Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 17 maart 2016

Genealogisch blog 37



Mevrouw De Liefde

Met de jongens uit de straat voetbalde ik vaak op de Bredeweg. Dat kon op “de laagte” tot halverwege de jaren ´60 zonder problemen. Daarna kwamen er teveel auto´s. Op “de hoogte” voetballen was geen optie, gaf je daar de bal een flinke schop, dan had je kans, dat je die op de Hogeweg kon terugvinden. De ruimtes tussen de lantarenpalen en de muren van de huizen waren onze doelen. Het speelveld was net zo groot als de ruimte tussen twee lantarenpalen, en tot aan het perkje

Enkele mensen in de straat vonden het niet prettig wanneer we bij hen voor de deur speelden. Dan stuurden ze ons weg of namen de bal in beslag. Zo´n iemand was mevrouw De Liefde, die op nr. 37 woonde bij ons aan de overkant. Menigmaal kreeg ze onze bal te pakken en die stak ze dan lek met een mes. Wanneer mijn moeder op straat mevrouw De Liefde tegenkwam, maakte ze altijd tot mijn verbazing een praatje met haar. Ik nam aan, dat mijn moeder een goed woordje voor ons deed.

Toen mevrouw De Liefde weer eens een bal lek geprikt had, besloten we, dat het tijd was om haar flink te straffen. Luilak leek ons een geschikt moment. 

Bredeweg

Bredeweg 37 precies achter de lantaarnpaal, (foto: Gemeentelijk Archief Amsterdam)
We gingen die luilak niet naar de film op de Middenweg of op de Linnaeusstraat, maar om een uur of 05.00 begonnen we de ramen van het huis van mevrouw De Liefde vol te plakken met oude kranten. In het geheim hadden we alles voorbereid, onze ouders mochten van niets weten, anders zou het wel eens niet door kunnen gaan. We wisten, dat mevrouw De Liefde aan de achterkant sliep.

Nadat we de kranten hadden aangebracht, smeerden we die vol met alle hondenpoep, die we in het perk op de Bredeweg konden vinden, er lag genoeg. Tevreden trokken we ons terug. Met een grote grijns zagen we van afstand mevrouw De Liefde die ochtend haar ramen proberen schoon te krijgen. Ze was daar enkele uren mee bezig, terwijl ze aan iedereen, die langs kwam, vroeg of die wist wie dat gedaan hadden. Niemand wist het uiteraard.

Een paar jaar geleden deed ik met (achter)neef Wim Welling een dagje Amsterdam. We begonnen met koffie in een journalistencafé aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal. Toen liepen we naar de Leidsestraat, want Wim wilde mij het een en ander over zijn moeder en Oom Piet en tante Cor vertellen. Tot verbazing van vele voorbijgangers stonden we ongeveer een uur te praten en te wijzen in de Leidsestraat voor de winkel waar je altijd door moest om bij oom Piet en tante Cor boven te komen.

Tante Cor, een zus van onze grootvaders, en haar man Piet Despomare woonden in de Leidsestraat nr. 81a vlakbij de hoek met de Prinsengracht en recht tegenover het vermaarde restaurant Dikker en Thijs. Uit de woonkamer van oom Piet en tante Cor kon je precies zien wat aan de overkant de welgestelden aan hun vork prikten.

Dikker & Thijs

Restaurant Dikker & Thijs (foto: Gemeentelijk Archief Amsterdam)

In 1906 beëindigde oom Piet zijn bakkerij in Naarden, liet tante Cor, met wie hij verkering had, achter en vertrok met de Nieuw Amsterdam naar Amerika om daar in vee te gaan handelen. Vier jaar later kwam hij als een rijke Piet terug, trouwde met tante Cor en begon een zaak in comestibles in Amsterdam. 


Het huwelijk van oom Piet en tante Cor is kinderloos gebleven. Toen het stel in 1941 verhuisd was naar de Leidsestraat lieten ze de Joodse Katrien Hakken bij hen onderduiken.

Met een compagnon begon oom Piet nog voor de Tweede Wereldoorlog een rederij met rondvaartboten aan de Amstel. Wie die compagnon was? Meneer De Liefde, die van de Bredeweg met wiens vrouw mijn moeder later wel eens sprak.

Wim vertelde me, dat het verhaal ging, dat bij oom Piet en tante Cor zakken met geld in huis lagen. Ze bezaten verschillende panden aan de Sarphatistraat. Ze bulkten van het geld, dacht iedereen. Van hun rijkdom wilden anderen wel meeprofiteren, vooral meneer en mevrouw De Liefde, nadat de rederij op de fles was gegaan.

Wanneer mijn opa, de broer van tante Cor, bij ons aan het klussen was en dus enkele dagen bleef slapen, dan ging hij vaak ’s avonds naar zijn broers en zus in Amsterdam. Ik ging wel eens met hem mee. Ook een keer naar de Leidsestraat, al heb ik geen enkel beeld meer daarvan.

Toen oom Piet’s gezondheid achteruit ging, nam de moeder van Wim zijn verzorging op zich. Die verdiende daar een paar centen mee, die ze goed kon gebruiken, nu haar man was afgekeurd.

Oom Piet overleed op 31 mei 1963 in Vinkeveen, hij was toen zevenenzeventig jaar oud. Nog geen vijf jaar later overleed tante Cor.

Van die vermeende zakken met geld is nooit iets teruggevonden.



Tiel, 17-03-2016




Geen opmerkingen:

Een reactie posten