Verboden voor Joden
Je moet een hele trouwe en
nauwkeurige lezer zijn van mijn Genealogische blog om ontdekt te hebben waarom
Thijs Welling in 1942 door de Duitsers werd opgepakt en een half jaar gevangen
heeft gezeten in het voormalige concentratiekamp Amersfoort.
Ik heb het levensverhaal van
Thijs Welling verteld in Genealogisch
blog 156 van 20 februari 2017. Ik veronderstelde toen, dat hij door de
Duitsers was opgepakt, omdat hij vanaf de kansel tegen de bezetter van leer was
getrokken. Een lezer van het Huygens Instituut heeft in een reactie de
werkelijke reden genoemd.
Mijn veronderstelling dat Thijs in
een preek kritiek had geleverd was, naar nu is duidelijk geworden, totaal niet
waar. Thijs kwam in de ellende van Amersfoort terecht, omdat hij een daad van verzet
heeft gepleegd tegen de bezetter.
Op 1 oktober j.l. attendeerde Michel
van Gent, onderzoeker bij het Huygens Instituut voor
Nederlandse Geschiedenis in Amsterdam, mij op de werkelijke reden van de
detentie in Kamp Amersfoort van Thijs Welling. Het Huygens Instituut is bezig
een database op te zetten van alle voetbalverenigingen in Nederland. Van Gent
vond het verhaal over Thijs Welling in het boek “75 jaar, Uit de geschiedenis
van de Sint Jeroen Club, Noordwijk”. Het boek is in 1995 uitgegeven bij
Uitgeverij All-In/Verhagen in Katwijk.
Kapelaan Thijs
Welling
|
De werkelijke reden van zijjn
arrestatie was, dat Thijs op 12 april 1942 ontdekte, dat bij de ingang van het
sportpark van RK. voetbalclub SJC in Noordwijk een bord was bevestigd met de
tekst “Voor Joden verboden”. Als geestelijk adviseur van de voetbalclub liet
Thijs dit bord direct verwijderen. Het bord was geplaatst in opdracht van inspecteur van politie F.J. Wassenaar, die lid was van
het zgn. “Rechts Front” en zich had laten inschrijven als sympathiserend lid
van de NSB. Tijdens een onderhoud met Wassenaar weigerde Thijs pertinent het
bord te laten terugplaatsen. In zijn rapport over het voorval noteerde
Wassenaar, dat Thijs had verklaard:
“Daar het bij Bisschoppelijk schrijven
niet toegestaan is, dat op katholieke gebouwen, sportvelden en dergelijke een
zodanig bord wordt aangebracht, heb ik aan enige, mij onbekende personen last
gegeven het bord onmiddellijk te verwijderen, waaraan door hen is voldaan.
Ik heb deze opdracht gegeven in volle overtuiging
en in overeenstemming met mijn katholieke beginselen en principalen. Mocht het
bord dan ook weer op het sportpark worden aangebracht, dan acht ik het mijn
plicht dit onmiddellijk weer te laten verwijderen. Ik weiger daarom pertinent
het bord, dat ik nog in mijn bezit heb, weer te laten aanbrengen.”
Saillant detail: Tijdens het
opnemen van de verklaring van Thijs kwam naar voren, dat het bord aan de
beheerder van het sportveld had moeten worden aangeboden voor plaatsing en niet
buiten hem om had mogen worden aangebracht, zoals op het sportveld van SJC wel was
gebeurd. Dit formele bezwaar had tot gevolg, dat de namen van degenen die het
bord daadwerkelijk hadden weggenomen geheim bleven.
Kapelaan Thijs Welling werd op 30
april 1942 door de Sicherheitspolizei gearresteerd, zijn woning in de pastorie
van Noordwijk werd uitvoerig doorzocht en hij werd voor een half jaar
opgesloten in Concentratiekamp Amersfoort. Op de dag dat Thijs werd
gearresteerd volgde ook nog een huiszoeking bij de secretaris van SCJ. De
Duitsers namen niet alleen de complete administratie van SJC in beslag, maar
ook de (geldelijke) bezittingen van de club. Daarvan is nooit iets teruggezien.
Na verhoor van de beheerders van de velden van SJC werd de club ontbonden. De
Duitsers namen de velden in beslag, waarvan een deel later geschikt werd
gemaakt voor de teelt van aardappelen en groenten.
Dankzij zijn ijzersterke
mentaliteit heeft de fysiek niet sterke Thijs de ontberingen in Kamp Amersfoort
kunnen doorstaan. Na een half jaar keerde hij ongebroken terug in Noordwijk tot
grote vreugde van zijn parochianen. Korte tijd later vernam Thijs, via een lek
bij de SD, dat de Duitsers hem weer wilden arresteren. In overleg met zijn
superieuren (pastoor, deken, bisschop) is hij toen ondergedoken, waarschijnlijk
bij zijn ouders in Amsterdam.
Bord ter
nagedachtenis aan Thijs Welling
|
Na de oorlog is aan het
clubgebouw van SJC een plakette aangebracht ter nagedachtenis aan Thijs en zijn
verzet tegen de Duitsers. Jammergenoeg staat Thijs op de plekette niet vermeld met
de juiste initialen. Op de plakette staat M.J. Welling, terwijl dat eigenlijk
M.L.M. Welling zou moeten zijn.
Tijdens de zitting van 15 juli
1947 van het Leids Tribunaal, ingesteld na de oorlog in het kader van de Bijzondere
Rechtspleging, en waarvoor inspecteur van politie F.J. Wassenaar zich moest
verantwoorden voor zijn optreden tijdens de oorlog, verklaarde Wassenaar, dat
hij zich met afkeer bij het Rechts Front had aangesloten om te verhinderen, dat
bij de Leidse politie NSB’ers in dienst zouden treden en dat hij absoluut niet betrokken
was bij de arrestatie van kapelaan Welling. Volgens zijn raadsman moest
Wassenaar vrijgesproken en volledig gerehabiliteerd worden, omdat hij zich met
betrekking tot de NSB altijd in rookgordijnene had gehuld.
In een brief aan het
Hoofdkwartier van de NSB van 21 juli 1941 liet Wassenaar weten zich alleen als
symnpathisant te willen laten inschrijven, omdat hij van mening was, dat zijn
bejaarde ouders het niet zouden kunnen verdragen, als hij volwaardiug lid werd
van de NSB.
Verslag Leids
Tribunaal, d.d. 16-07-1947 (detail)
|
Acht dagen later deed het Leids
Tribunaal uitspraak. Daarin bepaalde het, dat de zaak tegen inspecteur van
politie F.J. Wassenaar nader onderzocht diende te worden alvorens het Tribunaal
tot een definitieve uitspraak kon komen. Meer onderzoek volgde.
Op 16 december 1947 veroordeelde
het Leids Tribunaal inspecteur van politie F.J. Wassenaar tot een
gevangenisstraf die overeenkwam met de tijd, dat hij al in voorarrest had
gezeten, en een geldboete. Wassenaar was vanaf dat moment vrij man.
Tiel, 10 november 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten