Doodspoor
Dit verhaal gaat over een man van
wie tot zijn veertigste jaar vrijveel bekend is, maar die daarna aan de andere
kant van de wereld in het niets verdween. Dit verhaal gaat over Theodorus
Johannes Welling, het vierde van de negen kinderen van Jacobus Welling
(1824-1893) en diens tweede vrouw Hendrika Steenbeek (1833-1899). Bij zijn eerste vrouw, Geertruida Hendrika van Munster
(1824-1861) had Jacobus al zes kinderen. Theodorus Johannes was een halfbroer
van mijn overgrootvader.
Theodorus Johannes Welling – ik
zal hem vanaf nu kortweg “Theo” noemen – kwam op 17 januari 1869 halverwege de
avond ter wereld. De volgende dag deed zijn vader aangifte van de geboorte. Na
geslaagd te zijn voor het toelatingsexamen kwam Theo in 1883 in de eerste klas
van de Burgeravondschool. Aan het einde van het schooljaar werd hij bevorderd
naar het tweede leerjaar. In zijn diensttijd schopte Theo het tot sergeant. Hij
was kennelijk een begaafd schutter, want bij schietwedstrijden won hij diverse
prijzen.
Al op jonge leeftijd sloot Theo
zich aan bij de vrijwillige brandweer in Amersfoort. In 1896 volgde zijn
benoeming tot commandant, zoals de Amersfoortsche Courant vermeldde. Volgens de
krant van 3 oktober 1905 was Theo een onversaagde commandant, die zich bij een
brand in het bovenhuis boven het sigarenmagazijn van de heer M. Kraaijenhof
zeer verdienstelijk had gemaakt.
Amersfootsche
Courant, d.d. 03-10-1905
|
Een jaar eerder had de krant in
ongeveer dezelfde woorden geschreven over het optreden van Theo bij een brand
aan de Breedestraat. In 1907 verliet Theo de vrijwillige brandweer. Zijn
opvolger was W.H. Schuileman.
Een grote hobby van Theo was het
fokken van pluimvee. Voor de bevordering van de pluimveehouderij zette hij zich
ook bestuurlijk in. In 1893 werd hij penningmeester van de afdeling Amersfoort
van de betreffende vereniging. Een paar jaar later maakte hij deel uit van de regionale
commissie, die toezicht moest houden op de dekstations van de vereniging. Zelf
was Theo een goede fokker blijkens de prijzen die hij bij een tentoonstelling
van zijn dieren in ‘s Gravenhage in 1905 haalde. Zijn koekoek witkuifhanen
wonnen de eerste en tweede prijs en zijn hen won ook de eerste prijs.
Amersfoortsche
Courant, d.d. 25-01-1905
|
Dat Theo op nog andere manieren
betrokken was bij het openbare leven in Amersfoort bleek, toen hij in 1903 lid
werd van de commissie, die de feesten organiseerde rond het verplaatsen van de
Amersfoortse kei.
In 1896 nam Theo, met aanbeveling
van zijn moeder, de meer dan vijftig jaar oude kleermakerij en handel in
stoffen over van zijn vader, die al in 1893 was overleden. Het bedrijf was
gevestigd aan de Utrechtsestraat op nr. 14.
Nieuwe
Amersfoortsche Courant d.d. 22-08-1896
|
Op dinsdag 13 februari 1900 trad
Theo in Amersfoort in het huwelijk met Geertrudis Breuer. Geertrudis was op 28
mei 1881 in Antwerpen, zij was dus nog maar 18 jaar toen ze trouwde. Het stel
was rwee weken voor de bruiloft in ondertrouw gegaan. Voor zover bekend zijn er
uit het huwelijk van Theo met Geertrudis geen kinderen voortgekomen.
Om onbekende redenen stopte Theo
in 1905 met de kleermakerij annex stoffenhandel. Ofwel de zaken gingen slecht,
ofwel de kleermakerij was toch niet zijn lust en leven. Hij liet zijn zaak verbouwen
helemaal verbouwen tot een café-restaurant. Hij had bij de Gemeente Amersfoort
een vergunning van het schenken van sterke drank aangevraagd. Het Amersfoortsch
Dagblad van 30 september 1905 berichtte, dat de inrichting keurig en modern was
met een uitstekende ventilatie en dat bezoekers zowel aan de voorzijde als aan
de achterzijde van het pand van een terras gebruik konden maken. De officiële
opening vond diezelfde avond plaats, zoals Theo in dezelfde krant middels een advertentie
liet weten. Theo noemde zijn etablissement “Neuf”.
Amersfoortsch Dagblad,
d.d. 30-09-1905
|
Een paar weken later, tijdens de grote kermis in Amersfoort,
liet Theo in een volgende advertentie weten, dat gasten die tijdens de kermis
zijn café-restaurant zouden bezoeken er nadien zouden blijven komen vanwege de
prima consumpties en de billijke prijzen. Ter gelegenheid van Sinterklaasavond
organiseerde hij een biljartconcours met als prijzen hazen en ander wild. Het
volgende jaar vond er in het café van Theo een live optreden van een zangeres
plaats.
Begin 1908 verhuurden Theo en Geertrudis om volstrekt
onbekende redenen de zaak aan de heer A. Wery voor fl. 900,- per jaar en
vertokken naar Amsterdam, waar ze hun intrek namen in de Warmoestraat op nummer
121. Uit het archief Overgenomen Delen in het Gemeentelijk Archief van
Amsterdam weten we, dat Theo en Geertudis daar bijna negen maanden verbleven en
op 11 december 1908 vertrokken: Theo naar Buenos Aires en Geertrudis terug naar
Amersfoort. Waarom? We weten het (vooralsnog) niet. Het spoor loopt dood. Het
enige dat nog bekend is vormt een advertentie van notaris J. Bolk, waarin hij
de zaak van Theo te koop aanbiedt. Verder ben ik de naam van Theo nergens meer
tegengekomen, niet in krantenberichten noch in archiefstukken.
Amersfoortsche
Courant, d.d. 15-12-1908
|
Notaris Bolk verkocht de volgende dag de zaak van Theo voor
fl. 7450,- aan de heer A. Scholte, zo berichtte de krant een dag later. Of Theo,
of eventueel Geertrudis, ooit de gelden van de veiling van zijn zaak in
ontvangst heeft genomen, is niet te achterhalen
Er blijven tal van vragen over. Antwoorden daarop heb ik
niet. Het heeft er de schijn van, dat Theo en Geertudis van de wereld
verdwenen. Ieder kan zijn fantasie de vrije loop laten.
Tiel, 02-10-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten