DNA
In de uitzending van zijn
programma “De Raadkamer” van 3 mei j.l stelde Peter R. de Vries de
vraag ter discussie of een rechter in Nederland bewijsvoering via onrechtmatig
of oneigenlijk verkregen DNA zou accepteren. De deskundigen, aan tafel bij De
Vries, waren het er snel over eens, daarmee zou een Nederlandse rechter nooit
instemmen.
De Vries gooide de vraag in de
groep naar aanleiding van het feit, dat in Amerika een seriemoordenaar tegen de
lamp was gelopen, omdat zijn DNA in een genealogische DNA-databank overeen kwam
met DNA dat gevonden was op de plaats delict. Een rechercheur was op het idee
gekomen om het DNA, dat op de plaats delict was aangetroffen op te sturen naar
een genealogische DNA-databank, met het
verzoek na te gaan of zo familie van hem (de dader dus) opgespoord zou kunnen
worden.
Peter R. de Vries
|
Het DNA in de databank bleek te
matchen met het ingestuurde materiaal en zo kon de seriemoordenaar in de kraag gegrepen worden. De deskundigen
hadden geen verschil van mening: in de genealogische DNA-databank wordt DNA
opgeslagen van mensen, die daarmee verwantschappen willen (kunnen) aantonen.
Zij sturen hun DNA op in het volste vertrouwen, dat dat alleen voor genealogisch
onderzoek gebruikt wordt. Bovendien hebben de bedrijven die de DNA-databanken
beheren toegezegd hun data alleen voor genealogische doeleinden te gebruiken.
Dat die rechercheur zo slim was, was voor het strafrechtelijke onderzoek mooi
meegenomen.
En passant vermeldde De Vries in
de uitzending, dat My
Heritage al van enkele tientallen miljoenen mensen, vooral Amerikanen, DNA
in zijn database heeft zitten. Andere bedrijven hebben eveneens al grote
hoeveelheden DNA-profielen in hun bezit, bijv. in België. Dat Justitie gebruik
heeft gemaakt van gegevens in die databases vonden De Vries c.s. op zich een
geniale vondst, maar ze haastten zich vervolgens daaraan toe te voegen, dat een
Nederlandse rechter op deze wijze verkregen bewijs direct terzijde zou
schuiven. Ze waarschuwden, dat je, wanneer je DNA-materiaal van jezelf aan die
bedrijven ter beschikking stelt, ook al is het voor genealogisch onderzoek, je
nooit zeker weet of die bedrijven jouw DNA-gegevens niet aan derden zullen
doorverkopen, ondanks allerlei mooie bepalingen over privacy.
In de genealogische media is al
enkele jaren veel te doen over geneografie,
het herschrijven van de geschiedenis van de mensheid aan de hand van
DNA-profielen. De moderne technologie maakt het mogelijk niet alleen juridisch
te bepalen wie je voorouders waren, maar ook biologisch. Je kunt laten bepalen
tot welke haplogroep je behoort en waar je mitochondrise moeder heeft geleefd.
Veel afdelingen van de NGV hebben
hun leden via lezingen kennis laten maken met de enorme voordelen van de
DNA-technologie voor je genealogisch onderzoek. In Tiel kwam iemand van een
Belgisch bedrijf vertellen hoe belangrijk het is te weten tot welke haplogroep
je behoort en wie je mitochondrise moeder. Je kunt door de moderne technologie
makkelijk achterhalen of mensen met dezelfde achternaam familie van je zijn. Er
kunnen zelfs matriarchale stambomen opgesteld worden. Wie wil er nou niet weten
wie zijn stammoeder was? Het gaat zelfs zo ver, dat de afdeling Betuwe van de
NGV een speciale dag gaat organiseren over
matriarchale stambomen. Alle dochters van Eva kunnen zo in kaart
gebracht worden.
Haplogroepverdeling
Nederland
|
Was ik na die lezing al zeer
sceptisch tegenover geneografie, mijn scepsis is de laatste tijd alleen maar
toegenomen. Het programma van De Vries heeft daaraan een belangrijke bijdrage
geleverd. Ik vraag me in hoge mate af, wat de werkelijke meerwaarde voor de
genealogie is van de DNA-technologie, waarvoor je behoorlijk in de buidel moet
tasten. Wat heb ik eraan te weten tot welke haplogroep ik behoor. Als ik weet
wie mijn mitochondrise moeder is, kan ik haar dan verder leren kennen? Kan ik
haar dan omhelzen?
Wat is er in de genealogie leuker
dan aan de hand van authentieke bronnen je stamboom op te stellen. De kracht
van de genealogie is het speuren naar nog een oudere generatie via bezoeken aan
archieven, via internet, via boeken en tijdschriften en niet te vergeten de verhalen
van opa en oma.
Ik snap heel goed, dat bedrijven,
die de DNA-technologie beheersen, zoeken naar uitbreiding van hun markt. Ze
denken veel voor genealogen te kunnen betekenen bij het opsporen van hun
voorouders. Maar is dat werkelijk zo? Kunnen ze me werkelijk op basis van mijn
DNA vertellen wie mijn overgrootvader was? Moeten ze daarvoor op zijn minst
niet het DNA van mijn overgrootvader of van iemand uit zijn naaste omgeving
hebben. Ik weet zeker, dat het opsporen van DNA van mijn overgrootvader een
schier onmogelijke klus zal zijn. Het genealogisch eenvoudige “handwerk” is
veel goedkoper en veel leuker
Daar komt nog wat bij. Tijdens de
Tweede Wereldoorlog zijn 6 miljoen mensen vergast. De meesten zijn daarna de
verbrandingsoven in gegaan. Hun DNA ging daarbij door de schoorsteen. Laat ik
met een voorbeeld duidelijk maken wat ik bedoel. Alle acht kinderen van Hijman
Koopman en Mietje de Haas werden vergast in Auschwitz, terwijl zij zelf kort
voor de oorlog waren gestorven. Van hun kinderen en van zeker 21 van hun 29
kleinkinderen is absoluut geen spoor meer te vinden. Hoe zouden de paar
mogelijk overlevenden op basis van DNA moeten aantonen, dat zij familie waren
van de vergasten. Door de oorlog is van twee à drie generaties het DNA verloren
gegaan. Gelukkig zijn er wel archieven bewaard gebleven, die ons nu in staat
stellen hen te gedenken.
En nog iets: tegenwoordig kiezen
veel mensen ervoor om na hun overlijden gecremeerd te worden en daarmee gaat
hun DNA verloren. Of gaan we toestanden krijgen, dat kort na iemands overlijden even snel DNA moet worden
afgenomen voor toekomstig onderzoek. Het kan nog gekker: over een aantal jaren
dragen we allemaal een DNA-verklaring op zak, waarmee we toestemming geven kort
na ons overlijden alsnog even wat DNA af te nemen.
Ik moet er niet aan denken. Mocht
het zover komen, dan zijn we werkelijk aanbeland in het tijdperk van “Big
brother is watching you”. Soms zou je denken dat we al in dat tijdperk leven.
Mag dan onze innerlijkste eigenheid aub privé blijven, we hebben nog zo weinig.
DNA mag in strafzaken door
Justitie worden afgenomen binnen de strikte kaders van de wet, en zo alleen.
Dat er mensen zijn, die vrijwillig DNA afstaan, vind ik onbegrijpelijk. Het
door Peter R. de Vries aangekaarte voorbeeld bewijst eens te meer op welk glad
ijs je je dan begeeft. Je eigenheid is handelswaar geworden! We moeten ons
daarbij ook realiseren, dat voor zo’n gek als die met dat snorretje de stap
naar eugenetica nog maar zeer klein is.
Tiel 8 mei 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten