Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

zaterdag 4 augustus 2018

Genealogisch blog 308


Jan Rapsteel

Ik heb al vaker verteld, dat genealogie nooit klaar is, dat je soms denkt alles van een persoon te weten en dat je kort daarna nieuwe informatie over die persoon vindt. Dat is me al verschillende keren overkomen. Zo ook deze week nog, toen ik bezig was met het Genealogisch blog 307 over de monniken in de familie van Haeften. Zoekende naar mogelijk aanvullende informatie over de monniken, kwam ik zo maar bij ene Jan Rapsteel terecht. Wie was nou Jan Rapsteel? zult u vragen. Een wat duistere naam. Behoort die wel tot een van de families, waarvan jij de stambomen uitpluist? Ja zeker wel!
Ik kwam Jan Rapsteel tegen in het boek van de Arrondissementsrechtbank van Amsterdam met de gewezen vonnissen uit 1853. Dit boek is on line te raadplegen bij het Noord Hollands Archief in Haarlem.
Jan Rapsteel was de bijnaam van Johan van Haeften, die leefde van 1808 tot 1865. Dat Johan het niet nauw nam met het mijn  en dijn heb ik in Genealogisch blog 116 uitvoerig beschreven. Om zijn gezin te kunnen onderhouden bewandelde Johan regelmatig het pad van de kleine criminaliteit. Zowel de gevangenis als Veenhuizen kende hij van binnen. Ik schreef toen:

“Na zijn ontslag uit Veenhuizen in 1847 horen we lange tijd niets meer van Johan totdat hij werd opgenomen in het Binnengasthuis in Amsterdam op 22 januari 1859. Uit het inschrijvingsregister weten we, dat hij toen de kost verdiende als sjouwer in de haven, niet meer tot een kerkgenootschap behoorde en inmiddels woonde op het adres Anjeliersstraat 370.”
Het is inmiddels niet waar gebleken, dat we na zijn ontslag uit Veenhuizen niets meer van Johan vernomen hebben totdat hij in 1859 in het Binnengasthuis werd opgenomen.

Anjelierstraat, Jordaan, Amsterdam
Anjelierstraat, Jordaan, Amsterdam

Johan’s handen bleven ook na Veenhuizen los zitten en het pad der kleine criminaliteit had wel een hele grote aantrekkingskracht op hem. Op 4 augustus 1853 veroordeelden mr. A. Backer jr., de vice president van de Derde Kamer van de Amsterdamse Arrondissementsrechtbank, en de rechters C. Dronsberg en B.J. Ploos van Amstel op basis van art. 52 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 207 en 227 van het Wetboek van Strafvordering Johan van Haeften alias Jan Rapsteel tot een gevangenzetting van een jaar, betaling van de proceskosten, die invorderbaar waren bij lijfsdwang, en teruggave van de gestolen goederen aan de rechtmatige eigenaar. De openbare aanklager had in zijn requisitoir een gevangenisstraf van 18 maanden geëist.

Vonnis uit 1853 tegen Johan van Haeften
Vonnis uit 1853 tegen Johan van Haeften


De rechters verklaarden, dat wettig en overtuigend bewezen was, dat Johan zich schuldig had gemaakt aan “enkele diefstal”. Dat de rechters de 45-jarige Johan in hun vonnis ook met zijn alias noemden zal alleszins te maken hebben met zijn losse handjes. Johan was voor de rechters geen onbekende. Mogelijk vandaar ook een lagere straf dan geëist. Zijn bekentenis zal daartoe ook bijgedragen hebben.
Waarvan  werd Johan alias Jan Rapsteel beschuldigd, dat de rechters besloten hem een jaar te laten brommen? Hij had op 27 juli 1853 een rol met daarop ongeveer 60 oude ellen Osnabrücks linnen gestolen van de eerste getuige en dat voor fl. 2,10 beleend bij de tweede getuige. De beide getuigen verklaarden onder ede, dat het zo was geschied. Van ruw Osnabrücks linnen werden kleren gemaakt voor soldaten. Veel Osnabrücks linnen werd uitgevoerd naar West Indië om er kleren van slaven van te maken.
Johan was weer voor een jaar van de straat en in dat jaar werd er niets meer van hem vernomen. En, genealogen, denkt eraan er is altijd nog meer informatie te vinden. De vraag is alleen: waar?

Tiel, 4 augustus 2018



Geen opmerkingen:

Een reactie posten