We kunnen alleen vertrouwen
Toen Barbara von Haeften op 25
juli 1944 met schone kleren, brood en fruit in Berlijn probeerde te achterhalen
in welke gevangenis de Nazi’s haar man hadden opgesloten, kreeg ze op het
Reichssicherheitshauptamt te horen, dat ze hem niet mocht spreken. Sterker nog,
ze werd zelf direct gearresteerd, als mogelijke medeplichtige, door ene dr.
Neuhaus die ook haar man had gearresteerd, overgebracht naar de Moabit Gevangenis
en opgesloten in een eenpersoonscel. De Nazi’s zouden “goed” voor haar vijf
kinderen zorgen, zo werd haar meegedeeld.
Barbara Curtius was een van de
vijf kinderen (twee jongens en drie meisjes) van Julius Curtius (1877-1948) en
Adda Carp (1883-1950). Barbara werd als oudste dochter geboren in Duisburg op 7
juli 1908. Vader Julius was tijdens de Weimar Republiek van 1926 tot 1929
Minister van Economische Zaken en daarna tot 1933 Minister van Buitenlandse
Zaken. Na zijn politieke loopbaan was hij werkzaam als advocaat en als
herenboer op zijn landgoed Grammertin in Mecklenburg. Het gezin Curtius was
Evangelisch-Luthers.
Over de jeugd van Barbara is
weinig bekend. Ze heeft er zelf later nauwelijks over geschreven. Ook in
interviews ging het meestal over Hans-Bernd von Haeften, op wie ze tijdens een
gekostumeerd bal in 1925 verliefd raakte. Drie jaar later vroeg hij haar per
brief of zij zijn vrouw wilde worden. Ze antwoordde per kerende post, maar pas
tien dagen later zagen ze elkaar weer. Hoewel haar ouders iets vermoedden,
hielden Barbara en Hans-Bernd hun verloving geheim. Werner, de broer van
Hans-Bernd, trad op als postillon d’amour. De bruiloft in de oude dorpskerk van
Berlijn-Dahlem op 2 september 1930 was een groot feest.
Huwelijk van Hans-Bernd
von Haeften en Barbara Curtius
|
Tegenover zijn schoonvader, toen
nog Minister van Buitenlandse Zaken, betoogde Hans-Bernd in 1933, dat Hitler
niet aan de macht mocht komen. Het ontbrak de vader van Barbara echter aan inlevingsvermogen
en fantasie om zich te kunnen voorstellen, dat Hitler werkelijk zo zou worden
als Hans-Bernd voorspelde.
Barbara zag in de gevangenis de
komende verhoren en mogelijke foltering met angst en beven tegemoet, ze kon
niet liegen en was bang, dat de Nazi’s haar klem zouden praten.
Gevangenispredikant Harald Poelchau (1903-1972) wist haar ervan te overtuigen,
dat het waanzin was de Nazi’s de waarheid te vertellen, want die logen zelf
alles aan elkaar. Daarna was het voor Barbara niet zo moeilijk meer de waarheid
voor de Nazi’s verborgen te houden.
Moabit Gevangenis |
Pas een week na zijn
terechtstelling stelde Poelchau Barbara op de hoogte van de dood van haar man.
Ondanks haar verdriet was het voor haar en opluchting, dat Hans-Bernd nu niet
meer in handen was van de onmensen, die de Nazi’s waren. Na dagen lang gehuild
te hebben besloot Barbara toen omwille van haar kinderen voor haar eigen leven
te vechten. Ze moest vertrouwen hebben in de toekomst. Ze hield zich in de
gevangenis overeind met geestelijke gezangen. Daar ontmoette Barbara haar
vriendinnen Marion York von Wartenburg (19104-2007) en Clarita Trott zu Solz
(1917-2013) weer. Op de vraag van een bewaakster of de vriendinnen elkaar
kenden, antwoordde Barbara direct van nee, haar eerste leugen. De vriendinnen
hadden veel steun aan elkaar op de weinige momenten, dat ze even contact konden
hebben.
Op 30 september 1944 kwam de
eerder genoemde dr. Neuhaus tijdens een verhoor terug op een brief die Barbara enkele
jaren daarvoor aan haar man had geschreven en waarin ze een droom beschreef. In
haar droom had haar zwager Werner een daad van de hoogste politieke betekenis gesteld.
Toen Neuhaus haar voorhield, dat haar man hem zelf had verteld, dat Werner
dergelijke plannen had, wist Barbara zeker, dat Neuhaus loog. Hans-Bernd zou
dat nooit tegen een ander verteld hebben, daar was ze absoluut zeker van. Voor
Barbara was het op dat moment tegenover de Nazi’s met de waarheid gedaan.
Nog dezelfde dag werd Barbara vrijgelaten
evenals haar vriendinnen. Bij de vrijlating werd haar verteld, dat ze de afscheidsbrief,
die Hans-Bernd aan haar geschreven had, spoedig per post zou ontvangen. Ze
kreeg die brief overigens pas op 5 februari 1945. De overlijdensakte van
Hans-Bernd, die ze later nodig had voor het aanvragen van weduwepensioen ontving
ze in april 1948. Barbara verliet de gevangenis met DM. 20 op zak, geld dat ze
verdiend had met werken, minus de kosten voor kost en inwoning. Weer vrij
keerde ze terug naar Berlijn-Dahlem.
Nog dezelfde dag reisde Barbara
met haar moeder, die ook korte tijd had vastgezeten, door naar Grammertin. Ze
was zielsgelukkig haar kinderen weer te zien. Ze vertelde haar kinderen, dat
hun vader terechtgesteld was. Toen haar zoon vroeg wat terechtgesteld betekende,
moest ze de waarheid wel vertellen: opgehangen. Een paar maanden later merkte
dezelfde zoon op:
“Solcher Tod ist doch eine Strafe. Wie
konnte Gott so einem guten menschen wie Pansing mit solchem Tod sterben
lassen?”
Barbara antwoordde met:
“Verstehen können wir es nicht, wir
können nur vertrauen…..Keiner hat grossere Liebe, als dass er sein Leben gibt
für die Freuden. Christus musste am Kreuz sterben”.
Een week na haar vrijlating moest
Barbara weer terug naar Berlijn om persoonlijke spullen op te halen. Ze wilde
vooral het manuscript met herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog van de vader
van Hans-Bernd veilig stellen. Een paar weken later moest ze het manuscript
in allerijl begraven, toen de Russen Grammertin vorderden. Tegenwoordig ligt
het manuscript in het Bondarchief in Koblenz. In Berlijn vernam Barbara tevens,
dat haar schoonmoeder en schoonzuster ook vijf weken hadden vastgezeten.
In het voorjaar van 1945 bereikte
de Russen Grammertin. Gedroegen de soldaten zich aanvankelijk rustig, korte
tijd later bleek, dat ze alles wat ze maar gebruiken konden meenamen. Ze
vorderden Grammertin. Ze deden zich te goed aan het vlees van geslacht vee en
groenten uit de moestuin. Barbara, haar kinderen, haar ouders en verdere
familie moesten in de stallen of in het bos slapen. Toen de Russen een
vierjarig meisje verkrachtten, pleegde de zus van Barbara zelfmoord. Uiteraard
wees Barbara de avances van enkele Russische militairen resoluut van de hand.
Op 20 juli 1945 (!) verlieten
Barbara en haar familie Grammertin en reisden op de daken van spoorwagons naar
Berlijn-Dahlem. Daar hoorde zij, dat de processen tegen haar man en de andere
samenzweerders op film vastgelegd waren. Een deel van de film was in Amerikaanse
handen en een deel in Russische.
Kurt Hahn
|
In het najaar van 1945 begonnen
in Mecklenburg de eerste grondhervormingen. Grammertin werd onteigend. In Berlijn-Dahlem
stond op een dag Kurt Hahn
(1886-1974) op de stoep. Deze joodse pedagoog was in 1933 het land uit gezet en
wilde nu zijn internaat Salem in Zuid Duitsland weer heropenen, maar nu op
christelijke leest. Hahn vertelde Barbara, dat hij, onder de indruk van de
gebeurtenissen op 20 juli 1944, zich had laten dopen en dat hij haar kinderen
graag opnam in zijn internaat Salem. Barbara besloot naar Zuid Duitsland te
gaan en deed pogingen om ook de moeder van Hans-Bernd zo ver te krijgen mee te
gaan. Tevergeefs, Agnes von Brauschitsch (geb. 1869) overleed op 5 december 1945,
kapot van verdriet over haar beide, terechtgestelde zonen.
Met een vrachtwagen met
aanhangwagen vol met spullen reisden Barbara en haar kinderen en haar ouders in
de zomer van 1946 richting Bodensee, nadat alle papieren daarvoor in orde waren
gemaakt. De grens tussen de nieuwe staten West en Oost Duitsland was slechts op
een plek open, bij Göttingen, waar zo’n 20.000 mensen tegelijk over wilden. Het
duurde vier dagen, voordat Barbara en familie de grens over konden. In
Heidelberg moesten ze een paar dagen langer blijven dan gedacht, omdat ze geen
toegang kregen tot de Franse Zone van West Duitsland. Na een oponthoud van
enkele weken in Stuttgart, kon de familie doorreizen naar Zuid Duitsland. Daar
streken Barbara en haar kinderen neer in Burg Friedingen aan de Bodensee, die
door de familie van Barbara vroeger was gepacht. Op het einde van de oorlog was
de burcht zwaar beschadigd, maar een tante had de burcht weer bewoonbaar gemaakt.
Burg Friedingen
|
Op Burg Friedingen, met uitzicht
op de Alpen, brachten Barbara en haar kinderen 4½ gelukkige jaren door tot Kerst 1950. Voor Barbara eindelijk
tijd om alles van de afgelopen jaren te verwerken. De kinderen ging op school
in Salem.
Eind 1950 verhuisden Barbara en
haar familie naar de Gondolfstrasse in Heidelberg. Daar leidde Barbara een
rustig bestaan tussen haar familie en vrienden. Ze had veel contact met de
vrouwen, wier mannen, net als haar man, behoorden tot de groep die in verzet gekomen
was tegen Hitler. Ze heeft er in het naoorlogse Duitsland met haar vriendinnen
hard voor moeten strijden, dat de mannen niet gezien werden als landverraders,
maar als leden van de verzetsbeweging tegen Hitler, die als zodanig erkenning
verdienden. In die jaren ook is Barbara begonnen voor haar kinderen op te
schrijven, wat ze allemaal meegemaakt hadden vanaf de dag van de aanslag op
Hitler tot de verhuizing naar Heidelberg. In het boekje “Aus unserem Leben,
1944-1950” vertelt ze zeer gedetailleerd aan haar kinderen, die als het ware
rond haar stoel zitten, hoe ze die moeilijke jaren zijn doorgekomen. Daarmee
geeft dit boekje een uitstekend inzicht in de chaos in het laatste jaar van de
oorlog en de eerste jaren daarna.
Ook toen ze later naar Tutzing
aan de Starnbergersee, vlakbij München, verhuisd was, heeft Barbara zich in tal
van interviews aan kranten en TV, veelal een cigarillo rokend, ervoor hard gemaakt,
dat de samenzweerders van 20 juli 1944 niet als landverraders werden gezien,
maar dat ze handelden uit de godsdienstige overtuiging, dat het kwaad gestopt
moest worden. Ze sloot een studie theologie af met een promotie.
Graf van Barbara von
Haeften-Curtius en Hans-Bernd von Haeften
|
Barbara overleed op 97-jarige
leeftijd in Tutzing op 1 april 2006. Ze werd, korte tijd later, samen met de
stoffelijke resten van haar man begraven op het St. Annenfriedhof in
Berlijn-Dahlem. Precies zoals zij dat wilde.
Op het terrein van de
Evangelisches Johannesstift in Berlijn bevindt zich het Barbara von Hauften
Haus, waar jongeren begeleid kunnen wonen en aan hun ontwikkeling kunnen werken
op basis van de Evangelische uitgangspunten van de stichting.
Tiel, 24-02-2017
Meer weten? Lees:
Barbara von Haeften, Aus unserem Leben 1944-1950, Privé uitgave, 5e druk,
1998
Geen opmerkingen:
Een reactie posten