De 9e Heer van Haaften
Walraven van Haeften was de 9e
Heer van Haaften, Hellouw en Herwijnen uit het geslacht van Haeften. Hij werd
omstreeks 1485 in Herwijnen geboren. Hij was een van de zes kinderen en de
oudste zoon van Johan van Haeften (1440-1494) en Didericka
van Immerseel van Lyre (†1529).
Kasteel Goudenstein,
anno 2009
|
Walraven erfde op 5 oktober1521
van zijn vader Johan het huis en de heerlijkheid Frissestein, tienden te Herwijnen en het huis Goudenstein in Haaften.
Hij vernieuwde zijn eed als leenheer op 12 juni 1539. Walraven was ambtman van
de Tieler- en Bommelerwaard en Zaltbommel en schepen van Tuil. Hij was lid van de
Ridderschap van Nijmegen.
Walraven had niet alleen in de
westelijke Betuwe, maar in heel Gelre veel invloed en politieke macht. Hij ging
bovendien de gewapende strijd bepaald niet uit de weg. Een Divisie Kroniek uit
1517 verhaalde daarvan:
“Dit
geschiet wesende, ende dit oerloge dus fel ende quaet bliven staende, sant die
hertoge sine brieven in Hollant om volc van wapenen hem te diensten ende te
hulpe te comen. Doen bereiden hem die here van Lannoy, die stedehouder van Hollant,
Johan here van Wassenaer, ioncheer Phillips van Wassenaer sijn broeder, Rutgeer
van Boetselaer, Asperen, Langeraeck ende van Heemsteden, Walraven van Haeften,
Jan van Heemsteden baeliuw van Kermerlant mit meer andere vrome ridderen,
edelen ende sciltknapen.....
....Die eerbare vrouwe Yolent here
Reynolts wijf van Bredenroede reysde mit al hoer sonen ende dochteren tot
Vianen om haer daer te onthouden. Ende inder selver stede quamen om die te
defenderen ende bewaren, Walraven van Ameroyen ende Walraven van Haeften uut
Ghelrelant. Die vianden ende adversanten des heren van Bredenroede ende sijns
broeders den domproest deden die fame ende trumoer doer alle landen gaen dattet
valsche verraders waren ende en haddese die biscop niet gevangen genomen, hi soude
binnen III. dagen uut sinen bisdom verdreven hebben geweest....”
Walraven was in 1529 met 8
paarden in dienst van hertog Karel van Gelre en in 1538 was hij, net als zijn
schoonzoon Jasper van Wijhe (†1568)
medeondertekenaar van het verdrag tussen hertog Karel van Gelre en Jan van
Cleef,, waardoor de positie van Karel
van Egmond als Hertog van Gelre werd bevestigd.
Hertog Karel van
Gelre
|
Walraven was als getuige
betrokken bij verschillende belangrijke gebeurtenissen: in 1528 bij het
huwelijk van Johanna de Cock van Neerijnen met Rudolf van Lennep en in 1535 bij
het huwelijk van Herbert de Cock van Neerijnen. Tevens was hij getuige, toen
Herbert de Cock van Neerijnen met Rudolf van Lennep de goederen deelde van
wijlen Gijsbert de Cock Willemszn en van Johanna van Heemskerk.
In 1532 was Walraven getuige bij
het huwelijk van Walraven van Arckel en Katharina, een bastaarddochter van
hertog Karel van Gelre. In 1539 was Walraven van de partij, toen Lubbert Torck,
Heer van Nederhemert, en Gerrit van Flodorp, erfvoogd van Roermond en een aangetrouwde
neef van Walraven, een overeenkomst sloten, waarbij Gerrit van Flodorp tegen
een vergoeding de nalatenschap verkreeg van de schoonmoeder van Lubbert Torck.
Walraven getroostte zich grote
inspanningen om het familiebezit uit te breiden, geheel in overeenstemming met
de traditie binnen het geslacht Van Haeften. Hij was ook zuinig op zijn
bezittingen, zo beklaagde hij zich er in 1527 over, dat knechten van de Heer
van Bronckhorst hemzelf en zijn broer in Herwijnen schade berokkenden. In 1531
zorgde Hertog Karel van Gelre ervoor, dat Walraven en zijn neef Dirck hun
onderlinge verschil van mening bijlegden. In 1536 verklaarde Gerrit van Arkel,
Heer van Heukelum, dat hij van zijn neef Walraven van Haeften een bedrag van
250 goudgulden en 12 stuivers had ontvangen en dat hij dat bedrag in mindering zou
brengen op een lening van 2000 goudgulden. Twee jaar later steunde de Hertog
Walraven bij de Staten van Gelre over diens aanspraken op de Middelweert
Walraven trad twee keer in het
huwelijk. Eerst met Johanna van Broeckhuijsen, de dochter van Arnt van
Broeckhuijsen en Walburg van de Poll. Johanna overleed in 1520. Zij schonk
Walraven drie kinderen, twee zonen en een dochter. Zoon Johan (1519-1574) trad
in de voetsporen van zijn vader en erfde van hem de Heerlijkheden Haaften,
Herwijnen en Hellouw en werd zo de 10e Heer van Haaften uit de
familie. Sommige bronnen willen ons doen geloven, dat Johan een kind uit het
tweede huwelijk van zijn vader was. Gezien Johans geboortedatum is dat echter
zeer onwaarschijnlijk. Van de andere zoon, Dirk genaamd, is alleen bekend, dat
hij op 22 oktober 1586 overleed.
In 1514 kwam dochter Walburg ter
wereld. Zij trouwde in 1535 in Dreumel met Jasper van Wijhe. Het paar kreeg
negen kinderen. Beiden overleden in 1568 op Kasteel Wijenburg in Echteld. Jasper was de zoon van
Otto van Wijhe en Geertruid van Tengnagel.
Kasteel Wijenburg
|
Op een ornament in kasteel
Wijenburg staan onder de wapens van Jasper van Wijhe en Walburg van Haeften de
jaartallen 1541 en 1169 vermeld. In 1541 rondden zij hun belangrijke verbouwing
af, zij lieten glazen ramen plaatsen in de vele vensters van het kasteel, en
1169 is vermoedelijk het stichtingsjaar van de Wijenburg.
Na het overlijden van Johanna van
Broeckhuijsen hertrouwde Walraven van Haeften met Gerarda van Hoenselaer. Zowel
van haar voornaam als van haar achternaam zijn verschillende schrijfwijzen
bekend. Wanneer Gerarda, dochter van Goosen van Hoenselaer en Wilhelmina van Heemskerk,
precies geboren is weten we niet. Bij haar verwekte Walraven nog vijf kinderen.
Het oudste kind van Walraven en
Gerarda van Hoenselaer was dochter Wilhelmina, die op 2 juli 1533 werd geboren.
Wilhelmina trouwde twee keer. Eerst met Nicolaas van Assendelft. Het paar kreeg
geen wettige kinderen, maar Nicolaas had wel een paar bastaardkinderen. Zo’n zeven
jaar na de dood van Nicolaas hertrouwde Wilhelmina met Walraven III van Brederode.
Volgens Sloet en Van Veen kwam uit dit huwelijk een dochter voort, Helena, die op
in1609 beleend werd "bij makinge" (nalatenschap) van haar moeder
Wilhelmina van Haeften met land en hofstad te Amerzoden. Omdat Guilhelmijne van
Haeften, gemalin van Walraven van Brederode, mede-eigenares was van de
grondheerlijkheid Charlois, hebben B&W van Rotterdam in september 1924 besloten
een straat naar haar te vernoemen.
Van Haeftenstraat,
Rotterdam
|
Een jaar later werd weer een
dochter geboren, zij kreeg de naam Maria. In 1588 maakte Maria samen met haar
zus Margaretha haar testament op. Ze had van haar zus Wilhelmina goederen
geërfd in Amerzoden en Tuil, die ze vervolgens naliet aan haar neef Otto van Wijhe.
Maria overleed ongehuwd in 1608. Ze werd in Haaften begraven.
Weer een jaar later kwam dochter
Theodora ter wereld. Zij werd juffrouw Dirck genoemd. Zij stierf op 22 oktober
1586. Meer is over haar niet bekend.
Het volgende kind van Walraven en
Gerarda was weer een dochter, de hiervoor al genoemde Margaretha van 1537.
Margaretha ging het klooster in. Ze trad in in de vrouwenabdij van de Orde van
Benedictus in Rijnsburg. Margaretha stierf in de middag van 3 juli 1592 in Rijnsburg.
Haar stoffelijke resten werd overgebracht naar Haaften. Ze liet na haar dood de
abdij het nodige zilverwerk na.
De Hertog van Parma
|
Ook de volgende, en laatste
dochter van Walraven en Gerarda, Johanna, trad in het klooster. Zij werd
Canonikesse in Bergen in België. Dat Walraven en zijn gezien ten tijde van het
begin van de Tachtigjarige Oorlog en van de reformatie, in tegenstelling tot
andere familieleden duidelijke aanhangers waren van de Spaanse overheersers van
de Lage Landen, bleek duidelijk in 1580. Op 5 december van dat jaar verleende
de Hertog van Parma (1545-1592) sauvegarde (vrijgeleide) aan Johanna, die de sauvegarde
had aangevraagd, en haar zussen en aan hun neef Walraven van 12 jaar, die in Keulen
studeerde. Johanna overleed op 22 oktober 1587.
Walraven van Haeften overleed op
17 februari 1541, hij was toen 56 jaar oud. Na zijn overlijden kwam Gerarda
verschillende malen in aanraking met justitie, ondank het feit, dat zij Johan,
de oudste zoon van Walraven, had getocht (het vruchtgebruik had overgedragen). Steeds
ging de strijd over het eigendom van gronden. Zo moest zij in 1547 op last van
de stadhouder naar Arnhem komen om aan te tonen, dat zij de eigenaresse was van
een leengoed dat ze verpand had aan Aelbert Vrijese. Het geschil werd opgelost,
toen Vrijese de achterstallige pand betaalde.
Gerarda van Hoenselaer overleed op
13 oktober 1574 in Haaften. Reeds de volgende dag werd zij daar begraven.
Tiel, 19 juli 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten