Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

zaterdag 9 april 2016

Genealogsch blog 49



Kijk ook eens opzij

Ontmoetingen met kleinkinderen zijn natuurlijk altijd leuk. Als grootouder ben je niet verantwoordelijk voor de opvoeding van het kind. Je kunt je daarom net even meer permitteren dan de ouders, die het kunstje van het opvoeden uiteraard heel goed van je hebben afgekeken. Kleinkinderen hebben altijd iets stralends in hun ogen wanneer opa en oma op bezoek komen. Die nemen vaak wat mee en doen meestal dingen waar papa en mama geen tijd voor hebben. Ik geniet met volle teugen van het opa-zijn.

Je kleinkinderen in je stamboom opnemen is vanzelfsprekend geen kunst. Je weet (nog) al hun geboortedata uit je hoofd. In een enkel geval ging je zelfs mee aangeven. Jammer genoeg word je dan tegenwoordig niet meer, zoals vroeger, als getuige genoteerd door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. De vader krijgt alleen een computeruitdraai mee om te kunnen bewijzen, dat zijn kind echt bestaat.

Aalsmeer
Gemeentehuis Aalsmeer
Ik heb me ooit eens vreselijk kwaad gemaakt, toen ik met mijn beide kinderen bij de Burgerlijke Stand in Aalsmeer een of ander document moest hebben voor vakantie of zoiets. Of ik kon aantonen, dat die twee naast mij wel mijn kinderen waren. Wat ik ook zei tegen de dienstdoende ambtenaar, en, belangrijker, hoezeer mijn kinderen ervan getuigden, dat ik de beste vader van de wereld was, het kon de ambtenaar niet vermurwen. Hij moest een rechtsgeldig bewijs hebben. Ik probeerde het nog een keer. De bewijzen staan hier naast me, zei ik met ingehouden woede. Geldt niet, er moest en zou een rechtsgeldig document aan te pas moeten komen. Mijn pas als mijn kinderen daarin staan, een geboortebewijs, een uittreksel uit de Burgerlijke Stand. Ah, nou heb ik hem, dacht ik. Het benodigde uittreksel uit de Burgerlijke Stand kon de man zo uit zijn computer halen. Maar weer haalde ik bakzeil, want voor zo’n bewijs moest ik een rechtsgeldig document hebben, dat die twee steeds ongeduldiger wordende schatten mijn kinderen waren, en dat had ik niet. Kokend van woede besloot ik naar huis te gaan en een paar dagen later met het vereiste rechtsgeldige document weer naar het gemeentehuis te gaan. Ik heb zo’n hekel aan dit soort ambtenarij!!


Kleinkinderen in je stamboom opnemen gaat als het ware vanzelf. Neven en nichten laten zich over het algemeen ook makkelijk opnemen. Die ken je meestal wel, of er moet iets in de familie zijn voorgevallen. Wanneer ik naar achteren kijk, dan kom ik mijn gootouders al tegen in de onvolprezen database van Wiewaswie. Alle vroegere verwanten zijn dan makkelijk op te sporen. Ik vraag me wel eens af hoe het voor die mensen zou zijn nu te leven. Voor hen was de grootste snelheid die ze konden bereiken die van het paard in galop. Of misschien de eerste trein, die al 37 km/u reed. Een moderne wielrenner gaat al sneller. In vergelijking met onze voorouders is de snelheid zo zeer verhoogd, dat we daar nieuwe tijdsbegrippen voor hebben moeten ontwikkelen als nanoseconde en MB/sec.

Stamboom
Stamboom

Terug naar de genealogie. Opzij kijken in het heden is veel lastiger, want het valt niet mee de kinderen van je neven en nichten te achterhalen. Je krijgt lang niet altijd een geboortekaartje, zeker niet als de familie groot is en er dus veel neven en nichten zijn, die weer veel kinderen hebben en ook al een aantal kleinkinderen zoals jijzelf.

Ik heb dat probleem opgelost door te organiseren, dat ik op de hoogte blijf van genealogische ontwikkelingen. Daarvoor heb ik contacten gelegd met sleutelfiguren in de familie die bereid waren mee te werken. Soms kostte het moeite zo’n sleutelfiguur te vinden. Niet iedereen staat te trappelen, maar ik heb er voldoende. Om aan sleutelfiguren te komen is het verstandig oudere familieleden te interviewen, zoals de folder van de Afdeling Betuwe van de NGV adviseert. Die interviews leveren niet alleen droge informatie op over geboorte, huwelijk en overlijden, maar ook sappige familieverhalen en, niet zelden, de bereidheid om als sleutelfiguur op te treden.

In ruil voor de informatie, die ik van die sleutelfiguren ontvang, geef ik hen, indien gewenst, de laatste uitdraai van de stamboom van de familie, zodat zij ook volledig op de hoogte zijn. Dat vinden ze altijd leuk. Aan deze werkwijze zijn een paar spelregels verbonden, nl. de spelregels van de privacy. Daarvoor hanteer ik de algemeen geldende regels. Voor de grote families, die ik onderzoek, heb ik daaraan toegevoegd, dat ik mijn stambomen niet publiceer op internet. Ik voeg daar altijd aan toe, dat elk familieverhaal – hoe onbeduidend dan ook op het eerste gezicht – de moeite waard is vastgelegd en bewaard te worden. Er is later zeker iemand die van die familiegeschiedenis zal smullen.

Dat betekent voor mij, dat ik te zijner tijd een en ander goed moet regelen.



Tiel 09-04-2016




Geen opmerkingen:

Een reactie posten