Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

dinsdag 5 april 2016

Genealogisch blog 47



Chef Materieel

Bij KB van 6 oktober 1877 kreeg Adriaan Constant van Haeften, geboren in Arnhem in 1830, per 1 november 1877 de aanstelling van Chef Materieel van het Ministerie van Marine. Nu hij niet meer in actieve dienst was, kwamen zijn andere kwaliteiten over het voetlicht.

Al tijdens zijn zeereizen had Adriaan Constant zich bezig gehouden met de veiligheid van het marine personeel op zee. Vooral de snelheid waarmee de bemanning een veilig heenkomen kon vinden bij een calamiteit hield hem bezig. Op 23 augustus 1877 presenteerde hij  een sloep met sloepval en propgatsluiting. Twee jaar later, op 25 februari 1879, kwam hij met een ontwerp voor een sloepsstrijktoestel met een eigen systeem om een barkas A4 (en grote sloep) te water te laten. 


Adriaan Constant van Haeften

 Ontwerp voor Sloepsval met propgatsluiting (detail), (foto: Scheepvaartmuseum, Amsterdam)
Adriaan Constant van Haeften

Model sloepval (foto: Rijksmuseum)

Adriaan Constant mengde zich ook in de discussie over het nut van en de kosten voor gedeeltelijke bepantsering van schepen, waarvan hij helemaal geen voorstander was:

“Hij (van Haeften) acht het nut van gepantserde oorlogsbodems in het algemeen en voor kleine natiën in het bijzonder zeer problematiek, hij meent tevens, dat indien immer tot eene herbepantsering onzer oorlogsbodems overgegaan worde, zulks zoo afdoende als bij de betrokken schepen mogelijk is zal behooren te geschieden, en tegen het doen van de daarvoor vereischte meerdere uitgaven niet moet worden opgezien.
Doch daarenboven is hij van oordeel dat eene eventuele herbepantsering, zooal niet voorafgegaan dan toch zeker gepaard zal moeten gaan met eene verbeterde bewapening onze gepantserde vloot; een verbetering, welke aanzienlijke kosten zal vorderen”.

Daar de toenmalige Minister van Marine Willem Fredrik Van Erp Taalman Kip (1824-1905), zich niet kon vinden in de voorstellen om een aantal schepen voor fl. 8.700.000,00 te bepantseren, waren de argumenten van Adriaan Constant van doorslag gevend belang.

In een discussie over de theoretisch berekende lengte van de ankerkettingen was Adriaan Constant het wel eens met hoofdingenieur B.J. Tideman, in tegenstelling tot de Inspecteur over de Stoomvaartdienst F.H.P. van Alphen. Het was niet nodig gebleken bij de berekening van de lengte van de ankerkettingen ook de waterdiepte te betrekken. Adriaan Constant stelde, dat de stuurboordketting van de ‘Atjeh’ “ten duidelijkste bewezen had”, dat de theoretische berekeningen van de lengte van de ankerkettingen goed waren.

In 1884 kwamen weer hele andere talenten van Adriaan Constant naar boven, toen hij, kort na diens dood, een levensschets schreef over zijn vriend de Kapitein ter zee K.C. Bunnk:

“Een zijner meer intieme vrienden, de gepensioneerde kapt. t/z., Jhr. H.O. Wichers, lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, voldoende aan den drang zijns harten, trad als spreker bij de geopende groeve op en schetste aldaar in weinige doch goed gekozen woorden het leven van den gestorvene, dien hij terecht vergeleek bij den gevallen forschen eik met ruwe schors, welke laatste wel het kenmerk draagt der inwendige kracht van den boom, doch ook tevens de uitstekende eigenschappen verbergt van het prachtige, kostbare hout, dat zij bedekt en omvat. Zoo was het ook met onzen hooggeschatten vriend Bunnik…”

Voor zijn gedrag bij een expeditie in Indië werd Bunnik benoemd tot ridder in de Militaire Willems orde. In 1869 wist hij zijn gevangen genomen manschappen vrij te krijgen door onderhandelingen met Afrikaanse inlanders . Bunnik werd in 1874 aangesteld als directeur van het Marine etablissement op Onrust, een eiland voor de kust van Jakarta. In 1881 werd hij gepensioneerd en in 1884 overleed hij.

Op 1 juni 1880 kreeg Adriaan Constant nog een aanzienlijke salarisverhoging. Het bijbehorende KB nr. 48 werd op 21 juli van dat jaar getekend. Het vaste traktement, dat in 1875 verhoogd was van fl. 1200,00 naar fl. 1500,00 per jaar, kwam nu uit op fl. 2900,00 per jaar.

Vanwege zijn “langdurige dienst” vroeg Adriaan Constant in de eerste helft van 1884 eervol ontslag aan uit ’s Rijks zeedienst. Per KB nr. 54 van 17 juni kreeg hij per 1 juli 1884 het gewenste eervolle ontslag. Zijn uitkering bedroeg fl. 2775,00 per jaar. Bovendien verkreeg hij de rang van Schout bij nacht.

Adriaan Constant van Haeften

Adriaan Constant als Schout bij Nacht (foto: Scheepvaartmuseum)
Kort na zijn pensionering benoemde de Regering Adriaan Constant tot lid van de commissie, die verantwoordelijk was voor de Nederlandse maritieme inbreng in de Wereld Tentoonstelling van 1885 in Antwerpen. Zijn laatste levensjaren sleet hij in Vlissingen, dichtbij zijn dochter, die daar ook woonde.

Jonkheer Adriaan Constant van Haeften overleed onverwachts in Vlissingen op 22 januari 1894 ‘s morgens om 05.30 uur. In de pers bleef zijn overlijden niet onopgemerkt. Er verschenen artikelen in de krant over zijn levensloop en een In Memoriam.



Tiel, 05-04-2016

Meer weten? Lees:
J.M. Dirkzwager, Dr. B.J. Tideman 1834-1883, grondlegger van de moderne scheepsbouw in Nederland, Brill Archive, 1970

A.C. van Haeften, Levensschets van den kapitein ter zee K.C. Bunnik, Gebr. Belinfante, ’s Gravenhage 1884




2 opmerkingen:

  1. laatste alinea staat Adriaan overleed 22-01-1884
    Dit moet zijn 22-01-1894 10 jaar later

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Typfoutje. Ik heb het jaartal inmiddels verbeterd.
    Paul Welling

    BeantwoordenVerwijderen