Van magazijnbediende tot hoofdonderwijzer
Sommige mensen zijn van die
volhouders, die het presteren om naast een volledige dagtaak ook nog meerdere
studies tot een goed einde te brengen. Daarmee verschaffen die mensen zich de
mogelijkheid van een welvarender leven.
Natuurlijk zijn er onder hen personen,
die in hun jeugd het niet zo op hadden met leren, die liever meteen gingen
werken. Voor hen zijn de mogelijkheden van het op latere leeftijd doorleren een
uitstekende tweede kans. Om naast het werk door te leren zijn een flinke mate
van doorzettingsvermogen en uithoudingsvermogen een vereiste. Bovendien stelt
op latere leeftijd doorleren de nodige eisen aan het gezin van de tweede-kans-student.
Ik heb dat zelf meegemaakt, maar het ook gezien bij mijn schoonvader.
Zo’n doorzetter moet Jacob
Johannes Arnoldus (Jacob) Welling zijn geweest. Jacob was de tweede zoon van
Lambertus Welling (1845-1929) en Wilhelmina Gouw (1850-1925). Hij werd geboren in
Amersfoort op 2 maart 1875, ’s morgens om 8.00 uur. Nog dezelfde dag deed zijn
vader aangifte van zijn geboorte in aanwezigheid van zijn beide grootvaders,
Hendrik Welling (1807-1880) en Jacob Gouw (geb. 1818).
Geboorteakte van Jacob Johannes Arnoldus Welling
|
Kort na de geboorte van Jacob
verhuisde het gezin van Lambertus Welling naar de Amsterdamse Blankenstraat,
omdat vader Lambertus werk vond als wisselwachter aan het spoor in de hoofdstad.
Hij begon zijn werk zijn werkzaamheden met het salaris van fl. 1,10 per dag.
Binnen Amsterdam verhuisde het gezin Welling nog verschillende keren.
Toen Jacob van school kwam, ging
hij aan de slag als magazijnbediende. Hij woonde bij zijn ouders in de 2e
Van Swindenstraat in Amsterdam. De baan van magazijnbediende had hij nog toen
hij in Dordrecht op 6 februari 1902 trouwde met de 22-jarige, reeds zwangere
Adriana Plevier. Bij hun huwelijk waren als getuigen aanwezig Henri Poussen
Clausing, Gerrit van Dijl, Marie Ernst Leu en Jan Jacobus Nicolaas Cornelis de
Ligt. Op 3 juli 1902 werd hun eerste kind geboren, zoon Lambertus Petrus, over
wie ik vertelde in Genealogisch
blog 309 van 7 augustus 2018 met de titel “Brand”.
Adriana was geboren in Middelburg
op 20 oktober 1879. Zij was een dochter van de reeds overleden Pieter Plevier
en Elisabeth Bergeren. Adriana woonde met haar moeder in Dordrecht. Jacob en
Adriana gingen, na hun huwelijk, wonen in de Kerklaan op nr. 8 in de gemeente
Watergraafsmeer, onder de rook van Amsterdam. Na de
overname van de gemeente Watergraafsmeer door Amsterdam in 1921 veranderde de
naam van de Kerklaan in Corn. Drebbelstraat om te voorkomen, dat er twee
straten waren met dezelfde naam binnen de grotere gemeente Amsterdam.
Burgerlijke Stand
van de gemeente Watergraafsmeer (detail)
|
Uit de boven getoonde scan van een
detail van de Burgerlijke Stand van de gemeente Watergraafsmeer, valt op te
maken, dat van het huishouden Jacob en Adriana van 1903 tot 1905 ook Pieter
Plevier, de broer van Adriana, deel heeft uitgemaakt.
Op 22 juni 1904 werd het tweede
kind van Jacob en Adriana geboren, een dochter. Zij kreeg de namen Elisabeth
Wilhelmina Clasina. Als jonge vrouw trad zij in bij congregatie
van de Heilige Carolus Borromeus. De zusters woonden in klooster Mariëndaal
in Groesbeek. Elisabeth overleed in het klooster op 22 juni 1946. Van haar
overlijden is aangifte gedaan door boswachter Johannes Gerardus Christiaens.
Akte van overlijden van Elisabeth Wilhelmina Clasina Welling
|
Wilhelmus
Jacobus was het derde kind van Jacob en Adriana. Hij werd op 21 juni 1908
geboren. Wilhelmus Jacobus studeerde stenografie aan het Schoevers Instituut in
Hilversum. Hij trad in het huwelijk met Elisabeth Petronella Hebing, bij wie
hij twee kinderen verwekte, een dochter en een zoon. Wanneer Wilhelmus Jacobus
is overleden is mij niet bekend. Elisabeth Petronella Hebing overleed in
Utrecht op 7 januari 2002.
Op 3 oktober 1912 kregen Jacob en
Adriana hun vierde kind, een dochter. Zij noemden haar Louise Henriëtte,
roepnaam Wies. Toen ze 29 jaar oud was, trouwde Wies met Antonius
Franciscus Burie, die in 1913 was geboren. Het stel kreeg vijf kinderen.
Antonius Franciscus overleed op 23 november 1971 in Hilversum, waar hij ook
begraven werd. Wies overleed op 26 juli 2002 in Hilversum. Zij was bij
overlijden 101 jaar oud. Zij werd begraven op de RK. Begraafplaats St. Barbara
in Hilversum op 1 augustus 2014. Wies komt de eer toe de langstlevende persoon te
zijn in mijn stamboom van de Amersfoortse familie Welling.
Overlijdensbericht Wies Burie-Welling
|
Het gezin van Jacob heeft tot
1922 in de Watergraafsmeer gewoond. Adriana was toen al zeven jaar overleden.
Zij stierf op 22 april 1915, toen ze nog maar 35 jaar oud was. Zeer kort daarna
hertrouwde Jacob met Elisabeth Margaretha Hinterding in Hilversum op 10
november 1915, nadat ze vijf dagen eerder in ondertrouw waren gegaan.
Elisabeth, geboren in Sloten in 1877, was een dochter van de in Duitsland
geboren koopman Bernard Heinrich Joseph Hinterding (1851-1998) en Adriana
Wilhelmina van Baren (1846-1915).
Jacob verhuisde met vrouw en
kinderen naar Hilversum in 1922, aanvankelijk woonde het gezin in de Irisstraat
en later datzelfde jaar vond de verhuizing naar de Lupinestraat plaats. Jacob
werd toen geregistreerd als kantoorbediende, een betere baan dan
magazijnbediende. Hij zal daarvoor in zijn vrije tijd gestudeerd moeten hebben.
In de jaren daarna moet Jacob verder geleerd hebben, in een overigens totaal
andere richting, nl. het onderwijs. Hij moet daarvoor in de jaren ’30 en ’40
van de vorige eeuw de nodige papieren gehaald hebben. Op de overlijdensakte van
zijn dochter Elisabeth Wilhelmina Clasina, hierboven afgebeeld, staat Jacob
genoteerd als hoofdonderwijzer. Om die functie te bereiken zal Jacob aardig aan
de bak hebben gemoeten. Hij heeft ongetwijfeld het onderwijsvirus doorgegeven
aan zijn zoon Lambertus Petrus.
Akte van overlijden van Jacob Johannes Arnoldus Welling
|
In het begin van de oorlog zal
Jacob voor het laatst gewerkt hebben, hij was de 65 inmiddels gepasseerd. Hij
overleed in Hilversum op 16 augustus 1955. De volgende dag werd daarvan
aangifte gedaan. Jacob is begraven op de Hilversumse RK
Begraafplaats St. Barbara op 19 augustus 1955.
Echtgenote Elisabeth Margaretha
Maria Hinterding leefde nog drie jaar alleen. Zij overleed, voorzien van de
laatste H. Sacramenten, zacht en kalm, in Hilversum op 16 september 1958. De
volgende dag is van haar overlijden aangifte gedaan. Haar stoffelijke resten
werden ook begraven op de Hilversumse RK Begraafplaats St. Barbara, nadat voor
haar zielenrust een gezongen H. Requiemmis was opgedragen in de parochiekerk
van St. Clemens Maria Hofbauer.
Tiel 26 april 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten