Chef Materieel
Bij KB van 6 oktober 1877 kreeg
Adriaan Constant van Haeften, geboren in Arnhem in 1830, per 1 november 1877 de
aanstelling van Chef Materieel van het Ministerie van Marine. Nu hij niet meer
in actieve dienst was, kwamen zijn andere kwaliteiten over het voetlicht.
Al tijdens zijn zeereizen had
Adriaan Constant zich bezig gehouden met de veiligheid van het marine personeel
op zee. Vooral de snelheid waarmee de bemanning een veilig heenkomen kon vinden
bij een calamiteit hield hem bezig. Op 23 augustus 1877 presenteerde hij een sloep met sloepval en propgatsluiting.
Twee jaar later, op 25 februari 1879, kwam hij met een ontwerp voor een
sloepsstrijktoestel met een eigen systeem om een barkas A4 (en grote sloep) te
water te laten.
Ontwerp voor Sloepsval met propgatsluiting
(detail), (foto: Scheepvaartmuseum, Amsterdam)
|
Model sloepval
(foto: Rijksmuseum)
|
Adriaan Constant mengde zich ook
in de discussie over het nut van en de kosten voor gedeeltelijke bepantsering
van schepen, waarvan hij helemaal geen voorstander was:
“Hij
(van Haeften) acht het nut van gepantserde oorlogsbodems in het algemeen en
voor kleine natiën in het bijzonder zeer problematiek, hij meent tevens, dat
indien immer tot eene herbepantsering onzer oorlogsbodems overgegaan worde,
zulks zoo afdoende als bij de betrokken schepen mogelijk is zal behooren te
geschieden, en tegen het doen van de daarvoor vereischte meerdere uitgaven niet
moet worden opgezien.
Doch
daarenboven is hij van oordeel dat eene eventuele herbepantsering, zooal niet
voorafgegaan dan toch zeker gepaard zal moeten gaan met eene verbeterde
bewapening onze gepantserde vloot; een verbetering, welke aanzienlijke kosten
zal vorderen”.
Daar de toenmalige Minister van
Marine Willem Fredrik Van Erp Taalman Kip (1824-1905), zich niet kon vinden in
de voorstellen om een aantal schepen voor fl. 8.700.000,00 te bepantseren,
waren de argumenten van Adriaan Constant van doorslag gevend belang.
In een discussie over de
theoretisch berekende lengte van de ankerkettingen was Adriaan Constant het wel
eens met hoofdingenieur B.J. Tideman, in tegenstelling tot de Inspecteur over
de Stoomvaartdienst F.H.P. van Alphen. Het was niet nodig gebleken bij de
berekening van de lengte van de ankerkettingen ook de waterdiepte te betrekken.
Adriaan Constant stelde, dat de stuurboordketting van de ‘Atjeh’ “ten duidelijkste bewezen had”, dat de
theoretische berekeningen van de lengte van de ankerkettingen goed waren.
In 1884 kwamen weer hele andere
talenten van Adriaan Constant naar boven, toen hij, kort na diens dood, een
levensschets schreef over zijn vriend de Kapitein ter zee K.C. Bunnk:
“Een
zijner meer intieme vrienden, de gepensioneerde kapt. t/z., Jhr. H.O. Wichers,
lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, voldoende aan den drang zijns
harten, trad als spreker bij de geopende groeve op en schetste aldaar in
weinige doch goed gekozen woorden het leven van den gestorvene, dien hij
terecht vergeleek bij den gevallen forschen eik met ruwe schors, welke laatste
wel het kenmerk draagt der inwendige kracht van den boom, doch ook tevens de uitstekende
eigenschappen verbergt van het prachtige, kostbare hout, dat zij bedekt en
omvat. Zoo was het ook met onzen hooggeschatten vriend Bunnik…”
Voor zijn gedrag bij een
expeditie in Indië werd Bunnik benoemd tot ridder in de Militaire Willems orde.
In 1869 wist hij zijn gevangen genomen manschappen vrij te krijgen door onderhandelingen
met Afrikaanse inlanders . Bunnik werd in 1874 aangesteld als directeur van het
Marine etablissement op Onrust, een eiland voor de kust van Jakarta. In 1881
werd hij gepensioneerd en in 1884 overleed hij.
Op 1 juni 1880 kreeg Adriaan
Constant nog een aanzienlijke salarisverhoging. Het bijbehorende KB nr. 48 werd
op 21 juli van dat jaar getekend. Het vaste traktement, dat in 1875 verhoogd
was van fl. 1200,00 naar fl. 1500,00 per jaar, kwam nu uit op fl. 2900,00 per
jaar.
Vanwege zijn “langdurige dienst” vroeg Adriaan
Constant in de eerste helft van 1884 eervol ontslag aan uit ’s Rijks zeedienst.
Per KB nr. 54 van 17 juni kreeg hij per 1 juli 1884 het gewenste eervolle
ontslag. Zijn uitkering bedroeg fl. 2775,00 per jaar. Bovendien verkreeg hij de
rang van Schout bij nacht.
Adriaan Constant als
Schout bij Nacht (foto: Scheepvaartmuseum)
|
Kort na zijn pensionering
benoemde de Regering Adriaan Constant tot lid van de commissie, die
verantwoordelijk was voor de Nederlandse maritieme inbreng in de Wereld
Tentoonstelling van 1885 in Antwerpen. Zijn laatste levensjaren sleet hij in
Vlissingen, dichtbij zijn dochter, die daar ook woonde.
Jonkheer Adriaan Constant van
Haeften overleed onverwachts in Vlissingen op 22 januari 1894 ‘s morgens om
05.30 uur. In de pers bleef zijn overlijden niet onopgemerkt. Er verschenen
artikelen in de krant over zijn levensloop en een In Memoriam.
Tiel, 05-04-2016
Meer weten? Lees:
J.M. Dirkzwager, Dr. B.J. Tideman 1834-1883, grondlegger van
de moderne scheepsbouw in Nederland, Brill Archive, 1970
A.C. van Haeften, Levensschets van den kapitein ter zee K.C.
Bunnik, Gebr. Belinfante, ’s Gravenhage 1884
laatste alinea staat Adriaan overleed 22-01-1884
BeantwoordenVerwijderenDit moet zijn 22-01-1894 10 jaar later
Typfoutje. Ik heb het jaartal inmiddels verbeterd.
BeantwoordenVerwijderenPaul Welling