Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

dinsdag 14 februari 2017

Genealogisch blog 152



Gekrenkt

Toen de Franse troepen de linker Rijnoever hadden geannexeerd, werd ook in dat deel van het Koninkrijk Pruisen, geheel in lijn met de ideeën van de Franse Revolutie, in 1797 de adelstand afgeschaft. De familie Von Haeften, opererend vanuit Haus Erprath bij Xanten, raakte toen het predicaat “Freiherr” of “Baron” kwijt.
Toen Napoleon van het Europese toneel was verdwenen, herstelde de Pruisische Koning Frederik Wilhelm III (1770-1840) de adel op de linker Rijnoever in 1824. Voor Wilhelm Ludwig Werner (Wilhelm) von Haeften (1769-1836) was dat het sein om bij de vorst te bepleiten, dat leden van de familie Von Haeften zich weer “Freiherr” of “Baron” mochten noemen. Met een omvangrijke stamboom van zijn familie toonde Wilhelm aan, dat zijn familie van het Franse adellijke geslacht Châtillon afstamde en een wapen voerde dat afgeleid was van het Châtillonwapen.

Wilhelm Ludwig Werner von Haeften
Wilhelm Ludwig Werner von Haeften

Maar Koning Frederik Wilhelm III wees het verzoek van Wilhelm van de hand met als argument, dat de familie Von Haeften afstamde van Johan van Châtillon, die een buitenechtelijk kind was en zich nooit “Châtillon” noemde. Deze argumentatie krenkte Wilhelm in hoge mate. De Koning wees er bovendien in zijn reactie op, dat de familie Von Haeften nooit de naam “Châtillon” gevoerd had. Wilhelm reageerde met een 23 pagina’s tellende, zeer gedetailleerde studie (waarvan kopieën bewaard zijn gebleven) over zijn afkomst, waarin hij op fouten in gangbare stambomen wees en herhaaldelijk citeerde uit een stamboom die gelijk geweest moet zijn aan degene die in Erprath bewaard werd, mogelijk zelfs uit die uit Blitterswijk. Ook deze poging van Wilhelm werd door de koning afgeslagen op advies van zijn geheime raadsheer Gustav Adolph von Tzschoppe (1798-1842).
Wilhelm liet het er verder bij zitten, zijn werkzaamheden als burgemeester van Xanten zullen hem teveel in beslag genomen hebben. In 1859 nam Karl Christian Theodor (Karl) (1802-1870), de oudste zoon van Wilhelm, het stokje van zijn vader over. Hij wendde hij zich weer tot de Koning van Pruisen, maar nu niet weer met het verzoek het predicaat “Freiherr” te krijgen. Hij wilde oud zeer uit de wereld krijgen en begon zijn brief met:

“In meiner Eigenschaft als Aeltester der im Preußischen Staate lebenden und ansässigen Familie von Haeften, wage ich mich Eurer Königlichen Hoheit mit einer allerunterthänigsten Bitte zu nahen. -
Als im Jahre 1827 die Titel und Prädikate der auf dem linken Rheinufer lebenden adlichen Familien restituiert werden sollten, wandte sich mein Vater, der Königliche Hauptmann a.D. Wilhelm von Haeften auf Erprath bei Xanten als damaliger Aeltester der Familie von Haeften unter  Einreichung seines Stammbaumes und zugehöriger Ducumente, an seine Majestät dem hochseligen König mit der allerunterthänigsten Bitte:
Den von seiner Familie seit Jahrhunderten geführten Namen Chatillon und damit den Freiherrentitel annehmen zu dürfen.”

Karl Christian Theodor von Haeften
Karl Christian Theodor von Haeften

De toonzetting van de brief zouden we tegenwoordig geslijm noemen, maar paste in het tijdsgewricht. Verderop in zijn brief maakte Karl duidelijk, dat de familie Von Haeften nog steeds zeer gegriefd was over de stellingname van het Hof, dat de familie zou afstammen van een buitenechtelijke Châtillon. De familie zag in Tzschoppe de kwade pier. Karl schreef:


“Die gegenwärtige Generation der Familie von Haeften, schätzt sich mit ihrem Deutschen Namen  und als Preußische Unterthanen geehrt und glücklich und entsagt allen Ansprüchen auf den Namen Chatillon wie auch den Freiherrentitel. Dagegen fühlt sie sich durch die behauptete uneheliche Descendenz in ihrer Ehre tief gekränkt. In der Abhandlung über die Abstammung der Familie von Haeften, begleitet mit acht Beilagen, welche ich mir erlaube Eurer Königlichen Hoheit allerunterthänigst zu überreichen, dürfte auch das überzeugendste die in  dem Gutachten des Geheimen Ober Regierungsraths Tzschoppe ausgesprochene Behauptung der außerehelichen Descendenz der Familie von Haeften von dem Johann von Chatillon als unbegründet und falsch nachgewiesen sein.”
Met acht bijlagen toonde Karl nogmaals de afstamming van de familie Von Haeften van de Châtillons aan. Hij wilde niet nogmaals het verzoek indienen om het predicaat “Freiherr” te mogen voeren. Hij verzocht de koning alleen de gewraakte uitspraak van Tzschoppe, als zou de familie van een buitenechtelijke Châtillon afstammen, te herroepen. Uit de bijlagen die hij meestuurde zou zonneklaar blijken, dat er van een buitenechtelijke afstamming beslist geen sprake was. Karl beëindigde zijn brief met:

“Für diesen hohen Akt der Gerechtigkeit muß die gesamte Familie, bestrebt ihrem seit Jahrhunderten unbefleckten Ruf aufrecht zu erhalten, Eurer Königlichen Hoheit  auf alle Zeiten hin zu allerunterthänigstem Dank verpflichtet bleiben.”
Voor zover bekend heeft de Koning van Pruisen het besluit van 16 november 1827 nooit herroepen. Bij het begin van de zgn. Weimar Republiek raakte de Duitse adel ten gunste van de burgerij zijn bevoorrechte toegang naar de politieke macht kwijt en in 1919 werd in heel Duitsland alle adel definitief afgeschaft.


Tiel, 14-02-2017
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten