Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 21 mei 2018

Genealogisch blog 287


Hoeveel kan een mens hebben?

Ik heb in mijn Genealogisch blogs de nodige aandacht besteed aan slachtoffers van de Holocaust uit de families, waarvan ik de stambomen heb uitgezocht. Verreweg de meesten van hen zijn op gruwelijke wijze vermoord door de Nazi’s. Slechts een enkeling overleefde de verschrikkingen van de concentratiekampen. Tijdens mijn onderzoeken heb ik me vaak afgevraagd waarom een enkeling slechts overleefde?. Waren die overlevenden fysiek buitengewoon sterk? Hadden ze een oersterke drang om in leven te blijven? Waren ze zo slim, dat de Nazi’s geen enkele vat op hen hadden? Of hadden ze gewoon mazzel? Mogelijk is het antwoord te vinden in het boek “Is dit een mens” van de Italiaanse schrijver Primo Levi, waarin hij beschrijft hoe hij Auschwitz overleefde en zich over onderdrukten en onderdrukkers voortdurend afvraagt: is dit een mens?
Het antwoord op die vragen heb ik niet. Niemand zal die hebben! Ik weet alleen, dat er (nog) overlevenden zijn, die met geen woord willen spreken over wat ze in de kampen hebben meegemaakt. Hun verdriet is te groot, te groot is de schaamte waarmee zij als gedwongen machteloze toeschouwer moesten toekijken bij vernedering en mishandeling. Maar er zijn ook nog overlevenden, die hun geschiedenissen van de daken zouden willen schreeuwen of die hun ervaringen in de kampen hebben opgeschreven als waarschuwing voor ons allen, dat zoiets nooit, maar dan ook nooit meer mag gebeuren. De ontkenning van de Holocaust steekt te vaak de kop op.
Voor één van die overlevenden wil ik met dit Genealogische blog een monument oprichten om door zijn verhaal duidelijk te maken hoever de mensheid kan wegzinken wanneer we niet goed letten op kwaadwillende figuren als Adolf Hitler c.s. Dit wordt het welverdiende monument voor Raphaël Walvis.

Raphaël Walvis
Raphaël Walvis

Raphaël Walvis was het tweede kind van Levie Walvis (geb. 1900) en Alida Ensel (geb. 1901). Hij had een oudere zus, Sara (geb. 1924), en een jongere zus, Salina (geb, 1934). Het gezin Walvis woonde in de Nieuwe Uilenburgerstraat in Amsterdam. Vader Levie verdiende de kost als perser bij een confectiebedrijf. Dochter Sara werkte als stikster in de confectie. Salina werkte bij Hollandia-Kattenburg
Voor de Tweede Wereldoorlog was zoon Raphaël, die vernoemd was naar zijn grootvader van moederszijde, slotenmaker. Zowel de ouders van Raphaël als zijn jongere zusje Salina kwamen om in Sobibor in 1943. Zus Sara werd in Auschwitz vergast. Uitgerekend is dat zo’n 200 naaste familieleden van Raphaël in de concentratiekampen de dood vonden. Raphaël, die klein van stuk was, en een verre neef en nicht waren de enige overlevenden. Raphaël bleef op bijzondere wijzen in leven.

Concentratiekamp Herzogenbusch (Vught)
Concentratiekamp Herzogenbusch (Vught)

De Nazi’s arresteerden de 17-jarige Raphaël in Amsterdam op 28 november 1942 en brachten hem nog dezelfde dag over naar Westerbork. Daar verbleef hij tot 20 februari 1943, toen hij overgebracht werd naar Concentratiekamp Vught.
Na een verblijf van drie maanden in Vught kreeg Raphaël op 21 mei 1943 een plaats toegewezen in het Buitencommando Moerdijk. Daar moesten vanaf maart 1943 zo’n 500-1000 Joden, bewaakt door SS’ers met honden, tankgrachten graven. De gevangenen moesten de afgegraven grond in kruiwagen in looppas afvoeren. Ging dat naar het oordeel van commandant  Hauptscharführer Friedrich Meyerhoff of andere SS’ers niet snel genoeg, dan volgden onvermijdelijk stokslagen. Het lukte Raphaël het hulpje van de kampcommandant te worden. Daardoor werd hij goed behandeld en kreeg hij voldoende te eten.

Boek over kamp Moerdijk
Boek over kamp Moerdijk

Na een kleine vier maanden werd Raphaël voor een dag weer teruggestuurd naar Vught, want op 17 september 1943 werd hij voor de tweede keer op transport gesteld naar Westerbork. Dit maal duurde zijn verblijf in Westerbork ruim vier maanden. Op 25 januari 1944 werd hij op transport gesteld naar Auschwitz-Birkenau. Twee dagen later begon zijn dwangarbeid in Monowitz, een subkamp van Auschwitz en ook wel Auschwitz III genoemd, waar de gevangenen moesten werken in de fabrieken van IG Farben en Krupp Stahl.

Luchtopname van het bombardement op Monowitz
Luchtopname van het bombardement op Monowitz

Raphaël werd regelmatig ingedeeld bij de zwaarste Arbeitskommando’s, maar Nederlandse medegevangenen verlichtten vaak zijn werkzaamheden, alsof ze wilden, dat hij zou overleven om later te kunnen getuigen. Op 13 september 1944, de 18e verjaardag van Raphaël, voerden geallieerde B-24 bommenwerpers een zwaar bombardement uit op Monowitz. Het gebouw waar Raphaël op dat moment aanwezig was werd zwaar getroffen, maar Raphaël overleefde zonder kleerscheuren.
Vlak voor de bevrijding van Auschwitz, op 27 januari 1945 door de Russische troepen, werden op 17 en 18 januari nog 60.000 gevangenen, onder wie Raphaël, door de Nazi’s “geëvacueerd” naar kampen dieper in het Derde Rijk met de bedoeling de bewijzen van de massamoord te laten verdwijnen. Eerst moesten de gevangenen in de bittere kou 60 km. lopen naar Loslau. Daarbij kwamen 15.000 mensen om het leven of werden door de Duitsers neergeschoten, omdat ze volkomen uitgeput waren en niet verder konden. In Loslau ging het per trein verder. Raphaël werd in goederenwagons “geëvacueerd” naar concentratiekamp Buchenwald in de buurt van Weimar, waar hij op 26 januari aankwam.

Gevangenen in Buchenwald na de bevrijding
Gevangenen in Buchenwald na de bevrijding

Van Buchenwald stuurden de SS’ers Raphaël op 15 februari 1945 voor dwangarbeid door naar Holzminden. Daarna kwam hij terecht in Arbeitskommando Steinbruch en van 3 maart tot 4 april in het Arbeitskommando Hecht. Op 5 of 6 april 1945 was hij weer terug in Buchenwald. Daar kreeg hij van Russische krijgsgevangenen herhaaldelijk een extra kom soep aangereikt door het hek. Nog voor de bevrijding door de Amerikanen van concentratiekamp Buchenwald op 11 april 1945, was voor Raphaël al een volgende ”evacuatie” gaande.
Eerst moesten Raphaël en zijn medegevangenen te voet naar Weimar. Tijdens die tocht kwamen weer veel gevangenen van uitputting om het leven. Vanuit Weimar ging het in goederenwagons van de Duitse spoorwegen naar Dachau, de zgn Dodentrein. De reis van Buchenwald naar Dachau duurde 21 dagen, zonder eten of drinken. Meer dood dan levend kwam Raphaël op 28 april in Dachau aan.

Dodentrein naar Dachau
Dodentrein naar Dachau

In Dachau kreeg Raphaël geen kampnummer, het laatste nummer was op 26 april aan een gevangene uitgedeeld. De chaos in Dachau was groot, de Amerikanen konden het kamp elk moment bevrijden. Dat gebeurde, daags nadat Raphaël er aangekomen was, op 29 april 1945. Bij hun aankomst in Dachau vonden de Amerikanen de dodentrein uit Buchenwald, waarin ook Raphaël had gezeten. In de trein vonden de Amerikanen 2000 lijken en bij het crematorium van het kamp troffen zijn nog eens 3000 lijken aan.
Raphaël, die nu werkelijk helemaal aan het einde van zijn krachten was, werd de eerste dagen na de bevrijding met suikerklontjes in leven gehouden. Toen hij voldoende hersteld was en de oorlog definitief beëindigd was, aanvaardde hij de reis naar huis. Op 6 april 1949 trad hij in het huwelijk met de 25-jarige, van oorsprong Duitse Thea Weyl, dochter van Willy Weyl en Gertrud Loewenstein. Het echtpaar kreeg twee zonen, resp. in 1952 en in 1954.
Het gezin Walvis emigreerde op 5 december 1957 naar Sao Paulo in Brazilië. Daar begon Raphaël samen met een compagnon een couturierbedrijf. In 1964 gingen Raphaël en Thea uit elkaar, hun scheiding werd op 3 november van dat jaar in Amsterdam geregistreerd. Thea overleed in 1993, ze was toen 69 jaar oud. Raphaël stierf in Sao Paulo op 15 mei 2009 in de leeftijd van 82 jaar.

Tiel, 21 mei 2018
 


 
 



1 opmerking:

  1. Bedankt dat je dit hebt geschreven over mijn grootvader. Een man die zoveel heeft meegemaakt maar nog steeds de meest zorgzame en liefhebbende man was die ik ooit heb gekend. Hij was mijn idool, mijn held. Ik mis hem elke dag.
    Ik was zijn eerste kleinkind vanaf het moment dat hij ontdekte dat mijn moeder en vader me de connectie begonnen te hebben. Hij hield meer van mij dan al het andere in deze wereld en omgekeerd. Als je zelf een monument voor hem wilt maken, of mijn moeder (Renee Walvis Taylor zijn dochter) zou er graag zijn.
    Met vriendelijke groet,
    Natalie Walvis Taylor, USA

    BeantwoordenVerwijderen