De mannen van Wilhelmina van Haeften
Als dochter van Walraven van
Haeften, de 9e
Heer van Haaften uit de familie, en Gerarda van Hoenselaer, was Wilhelmina
van Haeften gewend aan welstand en macht. Als volwassen vrouw zette ze dat
voort. Sterker nog: er was haar veel aan gelegen haar welstand en macht verder
uit te breiden. Haar beide huwelijke getuigden daarvan.
Wilhelmina werd op 2 juli 1533
geboren, ze was het oudste kind van haar vader en diens tweede vrouw. Ze zal
ongetwijfeld in Haaften op Goudenstein geboren zijn, al is dat niet helemaal
zeker. Haar jonge jaren zal ze doorgebracht hebben onder de bescherming van het
ouderlijk huis. Ze was acht jaar oud, toen haar vader overleed. Haar oudere
stiefzuster Walburg en haar latere man Jasper van Wijhe, haar stiefbroer Johan,
de 10e Heer van Haaften, en haar moeder zullen de jonge dame onder
hun hoede genomen hebben. Toen Wilhelmina 27 jaar oud was, trad ze in 1560 in
het huwelijk met de 15 jaar oudere Nicolaas (Claes) van Assendelft.
Wapen van Gerrit van
Assendelft
|
Voordat hij met Wilhelmina
trouwde had Claes al een hele geschiedenis achter de rug. Vader Gerrit van Assendelft (1487-1558) vond, dat
Claes priester moest worden om zo te voorkomen, dat hij zou meedelen in zijn
nalatenschap. Die had Gerrit voorbestemd voor zijn lievelingsneef Otto van
Assendelft. De verhouding tussen vader Gerrit en zoon Claes zijn nooit goed
geweest. Claes en diens erfgenamen hebben vele tientallen jaren processen
moeten voeren om zijn nalatenschap te krijgen. Ik heb daarover uitvoerig
bericht in Genealogisch
blog 200 van 11 juli 2017.
Toen hij in Orléans rechten studeerde
had vader Gerrit een verhouding met de herbergierdochter Catharina de Chausseur
(1490-1541). Nadat hij haar had bezwangerd, werd hij, naar verluidt, in 1507 gedwongen
het haar te trouwen.
Na zijn studie keerde Gerrit alleen
terug naar Holland, waar zijn familie pertinent weigerde zijn huwelijk met Catharina,
die van veel lagere komaf was, te erkennen. Catharina en de kleine Nicolaas
kwamen Gerrit spoedig achterna, maar die wilde niets met ze te maken hebben.
Daarop begon Catharina een proces tegen haar man, waarin zij de helft van zijn
bezittingen opeiste. Op 11 april 1532 kwam het tot een vergelijk. Catharina
kreeg de woning aan de Haagse Nieuwstraat, waar zij met Nicolaas, gescheiden
van haar echtgenoot, woonde, in eigendom en een jaarlijkse toelage van fl.
600,-. Een jaar na haar overlijden zou een gelijke som uitbetaald worden aan
haar erfgenamen. Bovendien nam vader Gerrit de kosten voor het levensonderhoud
van Claes voor zijn rekening. Als tegenprestatie moest Catharina afzien van
alle aanspraken op de goederen van Gerrit.
Gevangenpoort, 's
Gravenhage
|
Catharina voorzag verder in haar
levensonderhoud als koopvrouw. Naar alle waarschijnlijkheid heeft zij haar
netwerk gebruikt voor valsemunterij. In 1540 liep ze tegen de lamp en werd
gevangen gezet op de Gevangenpoort in ’s Gravenhage. Het Hof van Holland veroordeelde
haar daarop tot de brandstapel. Door tussenkomst van Maria van Hongarije
(1505-1558) werd haar straf omgezet in onthoofding. Haar kompaan in de misdaad,
huiskapelaan Mathurin Alys, werd eveneens onthoofd en het huispersoneel
verbannen.
De misdadige activiteiten van
zijn echtgenote zouden voor vader Gerrit mede aanleiding zijn geweest om
Nicolaas te verplichten priester te worden. Daarmee kon de familietrots gered
worden. Hoewel het Nicolaas lukte de volledige nalatenschap van zijn vader in
handen te krijgen, kwam die na zijn dood toch in handen van de familie van
Assendelft, daar Nicolaas geen wettige kinderen had, maar alleen vier
bastaarden.
Nicolaas overleed in 1570 in Aken
bij het badderen. De familie van Assendelft verbood Wilhelmina van Haeften in
1578 nog langer in Kasteel Assumburg in
Heemskerk te blijven wonen. Het jaar daarvoor was ze hertrouwd met Walraven III
van Brederode (geb. 1547 in Santpoort), de 14e Heer van Brederode en
Heer van Vianen, Ameide, Noordeloos en Cloetinge. Wilhelmina kocht toen kasteel
Nijevelt in De Meern met alle daarbij behorende goederen uit de failliete
boedel van Steven van Rossum en liet het kasteel grondig verbouwen.
Hendrik Frederik
Stuart
|
De Graaf van Leicester stelde
Walraven in 1586 aan als lid van de Raad van State namens de Ridderschap van
Holland. Vrijwel direct kwam Walraven in conflict met de Graaf van Leicester
over de oprichting van de Kamer van Geldmiddelen en de aanstelling van Jacob
Reingoudt tot thesaurier-generaal, omdat die geen lid was van de Raad van State.
In 1594 was Walraven delegatieleider van een grote groep edelen, die in
Schotland de doop bijwoonden van Hendrik Frederik
(1594-1612), de oudste zoon van Koning Jacobus VI (1566-1625). Walraven was
diens peter. Toen Hendrik Frederik in 1603 Koning van Engeland werd, stak
Walraven de Noordzee weer over, nu in gezelschap van Prins Fredrik
Hendrik en Johan
van Oldenbarnevelt, om de nieuwe koning voor de Republiek te winnen.
Walraven III van
Brederode
|
In 1606 gaven Walraven en
Wilhelmina blijk van hun goede wil jegens de familie van Wilhelmina’s eerste man.
Ze droegen de eigendom van de vicari op het St. Jorisaltaar in de Grote Kerk in
‘s Gravenhage over aan de familie van Assendelft. Een jaar later overleed Wilhelmina,
en in januari 1608 is zij begraven in Vianen. In hetzelfde jaar was Walraven alweer
betrokken bij de onderhandelingen over het Twaalfjarig Bestand,
dat in 1609 van kracht werd. Het jaar daarop zonden de Staten Generaal Walraven
met Cornelis van der Myle en Jakob van Maldere op een diplomatieke missie naar
Frankrijk.
Walraven stierf in 1614 zonder
kinderen na te laten. Toch dichtten Sloet en Van Veen Walraven en Wilhelmina
een dochter toe, Helena genaamd. Zij zou van haar moeder land en een hofstad in
Ammerzoden geërfd hebben. Maar of dat echt zo is….?
Tiel, 9 augustus 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten