Wapenboeken
Tegenwoordig komen ze nauwelijks
nog voor, hoewel op Internet nog een groot aanbod te vinden is. Maar in mijn
jeugd had elk meisje een poëziealbum,
waarin ouders, grootouders, vriendinnetjes en heel soms een vriendje versjes
schreven, waarin ze duidelijk maakten hoeveel genegenheid ze hadden voor de
eigenaresse van het poëziealbum en waarin ze verklaarden haar altijd trouw te
zullen blijven.
Het poëziealbum is ontstaan uit
het liber amicorum,
een bundel met persoonlijke teksten, herinneringen en afbeeldingen, gemaakt
door familie, vrienden en /of collega’s. Bij jubilea of het veranderen van
baan, maar ook bij huwelijken en trouwdagen ontvangen de “feestvarkens” nog
geregeld zo’n rijkversierd liber amicorum. Het is elke keer weer inspirerend
voor de ontvanger om de waardering van anderen te lezen en te zien.
Het liber amicorum op zijn beurt
is ontstaan uit het album
amicorum, dat in zwang was tot in de 19e eeuw. In het album
amicorum schreven, op verzoek van de eigenaar, collega-studenten, vrienden,
belangrijke personen, diplomaten en geleerden persoonlijke teksten, die ze
voorzagen van passende illustraties. In de 16e en 17e
eeuw bestonden de illustraties vrijwel alleen uit de familiewapens van degenen
die gevraagd waren wat in het album amicorum te schrijven. Soms was aan het
familiewapen een korte tekst toegevoegd. Voor zover bekend is Walraven
van Haeften (1555-1608), Heer van Haaften, Hellouw en Herwijnen, de enige
voor wie binnen de familie Van Haeften een liber amicorum gemaakt is.
Liber Amicorum van
Walraven van Haeften
|
Het Liber Amicorum van Walraven
van Haeften bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek in ‘s Gravenhage en telt
ca 122 grote en 327 kleine wapens. Het boek is rijk aan wapenafbeeldingen, maar
wel met enkele dubbelingen.
Een speciale vorm van een liber
amicorum is het wapenboek, dat sommige studentenverenigingen in de 16e
en 17e eeuw lieten maken van hun leden. Maar niet alleen
studentenverenigingen hielden er wapenboeken op na. In de
Middeleeuwen waren wapenboeken een hulpmiddel om de identiteit van iemand vast
te stellen. Tot aan de Franse Revolutie waren wapenboeken ook een middel om de
hoogte van belastingen te bepalen.
De studenten aan de
universiteiten van met name Leiden, Utrecht en Franeker organiseerden zich in de
17e eeuw op regionale basis, de zgn. “nationes”. Het waren vooral
studenten uit Gelderland en Overijssel, die zich op die manier verenigden. Daar
het meestal studenten waren uit de bovenlaag van de toenmalige maatschappij,
verschenen formele stukken van de verenigingen in het Latijn, sterker nog de
studenten gaven er de voorkeur aan hun voor- en achternaam te noemen en te schrijven
volgens de regels van het Latijn. Zo komt Reinier
van Haeften (1646-1733) in 1663 voor als”
“Reynerus ab Haeften, Batavo Gelrus, anno
1663”
in de vier wapenboeken der Gelders-Overijsselse
Studentenvereniging aan de Universiteit van Utrecht. Reinier studeerde in
Utrecht rechten.
Wapen van Reinier
van Haeften
|
In zijn boek “De Wapenboeken der
Gelders-Overijsselse Studentenverenigingen” omschrijft mr. O Schutte, destijds secretaris
van de Hoge Raad van Adel, het
wapen van Reinier van Haeften als volgt:
“In keel drie palen van paalvair; een
schildhoofd van goud met een barensteel van sabel; gekroonde helm; dekkleden:
keel; helmteken: twee paardebenen van sabel met ijzers van goud.”
In de Utrechtse wapenboeken komen
665 personen voor. Van 603 leden van de vereniging is het wapen afgebeeld. De
kwaliteit van de boeken is slechter dan die van het Leidse wapenboek. Soms
werden personen door de vereniging geroyeerd. Hun wapens werden dan ofwel
vervangen door een uil ofwel opgehangen aan een galg.
De Wapenboeken der
Gelders-Overijsselse Studentenverenigingen
|
Het is niet precies bekend
wanneer de Gelders-Overijsselse Studentenvereniging in Utrecht is opgericht,
ergens tussen de jaren 1635 en 1663, vermoedelijk in 1639. Aan het hoofd van
zo’n studentenvereniging stond een “praetor’, die in de regel voor drie maanden
werden benoemd. Twee assessoren ondersteunden de praetor bij de uitoefening van
zijn taak. De laatste inschrijving in het wapenboek van de Utrechtse
Gelders-Overijsselse Studentenvereniging dateerde van 1 oktober 1671, toen
Johannes Wilhelmus Quaed praetor was. Waarschijnlijk was 1671 niet alleen het
laatste jaar van het wapenboek, maar ook van de vereniging. Het is ook
mogelijk, dat de vereniging ophield te bestaan, toen de Fransen in 1672 Utrecht bezetten.
In 1674 wilden de studenten de vereniging opnieuw oprichten, maar de rector van
de universiteit stak daar een stokje voor, mede op verzoek van de burgemeester
van Utrecht. In het verleden hadden de leden van de vereniging in Utrecht vaak
’s nachts overlast veroorzaakt.
Wapen van Johan van Haeften
|
Een ander lid van de familie Van
Haeften, van wie het wapen voorkomt in de Utrechtse wapenboeken, is Johan van
Haeften, die in 1649 in Deijl werd geboren. Schutte omschreef zijn wapen als
hetzelfde van Reinier van Haeften, maar dan zonder dekkleden.
Johan behoorde tot de tak Putten
en Puttenstein van de familie Van Haeften. Zijn ouders waren Willem van Haeften
en Johanna van der Beecke. Na ook rechten gestudeerd te hebben aan de Universiteit
van Utrecht, trad hij in het huwelijk
met Mechteld Agnes Schaep, die ongeveer in 1650 werd geboren als dochter van
Hendrik Schaep (1597-1687) en Elisabeth Cunegonda van Haeften (1607-1672), die op
haar beurt behoorde tot de tak Verwolde
van de familie Van Haeften en een dochter was van Alard van Haeften (1581-1625)
en Anna Dorothea van Eck, die in 1612 overleed.
Johan werd in 1681, toen zijn
vader overleed, Heer van Putten en Puttenstein. Hij is dat maar heel kort
geweest want in 1682 overleed hij zelf. Johan en Mechteld kregen een zoon Willem
Wolter van Haeften, die na de dood van zijn vader ook Heer van Putten en Puttenstein
werd, maar wederom voor een korte periode, Willem Wolter overleed in 1683 en
werd bijgezet in het graf van zijn vader in de kerk van Elburg op 5 juni 1683.
Tiel, 16 juni 2018
Meer weten? Lees:
Mr. O. Schutte, De wapenboeken der
Gelders-Overijsselse studentenverenigingen, De Walburg Pers, Zutphen, 1975
Geen opmerkingen:
Een reactie posten