legen. Was stirbt bleibt liegen. Oder wird von den trauernden Hinterbliebenen aufgefressen. Ein Unteroffizier von mir fand neulich Reste eines Kindes, von dem sich die Eltern, wie sich herausstellte, schon mehrere Tage ernährt hatten.“
Werner zag om zich heen veel officieren wegvallen, waardoor hij met enig cynisme opmerkte, dat hij na verloop van tijd de hoogste officier in het legercorps zou zijn.
Door zijn ervaringen bij Leningrad begon Werners instelling ten opzichte van de oorlog snel te veranderen. De Franse veldtocht kon hij nog rechtvaardigen, omdat die de schande van Versailles te niet deed, maar in de stellingen vóór Leningrad kwam de gruwelijkheid van de oorlog in al zijn grenzenloosheid duidelijk naar voren. Werner kon nu geen begrip meer op brengen voor de mythe van de zgn. heldendood in de oorlog. In een brief aan zijn moeder, waarin hij ook zijn weerzin tegen de oorlog nog een keer verwoordde bekende hij, dat hij niet wilde sterven in de waanzin van de moderne oorlog:

“ Mein Ehrgeiz ist es jedenfalls nicht, in diesem Wahnsinn des modernen Krieges umzukommen. Das hat nichts damit zu tun, dass man sich ordentlich hält, wenn man nun schon dabei ist. Der Krieg wird mir immer mehr zuwider, er bringt zu viel Leid über die Menschen.“
In het begin van de veldtocht door de Baltische staten was Werner bevriend geraakt met Luitenant Adolph Vorwerk Al kort na hun kennismaking was het Vorwerk duidelijk, dat Werner al lang niet meer geloofde in de rechtmatigheid van de Duitse politiek en de oorlogen die Duitsland voerde. Steeds meer kreeg Werner moeite om als soldaat zijn plicht te moeten doen. Vorwerk betoogde:

“Erst als mit Beginn des Russlandkrieges die ganze Maßlosigkeit Hitlers deutlich wurde, wurde ihm klar, dass auch das Offizierskorps im Begriff war alle preußischen Traditionen zu Grabe zu tragen.“
Werner maakte zich geen illusies meer over de werkelijke doelstellingen van Hitler. Ook zijn vriend Konrad Zweigert schreef, dat de veldtocht in Rusland een verandering in Werners denken te weeg had gebracht. Zweigert gaf aan, dat Werner innerlijk streed met zijn eed van trouw aan Hitler. Misschien was verzet tegen Nitler wel een grote daad van vaderlandsliefde

“In dieser Zeit begannen seine Gespräche in den Kreisen, in denen wir gemeinsam verkehrten, immer mehr um ein Themenbündel zu kreisen; damals war es neu und für jeden wichtig, heute ist es rückblickend in aller Munde: Befehl und rechtswidriger Befehl; Treueid und Recht zu Bruch und Widerstand: Unfähigkeit des Offiziers heutiger Prägung, zwischen einem Führer von Qualität und dem Verbrecher Hitler zu unterschieden und die Bindung an den Eid danach abzuwandeln; die Pflicht zum Widerstand als höhere Erfüllung der Vaterlandsliebe in der gegenwärtigen Lage.“
Zijn brief van 21 januari 1942, waarmee hij zijn broer bedankte, was de laatste van het front. Tijdens een verkenningstocht raakte hij levensgevaarlijk gewond. Een kogel trof hem in het onderlijf, sneed zijn urinebuis en zijn sluitspier door en verbrijzelde zijn bekken.
Op 20 juli 1944 moest Werner von Haeften zijn medewerking aan de aanslag op Hitler met de dood bekopen.


Tiel, 12 januari 2018

Meer weten?
Lees:
Paul Welling, Spotlight op Werner von Haeften. Soest : Boekscout 2012. 219 blz.  Index. ISBN 9789462061019. Prijs € 17,95. Te bestellen via boekscout.nl


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten