Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 19 juli 2018

Genealogisch blog 304


De 9e Heer van Haaften

Walraven van Haeften was de 9e Heer van Haaften, Hellouw en Herwijnen uit het geslacht van Haeften. Hij werd omstreeks 1485 in Herwijnen geboren. Hij was een van de zes kinderen en de oudste zoon van Johan van Haeften (1440-1494) en Didericka van Immerseel van Lyre (†1529).

Kasteel Goudenstein, anno 2009
Kasteel Goudenstein, anno 2009

Walraven erfde op 5 oktober1521 van zijn vader Johan het huis en de heerlijkheid Frissestein, tienden te  Herwijnen en het huis Goudenstein in Haaften. Hij vernieuwde zijn eed als leenheer op 12 juni 1539. Walraven was ambtman van de Tieler- en Bommelerwaard en Zaltbommel  en schepen van Tuil. Hij was lid van de Ridderschap van Nijmegen.
Walraven had niet alleen in de westelijke Betuwe, maar in heel Gelre veel invloed en politieke macht. Hij ging bovendien de gewapende strijd bepaald niet uit de weg. Een Divisie Kroniek uit 1517 verhaalde daarvan:

“Dit geschiet wesende, ende dit oerloge dus fel ende quaet bliven staende, sant die hertoge sine brieven in Hollant om volc van wapenen hem te diensten ende te hulpe te comen. Doen bereiden hem die here van Lannoy, die stedehouder van Hollant, Johan here van Wassenaer, ioncheer Phillips van Wassenaer sijn broeder, Rutgeer van Boetselaer, Asperen, Langeraeck ende van Heemsteden, Walraven van Haeften, Jan van Heemsteden baeliuw van Kermerlant mit meer andere vrome ridderen, edelen ende sciltknapen.....

....Die eerbare vrouwe Yolent here Reynolts wijf van Bredenroede reysde mit al hoer sonen ende dochteren tot Vianen om haer daer te onthouden. Ende inder selver stede quamen om die te defenderen ende bewaren, Walraven van Ameroyen ende Walraven van Haeften uut Ghelrelant. Die vianden ende adversanten des heren van Bredenroede ende sijns broeders den domproest deden die fame ende trumoer doer alle landen gaen dattet valsche verraders waren ende en haddese die biscop niet gevangen genomen, hi soude binnen III. dagen uut sinen bisdom verdreven hebben geweest....”
Walraven was in 1529 met 8 paarden in dienst van hertog Karel van Gelre en in 1538 was hij, net als zijn schoonzoon Jasper van Wijhe (1568) medeondertekenaar van het verdrag tussen hertog Karel van Gelre en Jan van Cleef,, waardoor de positie van Karel van Egmond als Hertog van Gelre werd bevestigd.

Hertog Karel van Gelre
Hertog Karel van Gelre

Walraven was als getuige betrokken bij verschillende belangrijke gebeurtenissen: in 1528 bij het huwelijk van Johanna de Cock van Neerijnen met Rudolf van Lennep en in 1535 bij het huwelijk van Herbert de Cock van Neerijnen. Tevens was hij getuige, toen Herbert de Cock van Neerijnen met Rudolf van Lennep de goederen deelde van wijlen Gijsbert de Cock Willemszn en van Johanna van Heemskerk.
In 1532 was Walraven getuige bij het huwelijk van Walraven van Arckel en Katharina, een bastaarddochter van hertog Karel van Gelre. In 1539 was Walraven van de partij, toen Lubbert Torck, Heer van Nederhemert, en Gerrit van Flodorp, erfvoogd van Roermond en een aangetrouwde neef van Walraven, een overeenkomst sloten, waarbij Gerrit van Flodorp tegen een vergoeding de nalatenschap verkreeg van de schoonmoeder van Lubbert Torck.
Walraven getroostte zich grote inspanningen om het familiebezit uit te breiden, geheel in overeenstemming met de traditie binnen het geslacht Van Haeften. Hij was ook zuinig op zijn bezittingen, zo beklaagde hij zich er in 1527 over, dat knechten van de Heer van Bronckhorst hemzelf en zijn broer in Herwijnen schade berokkenden. In 1531 zorgde Hertog Karel van Gelre ervoor, dat Walraven en zijn neef Dirck hun onderlinge verschil van mening bijlegden. In 1536 verklaarde Gerrit van Arkel, Heer van Heukelum, dat hij van zijn neef Walraven van Haeften een bedrag van 250 goudgulden en 12 stuivers had ontvangen en dat hij dat bedrag in mindering zou brengen op een lening van 2000 goudgulden. Twee jaar later steunde de Hertog Walraven bij de Staten van Gelre over diens aanspraken op de Middelweert
Walraven trad twee keer in het huwelijk. Eerst met Johanna van Broeckhuijsen, de dochter van Arnt van Broeckhuijsen en Walburg van de Poll. Johanna overleed in 1520. Zij schonk Walraven drie kinderen, twee zonen en een dochter. Zoon Johan (1519-1574) trad in de voetsporen van zijn vader en erfde van hem de Heerlijkheden Haaften, Herwijnen en Hellouw en werd zo de 10e Heer van Haaften uit de familie. Sommige bronnen willen ons doen geloven, dat Johan een kind uit het tweede huwelijk van zijn vader was. Gezien Johans geboortedatum is dat echter zeer onwaarschijnlijk. Van de andere zoon, Dirk genaamd, is alleen bekend, dat hij op 22 oktober 1586 overleed.
In 1514 kwam dochter Walburg ter wereld. Zij trouwde in 1535 in Dreumel met Jasper van Wijhe. Het paar kreeg negen kinderen. Beiden overleden in 1568 op Kasteel  Wijenburg in Echteld. Jasper was de zoon van Otto van Wijhe en Geertruid van Tengnagel.

Kasteel Wijenburg
Kasteel Wijenburg

Op een ornament in kasteel Wijenburg staan onder de wapens van Jasper van Wijhe en Walburg van Haeften de jaartallen 1541 en 1169 vermeld. In 1541 rondden zij hun belangrijke verbouwing af, zij lieten glazen ramen plaatsen in de vele vensters van het kasteel, en 1169 is vermoedelijk het stichtingsjaar van de Wijenburg.
Na het overlijden van Johanna van Broeckhuijsen hertrouwde Walraven van Haeften met Gerarda van Hoenselaer. Zowel van haar voornaam als van haar achternaam zijn verschillende schrijfwijzen bekend. Wanneer Gerarda, dochter van Goosen van Hoenselaer en Wilhelmina van Heemskerk, precies geboren is weten we niet. Bij haar verwekte Walraven nog vijf kinderen.
Het oudste kind van Walraven en Gerarda van Hoenselaer was dochter Wilhelmina, die op 2 juli 1533 werd geboren. Wilhelmina trouwde twee keer. Eerst met Nicolaas van Assendelft. Het paar kreeg geen wettige kinderen, maar Nicolaas had wel een paar bastaardkinderen. Zo’n zeven jaar na de dood van Nicolaas hertrouwde Wilhelmina met Walraven III van Brederode. Volgens Sloet en Van Veen kwam uit dit huwelijk een dochter voort, Helena, die op in1609 beleend werd "bij makinge" (nalatenschap) van haar moeder Wilhelmina van Haeften met land en hofstad te Amerzoden. Omdat Guilhelmijne van Haeften, gemalin van Walraven van Brederode, mede-eigenares was van de grondheerlijkheid Charlois, hebben B&W van Rotterdam in september 1924 besloten een straat naar haar te vernoemen.

Van Haeftenstraat, Rotterdam
Van Haeftenstraat, Rotterdam

Een jaar later werd weer een dochter geboren, zij kreeg de naam Maria. In 1588 maakte Maria samen met haar zus Margaretha haar testament op. Ze had van haar zus Wilhelmina goederen geërfd in Amerzoden en Tuil, die ze vervolgens naliet aan haar neef Otto van Wijhe. Maria overleed ongehuwd in 1608. Ze werd in Haaften begraven.
Weer een jaar later kwam dochter Theodora ter wereld. Zij werd juffrouw Dirck genoemd. Zij stierf op 22 oktober 1586. Meer is over haar niet bekend.
Het volgende kind van Walraven en Gerarda was weer een dochter, de hiervoor al genoemde Margaretha van 1537. Margaretha ging het klooster in. Ze trad in in de vrouwenabdij van de Orde van Benedictus in Rijnsburg. Margaretha stierf in de middag van 3 juli 1592 in Rijnsburg. Haar stoffelijke resten werd overgebracht naar Haaften. Ze liet na haar dood de abdij het nodige zilverwerk na.

De Hertog van Parma
De Hertog van Parma

Ook de volgende, en laatste dochter van Walraven en Gerarda, Johanna, trad in het klooster. Zij werd Canonikesse in Bergen in België. Dat Walraven en zijn gezien ten tijde van het begin van de Tachtigjarige Oorlog en van de reformatie, in tegenstelling tot andere familieleden duidelijke aanhangers waren van de Spaanse overheersers van de Lage Landen, bleek duidelijk in 1580. Op 5 december van dat jaar verleende de Hertog van Parma (1545-1592) sauvegarde (vrijgeleide) aan Johanna, die de sauvegarde had aangevraagd, en haar zussen en aan hun neef Walraven van 12 jaar, die in Keulen studeerde. Johanna overleed op 22 oktober 1587.
Walraven van Haeften overleed op 17 februari 1541, hij was toen 56 jaar oud. Na zijn overlijden kwam Gerarda verschillende malen in aanraking met justitie, ondank het feit, dat zij Johan, de oudste zoon van Walraven, had getocht (het vruchtgebruik had overgedragen). Steeds ging de strijd over het eigendom van gronden. Zo moest zij in 1547 op last van de stadhouder naar Arnhem komen om aan te tonen, dat zij de eigenaresse was van een leengoed dat ze verpand had aan Aelbert Vrijese. Het geschil werd opgelost, toen Vrijese de achterstallige pand betaalde.
Gerarda van Hoenselaer overleed op 13 oktober 1574 in Haaften. Reeds de volgende dag werd zij daar begraven.

Tiel, 19 juli 2018

 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten