De kinderen van Geertruid van Haeften van Arkel en de Kijfhoek
Johan Johansz de Cocq van
Weerdenburg, die leefde van ongeveer 1280 tot 1345, was een achterkleinzoon van
Rudolf
de Cocq, die in 1265 zijn grondgebied aan de Linge tussen Beesd en Leerdam
ruilde met Graaf Otto II van Gelre voor gronden in Hiern (Waardenburg),
Neerijnen, Opijnen en Meteren.
Toen hij de huwbare leeftijd had,
trouwde Johan rond 1285 met Geertruid van Arkel en de Kijfhoek. Geertruid was
het enige kind van Gijsbrecht van Arkel en de Kijfhoek en dus erfgename. De
familie Van Arkel was in de 13e en 14e eeuw een machtig
geslacht in het oostelijk deel van de provincie Zuid-Holland. Kijfhoek was
destijds een dorpje tussen Zwijndrecht en Heerjansdam. Tegenwoordig is Kijfhoek
vooral bekend als rangeerterrein voor goederentreinen tussen Barendrecht en
Zwijndrecht.
Kerk van Kijfhoek
|
Vader Gijsbrecht was niet alleen
Heer van Arkel en Kijfhoek, maar ook van het veel oostelijker gelegen dorp
Haaften aan de Waal. Daarom liet Gijsbrecht zich ook wel Gijsbrecht van Haeften
noemen. Hij was in ieder geval de eerste Heer van Haaften. Hij woonde in
Kasteel Goudenstein in Haaften. Omdat Geertruid zijn enige erfgename was voerde
zij ook de naam “Van Haeften”. Het is overigens niet waarschijnlijk, dat
Geertruid al het Châtillon-wapen gevoerd heeft, maar eerder dat van Kijfhoek,
dat gelijk is aan dat van Arkel, alleen met verandering van kleur en met de
toevoeging van een bordure van keel
Door het huwelijk van Geertruid
van Haeften van Arkel en de Kijfhoek met Johan Johansz de Cocq van Weerdenburg
noemde hun directe erfgenaam zich “De Cocq van Haeften”, terwijl hun overige
kinderen zich “Van Haeften” noemden. Zoals we nog zullen zien gebruikte één van
hun kinderen nog wel de naam “De Cocq van Haeften”. De familie Van Haeften was
een feit. En is dat tot op de dag van vandaag.
De oudste zoon van Johan Johansz de Cocq van Weerdenburg en Geertruid van
Haeften van Arkel en de Kijfhoek heette Rudolf, vernoemd naar de hierboven
genoemde Rudolf de Cocq. Zoon Rudolf werd in 1300 geboren op Kasteel
Goudenstein. Hij liet zich niet meer “De Cocq van Weerdenburg” noemen, maar “De
Cocq van Haeften”, nadat hij de tweede Heer van Haaften was geworden. Hij was
ridder. Rudolf was nog erg jong, toen hij voor de eerste keer in het huwelijk
trad met Marcelia van Brakel, de dochter van Eustachius van Brakel en Bertha
Uten Goye. Als haar achternaam komt ook Van Broeckhuijsen voor.
Kasteel Goudenstein, verm. 1648
|
Rudolf en Marcelia kregen vier
kinderen, onder wie oudste zoon Otto, de derde Heer van Haaften. Nadat Marcelia
was overleden, hertrouwde Rudolf met Margaretha van der Leck, bij wie hij, voor
zover bekend, geen kinderen meer verwekte.
De andere zoon van Johan Johansz
de Cocq van Weerdenburg en Geertruid van Haeften van Arkel en de Kijfhoek, die
zich “De Cocq van Haeften” liet noemen, was Otto. Van deze ridder is niet meer
bekend dan, dat hij na 1348 is gestorven. Omdat hun geboortedata niet bekend
zijn volgen hierna de andere drie zonen van Johan Johansz de Cocq van
Weerdenburg en Geertruid van Haeften van Arkel en de Kijfhoek in een
willekeurige volgorde.
Zoon Gijsbert wist zich op te
werken tot vertrouweling en drossaert van Graaf Reinoud II
van Gelre (1295-1343). Maar ook met diens vader stond hij op goede voet.
Gijsbert adviseerde Graaf Reinoud I
“consilio Gysberti de Haeften
nostrorum dilectorum fidelium”
in 1316 de stad Zaltbommel meer
vrijheden en voorrechten te verlenen. Twee jaar later kregen vader en zoon
Reinoud een conflict met elkaar, omdat zoon Reinoud het niet eens was met de
wijze waarop zijn vader het grondgebied van Gelre bestuurde. Graaf Willem van
Holland werd om bemiddeling gevraagd. In zijn uitspraak, mede gezegeld door
Gijsbert van Haeften, stelde Graaf Willem zoon Reinoud in het gelijk, waarop
vader Reinoud gevangen werd gezet in Kasteel Montfort.
Reinoud II van Gelre
|
Samen met Reinoud II, maar ook
namens de graaf, hield Gijsbert zich intensief bezig met de waterhuishouding in
Gelre. Eerder had Gijsbert dat ook al gedaan met Reinoud I, toen hij in 1315,
namens de graaf, een verdrag ondertekende tussen de Abdij Mariënweerd en de
Heren van Beesd en Acquoij en de geërfden van Rhenoij over de afwatering tussen
de abdij en Rhenoij.
In 1320 en 1321 bepaalde Gijsbert
de waarde van de gronden, die in de Bommelerwaard onteigend moesten worden ten
behoeve de aanleg van de Drielse en Bommelse Wetering. Het jaar daarop trad hij
op als scheidsrechter en bepaalde hij de waarde van de gronden die onteigend
moesten worden voor de aanleg van de afwatering van Oensel.
In 1319 kreeg de Graaf van Gelre
een conflict met de geestelijkheid van Utrecht over de schatting die over de
geestelijke goederen (goederen van de kerk) aan de graaf betaald moest worden.
Ook in dit conflict trad Gijsbert, met enkele anderen, op als vertegenwoordiger
van Reinoud II. Dezelfde rol vertolkte hij, toen Graaf Reinoud II de rechten en
vrijheden bevestigde van het oppidum
Roermond.
Zijn trouw aan de Graaf van Gelre
kwam Gijsbert in 1320 duur te staan. Bij een volgend conflict (strijd) tussen
de graven van Holland en Gelre trok de Graaf van Holland aan het langste eind
met als gevolg, dat Gijsbert aanzienlijke schadevergoedingen moest betalen. Tenslotte
valt over Gijsbert te vertellen, dat Gijsbert de Voocht van Tuyl in 1312 de
hofstad Den Neys in Tuil aan hem overdroeg. De betreffende papieren werden
overigens pas in 1322 getekend. Gijsbert
trouwde ene Elisabeth, bij wie hij een dochter kreeg die de naam Marcelia
kreeg.
Folpert van Haeften was ook een
zoon van Johan Johansz de Cocq van Weerdenburg en Geertruid van Haeften van
Arkel en de Kijfhoek. We weten over hem niet heel veel. Wel, dat een zegel van
hem uit 1359 in de archieven van St. Marie in Utrecht is gevonden en waarop
Arkel werd vermeld. Verder kwam Folpert voor op enkele schattingslijsten
(belasting) van de Tielerwaard uit de tweede helft van de 14e eeuw.
Naar het schijnt heeft hij als ridder aan een van de laatste kruistochten deelgenomen.
Hij werd broeder van Jeruzalem genoemd.
Abdij Mariënweerd
|
In het cartularium van de Abdij
Mariënweerd werd ene Christina genoemd als broer van Allard, de laatste
zoon van Johan Johansz de Cocq van Weerdenburg en Geertruid van Haeften van
Arkel en de Kijfhoek. Over Christina is verder helemaal niets bekend. Over
Allard valt wel het een en ander te vertellen.
Allard trouwde met Sophia van
Asperen, met wie hij een zoon Gijsbert kreeg. In 1326 werd Allard eigenaar van
de molen in Zaltbommel, zijn overbuurman was Godfried Wtenweerde, maar in 1329
verkocht Allard de molen al weer aan de Abdij Mariënweerd voor 300 pond.
Daarbij deed zijn zus Christina afstand van de rechten die zij had. Uit de
opbrengsten van de molen moest 32 penningen betaald worden aan de priester
Dirck Warijn en18 penningen en twee hoenders aan de Graaf van Gelre.
Molens van Zaltbommel in 1649
|
Net als zijn broer Gijsbert stond
ook Allard, als dien raad, op goede voet met de Graaf van Gelre. In 1330
verkocht hij grond in Haaften aan de graaf. Graaf Reinoud II trad in 1332 in
het huwelijk met Alianora van Engeland. Ridder Allard was een van de getuigen
bij het huwelijk. Hij was eveneens getuige, toen Reinoud II zijn echtgenote de
verzekering gaf, dat zij het vruchtgebruik zou genieten van een jaarrente die
hij op de Veluwe had en ook van zijn goederen in Elst, Gent en Angeren.
In de jaren 1341-1342 was er veel
te doen over de borg die Allard beloofde te betalen voor Jan van Herwijnen aan
de schepenen van Zaltbommel. Het betreffende bedrag werd aan Allard gecedeerd,
maar die deed daarvan afstand ten gunste van Graaf Reinoud II.
Plaats waar de burcht van
Rhenoij gestaan heeft
|
Had zijn betovergrootvader zijn
bezittingen bij Rhenoij in 1265 geruild met de Graaf van Gelre, via de familie
Van Herwijnen kwam de ministeriaal
Allard in het bezit van het kasteel in Rhenoij. Tenminste hij werd daarvan de
kastelein genoemd, volgens Van Bavel. Als zodanig werd hij later opgevolgd door
zijn zoon Gijsbert. Via Allards neef, Otto van Haeften, kwam Rhenoij definitief
terug in de familie Van Haeften. Gijsbert, de zoon van Otto, en diens nazaten
gebruikten zelfs de achternaam “Van Haeften van Rhenoij” om ze te onderscheiden
van andere takken van de familie.
Het is niet bekend wanneer Allard
overleed.
Tiel, 3 april 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten