Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 6 april 2017

Genealogisch blog 177



De laatste foto

Ik had zo juist door de telefoon van mijn vader uit Nijmegen vernomen, dat mijn moeder dood was. Ik hing op. Het leek wel of ik een klap met een honkbalknuppel had gekregen. Achter en naast mij schreeuwden mijn broers en zussen waarom ik had opgehangen. Ze zagen wel aan me, dat er iets verschrikkelijks aan de hand was. Na een paar seconden was ik in staat hen te vertellen, dat mama dood was. Daar stonden we: zes huilende kinderen, die net gehoord hadden, dat hun moeder was overleden. Huilen, schreeuwen, onbegrip, afgrijselijk.
Bij de Zusters Augustinessen van St. Monica in Amsterdam hadden mijn ouders om hulp gevraagd voor de periode, die mijn moeder zou moeten doorbrengen in het ziekenhuis in Nijmegen. De zusters stuurden toen een “Kijkjuffie”, een jong meisje, dat het klooster in wilde, maar eerst nog eens in de wereld moest rondkijken om na te gaan of het kloosterleven werkelijk was wat ze wilde. We hadden geen betere kunnen krijgen. Vele jaren later schreef dat “Kijkjuffie” mij over de ontreddering, die het telefoontje met Nijmegen teweeg bracht:

“Maar toen op een avond, toen ik daar 14 dagen in huis was,  ging het mis…Paul maakte contact en kreeg in plaats van zijn moeder, zijn vader aan de telefoon die alleen maar zei: Paul, je moeder is dood!
Ik weet niet meer of ik toen de telefoon overnam of dat een ander dat deed, maar Paul vluchtte het huis uit naar een familie aan de overkant die goede vrienden waren.
Ik heb zo gauw mogelijk gebeld naar de zusters in de Warmoesstraat en gezegd dat ik later kwam en waarom.
Ontreddering is het enige woord wat iets zegt over de reacties van de kinderen. Ik voelde me onmachtig om dat op te vangen.”
Ik vluchtte naar de Snieders aan de overkant van de Bredeweg en vertelde hun wat er was gebeurd. Buiten op straat heb ik een tijd op een vuilnisbak zitten huilen. Na enige tijd had ik mezelf weer enigszins bij elkaar geraapt. Ik realiseerde me, dat er voor mijn vader niets te drinken zou zijn, als hij thuis kwam. Daar moest ik wat aan doen. Ik pakte geld en liep naar Wijnhandel Renes op de Linnaeuskade. Het duurde even voor er open gedaan werd, nadat ik had gebeld. Degene die open deed was niet verwonderd mij te zien. Ik haalde wel vaker ’s avonds wat. Ik vroeg om een fles Oude Bokma en vertelde wat er was gebeurd, nam de condoleances van Renes in ontvangst, rekende af en holde terug naar huis.

Wijnhandel Renes
Wijnhandel Renes, foto Geheugen van Oost

Toen ik vlak bij huis was kwam mijn vader de straat ingereden. Hij parkeerde de auto en stapte uit, een compleet gebroken man. Ik liep naar hem toe, gaf hem een hand zei, dat hij van mij alle tijd kreeg om over het verlies van mama te komen. Hij bedankte me met een knikje.
ij parkeerde de auto


Rond 20.00 uur kwam als eerste pater van Nuenen, de medeoprichter van de Zusters Augustinessen van St. Monica, naar de Bredeweg. De pater was niet de enige, die troost kwam bieden. Daar waren ook de vrienden Jopie en Dik Snieder, en daar was – haast onopgemerkt – benedenbuurman dominee F. van der Meulen, die anno 2012 samen met zijn vrouw nog een levendige herinnering had aan de gebeurtenissen in de avond van 22 september 1964.
 
Middenweg 187
Middenweg 187, foto: gahetna.nl
Natuurlijk kon ik die nacht niet slapen. Tijdens mijn verdrietige overpeinzingen besloot ik, dat ik de volgende dag van de laatste foto van mijn moeder, gemaakt tijdens de laatste vakantie in Oostenrijk, de allergrootste vergroting zou laten maken en die aan mijn vader te geven. Om de foto te betalen zou ik geld van mijn eigen spaarbankboekje bij de Spaarbank voor de Stad Amsterdam op de Middenweg afhalen, daar had ik mijn vader niet voor nodig.
Nadat ik het Ignatius College de volgende morgen had laten weten, dat ik de eerst komende dagen niet op school zou komen, zocht ik het negatief van de laatste foto van mama op tussen de papieren van de laatste vakantie, die nog niet eens waren opgeruimd, en ging naar fotowinkel Olsthoorn op de Transvaalkade, waar we altijd onze foto’s lieten ontwikkelen en afdrukken. Ook aan de heer Olsthoorn, voor wie mijn moeder geen onbekende was, vertelde ik het verhaal van haar overlijden. Hij begreep meteen wat ik wilde. Het grootste formaat waarop de laatste foto van mama afgedrukt kon worden was 60 x 45 cm. Met een lijst zou het een dure grap worden, zei Olsthoorn. Dat maakte me niet uit, op mijn spaarbankboekje stond een paar honderd gulden en zoveel zou de foto nou ook weer niet kosten. Olsthoorn beloofde me zijn best te zullen doen om een zo mooi mogelijke afdruk te krijgen. Hij kon dat zelf niet doen, want voor zo’n grote kleurenfoto had hij de apparatuur niet. Hij moest het negatief opsturen naar Agfa.

Foto Olsthoorn
Foto Olsthoorn, foto Geheugen van Oost
Olsthoorn zou proberen de vergroting vóór de volgende zaterdag terug te hebben, dan zou mijn moeder begraven worden. Of dat gelukt is weet ik werkelijk niet meer. In ieder geval kon ik de vergroting ingelijst na enkele dagen afhalen.
De laatste foto van mama heb ik met mijn Afga Click II in Oostenrijk van haar genomen, vlak voor het einde van de vakantie. Het was schitterend weer, daarom droeg ze een zonnebril. Ze had een blouse aan met daarover een groen vestje met Oostenrijkse dessins, dat ze enkele dagen eerder, ik denk in Schruns, had gekocht. Het vestje stond haar fantastisch. Ze keek lachend naar de camera, toen ik afdrukte.
Toen ik de vergroting kwam afhalen liet meneer Olsthoorn mij die vol trots zien. Een geweldige foto, overal scherp en in een strakke witte lijst. Na zo’n dikke fl. 60,00 afgerekend te hebben liep ik met de vergroting onder mijn arm naar huis en gaf hem aan mijn vader. Die barstte weer in tranen uit en met ons allemaal rond hem bekeek hij de foto van alle kanten. Het was direct volstrekt duidelijk waar de foto zou komen te hangen: op de schoorsteen in de eetkamer boven de kachel.

Rietje Welling-Bosman
De laatste foto
Op zijn vertrouwde plek bleef de foto, hangen totdat mijn vader, opnieuw getrouwd, naar Bloemendaal verhuisde. Een paar maanden later verhuisde ik naar Amersfoort. In Bloemendaal kwam de foto op de schoorsteen boven de kachel in de voorkamer te hangen, zoals op de onderstaande foto te zien is. Nooit ben ik zo verstandig geweest van het negatief nog een paar afdrukken te laten maken. Helaas is het negatief bij een van de latere verhuizingen verloren gegaan.

Rietje Welling-Bosman
Op de schoorsteen boven de kachel

De foto van mijn moeder heeft op de schoorsteen boven de kachel tot na 1974 gehangen, want naast de haard zit op bovenstaande foto zit de vader van mijn vader, die in 1974 overleed. Bij een grote opknapbeurt van de woonkamer in 1980 verdween de foto naar de studeerkamer van mijn vader. Wat er na het overlijden van mijn vader in 1983 met de foto van mama gebeurd is weet ik niet. Ik vrees het ergste.
Gelukkig vond ik de foto van opa naast de haard in een van de fotoboeken van tante Nel, die ik, sinds haar dood, in mijn bezit heb. Zij fotografeerde alles en iedereen, en terwijl ze opa op de gevoelige plaat vastlegde bewaarde ze en passant voor mij de foto van mama, waarvan ik een vage uitsnede heb gemaakt.
We hadden vroeger thuis allemaal het idee, dat mama er nog even bij was, wanneer we naar haar foto keken. Het “Kijkjuffie” is al vele jaren een zeer gewaardeerd zuster Augustines.

Tiel, 06-04-2017
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten