Kijk ook eens opzij
Ontmoetingen met kleinkinderen
zijn natuurlijk altijd leuk. Als grootouder ben je niet verantwoordelijk voor
de opvoeding van het kind. Je kunt je daarom net even meer permitteren dan de
ouders, die het kunstje van het opvoeden uiteraard heel goed van je hebben
afgekeken. Kleinkinderen hebben altijd iets stralends in hun ogen wanneer opa
en oma op bezoek komen. Die nemen vaak wat mee en doen meestal dingen waar papa
en mama geen tijd voor hebben. Ik geniet met volle teugen van het opa-zijn.
Je kleinkinderen in je stamboom
opnemen is vanzelfsprekend geen kunst. Je weet (nog) al hun geboortedata uit je
hoofd. In een enkel geval ging je zelfs mee aangeven. Jammer genoeg word je dan
tegenwoordig niet meer, zoals vroeger, als getuige genoteerd door de ambtenaar
van de Burgerlijke Stand. De vader krijgt alleen een computeruitdraai mee om te
kunnen bewijzen, dat zijn kind echt bestaat.
Gemeentehuis Aalsmeer |
Ik heb me ooit eens vreselijk
kwaad gemaakt, toen ik met mijn beide kinderen bij de Burgerlijke Stand in
Aalsmeer een of ander document moest hebben voor vakantie of zoiets. Of ik kon
aantonen, dat die twee naast mij wel mijn kinderen waren. Wat ik ook zei tegen
de dienstdoende ambtenaar, en, belangrijker, hoezeer mijn kinderen ervan
getuigden, dat ik de beste vader van de wereld was, het kon de ambtenaar niet
vermurwen. Hij moest een rechtsgeldig bewijs hebben. Ik probeerde het nog een
keer. De bewijzen staan hier naast me, zei ik met ingehouden woede. Geldt niet,
er moest en zou een rechtsgeldig document aan te pas moeten komen. Mijn pas als
mijn kinderen daarin staan, een geboortebewijs, een uittreksel uit de Burgerlijke
Stand. Ah, nou heb ik hem, dacht ik. Het benodigde uittreksel uit de Burgerlijke
Stand kon de man zo uit zijn computer halen. Maar weer haalde ik bakzeil, want
voor zo’n bewijs moest ik een rechtsgeldig document hebben, dat die twee steeds
ongeduldiger wordende schatten mijn kinderen waren, en dat had ik niet. Kokend
van woede besloot ik naar huis te gaan en een paar dagen later met het vereiste
rechtsgeldige document weer naar het gemeentehuis te gaan. Ik heb zo’n hekel aan
dit soort ambtenarij!!
Kleinkinderen in je stamboom
opnemen gaat als het ware vanzelf. Neven en nichten laten zich over het
algemeen ook makkelijk opnemen. Die ken je meestal wel, of er moet iets in de
familie zijn voorgevallen. Wanneer ik naar achteren kijk, dan kom ik mijn gootouders
al tegen in de onvolprezen database van Wiewaswie.
Alle vroegere verwanten zijn dan makkelijk op te sporen. Ik vraag me wel eens
af hoe het voor die mensen zou zijn nu te leven. Voor hen was de grootste
snelheid die ze konden bereiken die van het paard in galop. Of misschien de
eerste trein, die al 37 km/u reed. Een moderne wielrenner gaat al sneller. In
vergelijking met onze voorouders is de snelheid zo zeer verhoogd, dat we daar
nieuwe tijdsbegrippen voor hebben moeten ontwikkelen als nanoseconde en MB/sec.
Stamboom |
Terug naar de genealogie. Opzij
kijken in het heden is veel lastiger, want het valt niet mee de kinderen van je
neven en nichten te achterhalen. Je krijgt lang niet altijd een
geboortekaartje, zeker niet als de familie groot is en er dus veel neven en nichten
zijn, die weer veel kinderen hebben en ook al een aantal kleinkinderen zoals
jijzelf.
Ik heb dat probleem opgelost door
te organiseren, dat ik op de hoogte blijf van genealogische ontwikkelingen.
Daarvoor heb ik contacten gelegd met sleutelfiguren in de familie die bereid
waren mee te werken. Soms kostte het moeite zo’n sleutelfiguur te vinden. Niet
iedereen staat te trappelen, maar ik heb er voldoende. Om aan sleutelfiguren te
komen is het verstandig oudere familieleden te interviewen, zoals de folder van
de Afdeling Betuwe van de NGV adviseert. Die interviews leveren niet alleen droge
informatie op over geboorte, huwelijk en overlijden, maar ook sappige
familieverhalen en, niet zelden, de bereidheid om als sleutelfiguur op te
treden.
In ruil voor de informatie, die ik
van die sleutelfiguren ontvang, geef ik hen, indien gewenst, de laatste uitdraai
van de stamboom van de familie, zodat zij ook volledig op de hoogte zijn. Dat
vinden ze altijd leuk. Aan deze werkwijze zijn een paar spelregels verbonden,
nl. de spelregels van de privacy. Daarvoor hanteer ik de algemeen geldende
regels. Voor de grote families, die ik onderzoek, heb ik daaraan toegevoegd,
dat ik mijn stambomen niet publiceer op internet. Ik voeg daar altijd aan toe, dat
elk familieverhaal – hoe onbeduidend dan ook op het eerste gezicht – de moeite
waard is vastgelegd en bewaard te worden. Er is later zeker iemand die van die familiegeschiedenis
zal smullen.
Dat betekent voor mij, dat ik te
zijner tijd een en ander goed moet regelen.
Tiel 09-04-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten