Ouwe lullenclub
Bij thuiskomst gisteravond werd ik verwelkomd met de
traditionele vraag: en hoe was het bij de ouwe lullenclub? Gezellig en een
interessante en boeiende lezing, antwoordde ik.
Ik was naar de laatste vergadering van dit seizoen van de afdeling
Betuwe van de NGV geweest, de zgn. jaarvergadering. Het afdelingsbestuur legde
in een half uur tijd verantwoording af over het gevoerde beleid en over de
financiƫn. Een jaarlijks terugkerende rituele dans. Maar in dit gedeelte van de
bijeenkomst maakte de voorzitter wat mij betreft twee heel belangrijke
opmerkingen.
Ten eerste, zowel op landelijk niveau als ook in onze eigen
afdeling loopt het ledental van de vereniging (sterk) terug. Aan de bovenkant
vallen mensen af, vaak door overlijden, en aan de onderkant is er geen aanwas
van jongeren. Toen ik de zaal een keer rondkeek besefte ik, dat de NGV
werkelijk een club van ouwe lullen is geworden. De gemiddelde leeftijd van de
ruim 20 aanwezige leden lag ver boven de 65 jaar, twee gasten niet meegerekend.
Bovendien slechts twee vrouwen. Is genealogie dan werkelijk een bezigheid geworden
voor stoffige oudere mannen en slechts enkele dames in dezelfde
leeftijdscategorie?
De tweede belangrijke mededeling van de voorzitter was, dat
op de begroting van de landelijke organisatie van de NGV een overschot was
ontstaan van meer dan € 30.000. Een ongekende weelde, veroorzaakt door het
goedkoper laten drukken van het blad Gens Nostra. Waarvoor natuurlijk alle
complimenten. De voorzitter vertelde, dat het landelijke bestuur het merendeel
van het overschot wil besteden aan het moderniseren van de website van de vereniging.
De website moet het communicatiemiddel binnen de NGV worden, zowel op inhoudelijk
als op organisatorisch gebied. Door een goed werkende, moderne, toegankelijke
website zou op den duur het verenigingscentrum in Weesp overbodig kunnen
worden, wat weer een aanzienlijke kostenpost minder zou betekenen. Voor
kleinere projecten was ook nog iets geld beschikbaar. Aan de vergadering werd
gevraagd of er nog suggesties waren voor de besteding van het restant van het
overschot.
Zoals altijd kwam er uit de vergadering alleen maar
instemmend geknik. Dat betekende, dat de afgevaardigde van onze afdeling op de
komende algemene jaarvergadering van de NGV in kan stemmen met de voorstellen
van het hoofdbestuur.
Maar wacht even, ik heb een idee: zet bijna het hele
overschot in voor een reclamecampagne, die als doel heeft jongeren enthousiast
te maken voor stamboomonderzoek en het lidmaatschap van de NGV. Een flitsende
campagne in de taal van de jongeren met een positieve benadering. Doe je dat
niet op die manier, dan krijg je, zeker weten, de kous op de kop. Dat heb ik
geleerd van de werving voor de cursus stamboomonderzoek, die het Regionaal
Archief Rivierenland in de meivakantie wil starten voor jongeren en waaraan ik
zal meewerken. Wanneer je bang bent, dat jongeren zich in die vakantie zullen
vervelen, dan is er onmiddellijk een zich vervelende journalist, die via de
krant laat weten, dat jongeren zich met hun smartphone per definitie niet
vervelen. Nee, een aansprekende campagne voor jongeren, waarvoor de journalist
in De Gelderlander van 15 april j.l. al enkele aanbevelingen deed. Er is vast
een startend reclamebureau van jongeren te vinden, dat voor het beschikbare
geld zo’n campagne wil opzetten.
Ik adviseer het hoofdbestuur het eventueel resterende geld pas
te gebruiken voor verbetering van de website van de NGV. First things first. En
wat is er mooier dan genoemde zaken met elkaar te verbinden. Ik heb in dat
kader nog een suggestie: laat het reclamebureau dan ook even kijken naar de
vormgeving en de inhoud van Gens Nostra. Met alle respect, maar dat blad in de
huidige vorm spreekt jongeren werkelijk niet aan! Het is echt een blad voor
ouwe lullen.
Na het huishoudelijke gedeelte van de vergadering volgde een
boeiende lezing door Saskia Klooster over de betekenis voor genealogen van het
Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in ’s Gravenhage. Met veel
elan zette ze uiteen welke bronnen bij het NIMH, al dan niet online,
geraadpleegd kunnen worden. Voor dit soort lezingen maak ik in het winterseizoen
graag elke maand een avond vrij!
Tiel, 20-04-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten