Gemeenschappelijke voorouders (297)
In 1478 gaven Johan van Haeften
en Theodora van Immerseel van Lyre elkaar het ja-woord in Herwijnen. Johan, die
rond 1440 geboren werd in Haaften, was een zoon van Walraven van Haeften
(1410-1478) en Hendrica van Varick (1421-1482). Hij was de achtste Heer van
Haaften, Hellouw en Herwijnen en schepen in de Bank van Tuil. Theodora, die
gewoonlijk Diderica werd genoemd en wier achternaam ook voorkomt als Van Liere
van Immerseel (en nog enkele andere schrijfwijzen), was een dochter van
Hendrick Godfried van Immerseel van Baardwijk en Heilwich van Berchem. Diderica
was van adellijke Vlaamse komaf. Johan en Diderica woonden op Kasteel
Goudenstein in Haaften. Ze kregen zes kinderen.
Overblijfselen van
Kasteel Goudenstein in Haaften
|
Op 12 juni 1594 trouwde Walraven
van Haeften met Philiberta van Immerseel van Lyre (zie hierboven voor de
verschillende schrijfwijzen van haar achternaam). Walraven, die in 1568 in
Haaften werd geboren, was een van de vier kinderen van Johan van Haeften
(1519-1574) en Anna van Spangen (1534-1584). Walraven was de elfde en laatste
Heer van Haaften, Hellouw en Herwijnen. Omdat het huwelijk van Walraven en
Philiberta kinderloos bleef, ging Kasteel Goudenstein na de dood van Walraven
over naar diens zuster Theodora (1560-1625). Via haar kwam de Heerlijkheid
Haaften in handen van de familie van Brederode. Volgens Sloet en Van Veen
kregen Walraven en Philiberta wel een dochter, Adriaentjen. Zij zou in 1687 het
huis te Haaften met bijbehoren opgedragen hebben aan Trijntje Stevens Buirten.
Een zeer twijfelachtige transactie, waarbij het vooralsnog om een andere
Adriana moet gaan.
Bijzonder aan Walraven was, dat
hij in 1580 tijdens de Tachtigjarige Oorlog onder sauvegarde (vrijgeleide) van
de Spanjaarden stond. Hij was daarmee een van de weinige leden van de familie
Van Haeften, die toen de zijde van Spanje koos. Philiberta, geboren op 12 juni
1574 in het Vlaamse Bokhoven, was een dochter van Engelbert van Immerseel van
Lier (1550-ca. 1619) en Josina Maria van Grevenbroeck (1552-1572). Vader
Engelbert was Burggraaf van Aalst en Heer van Immerseel.
An. Nijhoff weet in zijn boek “De
geschiedenis van Gelderland door onuitgegeven oorkonden opgehelderd en
bevestigd” uit 1830 te vertellen, dat Walraven en Philiberta dispensatie verkregen
voor hun huwelijk vanwege nauwe familiebanden in vorige generaties. Wat was er
aan de hand? Anna van Spangen, de moeder van Walraven, was een dochter van
Cornelis van Spangen en Maria van Immerseel van Lyre. Deze Maria was in de
vijfde graad verwant aan Philiberta, een oudtante dus.
Maar er was met de beide eerder
genoemde huwelijken meer aan de hand. Zowel Johan van Haeften en Diderica van
Immerseel van Lyre als Walraven van Haeften en Philiberta van Immerseel van
Lyre zullen vrijwel zeker niet geweten hebben, dat ze gemeenschappelijke
voorouders hadden. In geen van de oude genealogieën van de familie Van Haeften
is die verwantschap terug te vinden. Daarbij komt nog de moeilijkheid, dat de
gemeenschappelijke voorouders zich in de mannelijke lijn een generatie verder
terug bevinden dan in de vrouwelijke lijn. Kennelijk werden de Van Haeftens
destijds niet zo oud als de voorouders van Diderica en Philiberta. Het
onderstaande schema maakt de lijnen naar Johan van Haeften en Diderica van Immerseel
van Lyre vanaf hun gemeenschappelijke voorouders Hendrik de Cock (1240-1312) en
Elisabeth van Rossem († na
1316) duidelijk. In de lijn van Diderick van Immerseel van Lyre verliep de
afstamming van de gemeenschappelijke voorouders twee keer via de vrouwelijke
kant.
Johan de Cock van Weerdenburgh en
Gerard de Cock van Bruechem waren broers. Hun grootvader was Rudolf
de Cock. In de lijn van Diderica van Immerseel van Lyre komen vijf
mannelijke generaties en een vrouwelijke generatie voor van de familie De Cock
van Bruechem. Met Theodora de Cock van Bruechem stierf die familie uit. Volgens
een genealogie, gemaakt door Laurentia
Clara Elisabeth van Haeften en die zich in het Noord-Hollands Archief in
Haarlem bevindt, zou de familie De Cock van Bruechem al na vier generaties zijn
uitgestorven. Dat is echter onjuist, maar toen waren er ook nog geen computers.
Schema 1
Walraven van Haeften, gehuwd met Philiberta van Immerseel
van Lyre, was de achterkleinzoon van Johan van Haeften, die met Diderica van Immerseel
van Lyre was getrouwd. Als volgt schematisch voorgesteld vanaf Johan van
Haeften en Diderica van Immerseel van Lyre.
Schema 2
De lijn van Hendrick de Cock en Elisabeth van Rossem naar Philiberta van Immerseel van Lyra verloopt tot en met Theodora de Cock van Bruechem hetzelfde als die naar Diderica van Immerseel van Lyre, maar wijkt daarna af. Theodora de Cock van Bruechem en Johan van Berchem hadden niet alleen Heilwich van Berchem als dochter, maar ook Hedwig van Berthout. Via haar loopt de lijn dan door naar Philiberta van Immerseel van Lyre. In schema zie dat er als volgt uit.
Schema 3
Familielijnen, die in de 14e
eeuw uit elkaar gingen, kwamen in de 16e eeuw weer bij elkaar. Het
moet als uitgesloten beschouwd worden, dat de huwelijken van Johan van Haeften
en Diderica van Immerseel van Lyre en van Walraven van Haeften en Philiberta
van Immerseel van Lyre op bewuste huwelijkspolitiek om oude familielijnen weer
bij elkaar te brengen. Was er in beide gevallen sprake van bewuste
huwelijkspolitiek, dan berustte die op andere argumenten dan hiervoor genoemd.
Binnen de familie Van Haeften zijn een aantal staaltjes van huwelijkspolitiek
bekend om het familiebezit bij elkaar te houden. Met leden van andere families
werd bewust getrouwd om het familiebezit uit te breiden net zoals leden van
andere families dochters van de familie van Haeften trouwden om juist hun bezit
uit te breiden. Bekende voorbeelden zijn de familie Van Brederode en Mackay.
Tiel, 21 juni 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten