Raadsel
De eerlijkheid gebiedt mij te
zeggen, dat het idee voor dit bericht op mijn genealogische blog afkomstig is
van mijn vriend Dietrich von Haeften, de schatbewaarder van de Duitse tak van
het geslacht Van/Von Haeften. Het was overigens Karl Franz Werner von Haeften
(1732-1802), die besloot zijn achternaam te veranderen van Van Haeften in Von
Haeften, nadat hij in 1768 het goed Erprath bij Xanten had geërfd van zijn oom Johann
Werner Müntz, die kinderloos overleed. De voorouders van Karl Franz Werner von Haeften
leefden weliswaar al drie generaties op Duitse bodem, maar waren nog Nederlands.
Karl Franz Werner was als eerste eigenaar van Duitse grond en onderworpen aan
de Pruisische Kroon.
Dietrich von Haeften |
Dan nu het raadsel.
Alard van Haeften (1581-1625)
erfde in 1610 van zijn vader Dirk het Kasteel Verwolde. Alard trouwde op 27
september 1606 in Zutphen met Anna Dorothea van Eck (†1612). Op 7 november 1607 werd hun eerste kind, dochter
Elisabeth, geboren. Toen Alard in 1608 zijn testament opmaakte was Elisabeth
nog enig kind. Het was dus logisch, dat zij Kasteel Verwolde zou erven, wanneer
haar vader zou komen te overlijden.
Maar het gezin van Alard en Anna
groeide verder. In 1608 kwam oudste zoon Gerard ter wereld en in februari 1609
werd tweede zoon Dirk, ook Diederick genaamd, geboren. Dat er daarna nog drie
kinderen werden geboren is voor de rest van dit raadsel niet relevant. In 1617
ging het eigendom van Kasteel Verwolde over van dochter Elisabeth op Dirk, die
toen pas 8 jaar oud was. Dat Verwolde niet in eigendom van Elisabeth overging naar
haar oudste broer Gerard, kan alleen maar verklaard worden door aan te nemen,
dat het een vooropgezet plan was Gerard van deze erfenis uit te sluiten. Een
jongen van negen jaar kan niet zoiets slechts gedaan hebben, dat hij niet in
aanmerking zou komen voor de normale rechten van de oudste zoon. Gezien zijn
latere militaire carrière kunnen we er ook niet vanuit gaan, dat Gerard leed
aan een psychische of lichamelijke kwaal.
Kasteel Verwolde |
Twee jaar na zijn dood stelde het
gerechtshof de nalatenschap van Alard definitief vast in 1627. Gerard was toen
19 en zijn broer Dirk 18. Hoewel beiden formeel nog onmondig waren, behield
Dirk het eigendom van Verwolde. De broer van zijn vader, vaak met zijn bijnaam
Diederick de Dikke genoemd, noemde zich volgens J. de Graaf in zijn artikel “Het
huis en de heerlijkheid Verwolde” in Bijdragen en mededelingen Gelre uit 1923,
al sinds 1617 “Heer van Verwolde”, omdat hij daarmee toen beleend werd.
In 1634, Dirk was toen 25, ging
het eigendom van Verwolde officieel over van hem naar de zoon van zijn oom
Diederick de Dikke. Tot 1666 liet Dirk niets meer van zich horen. Toen nam hij
op het goed Baerl de zaken waar, omdat zijn neef Arnold Georg (1645-1694), de
eigenaar, door de Fransen gevangen was genomen.
Je zou uit het voorgaande
voorzichtig kunnen opmaken, dat Diederick de Dikke van mening was, dat zijn
neefje Dirk niet de juiste figuur was om Heer van Verwolde te zijn. De grote
vraag blijft natuurlijk nog steeds waarom heeft Alard zijn oudste zoon onterfd?
Sommige genealogen beweerden, dat
Alard Gerard onterfd zou hebben, omdat deze door zijn tweede huwelijk met
Everken van Haeften tot den Esch al grote bezittingen had vergaard. Deze
stelling is echter niet houdbaar, omdat Gerard in 1630 in het huwelijk trad met
Everken en toen was Alard al vijf jaar overleden. Alard kan het huwelijk van
Gerard met Everken nooit in zijn overwegingen meegenomen hebben. Er waren er
ook, die beweerden, dat Gerard zijn zoon Gerard liet opgroeien op Den Esch bij
Rhenoij in de Betuwe, het goed van Everken. Tegenwoordig weten we, dat Everken
wel de naam droeg “op den Esch”, maar het goed nooit in bezit heeft gehad en de
jonge Gerard groeide gewoon op op Kasteel Verwolde.
Ook dit brengt de oplossing van
de puzzel niet dichterbij. Blijft de vraag: waarom ging Verwolde over van Alard
naar Dirk en niet naar Gerard?. Was Alard misschien de weg volkomen kwijt door
een familiedrama dat zich in Zweden afgespeeld heeft?
We weten het niet. Hoe het ook
zij, Gerard is goed terecht gekomen. Hij klom op tot kapitein van het garnizoen
in Moers bij Krefeld van het Staatse leger. Bovendien werd hij door zijn
huwelijk in 1640 met Judith Elisabeth Baerl (†1648) door de keurvorst van Brandenburg in 1653 beleend met
Baerl in het Vorstendom Meurs en met Doipstein in het hertogdom Kleef.
Tiel, 05-03-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten