Kandelaars
Barthold van Haeften (1692-1772) en Margriet van Lynden van Hemmen
(1699-1761) traden op 19 september 1719 in Nijmegen
met elkaar in het huwelijk, volgens het “Nieuw Nederlands Biografisch
Woordenboek” van Dr. P. C.
Molhuysen en en Prof. dr. P. J. Blok en volgens het boek “De Ridderschap van het
Kwartier Nijmegen” van W. J. Baron d'Ablaing van Giessenburg. Het “Nederlands Adelsboek”,
ook wel het “Rode Boekje” genoemd, vermeldt als huwelijksdatum 23 september
1719. Daar ik geen bevestiging kon vinden,
dat op 23 september 1719 het (kerkelijke) huwelijk voltrokken zou zijn tussen
Barthold en Margriet, ga ik ervan uit, dat in het Rode Boekje de verkeerde
datum wordt genoemd.
|
Barthold van Haeften
en Margriet van Lynden van Hemmen, (foto’s explore.rkd.nl)
|
Voordat Barthold van Haeften en Margriet van Lynden van Hemmen in het huwelijk traden in de Nederduitse
Gereformeerde Gemeente van Nijmegen, werden, zoals te doen gebruikelijk, de
huwelijkse voorwaarden opgesteld. Het huwelijk van Barthold en Margriet was
ongetwijfeld omgeven met de grandeur en pracht en praal, die verwacht mag
worden bij twee zulke invloedrijke families.
Ter gelegenheid van hun huwelijk schonken Barthold
en Margriet een gebrandschilderd raam aan de kerk van Wadenoijen, waarvan
Barthold de Heer was. Op het raam, in de oostwand van de kerk boven de ‘herenbank’
staat het alliantiewapen van de families van Haeften en van Lynden afgebeeld,
met daaronder de tekst:
Heer Barthold van Haeften Heer tot Wadenoijen gecommitteerde ter vergadering
van haar hoogmogend wegens de provintie van Gelderland en die hooghwelgeboore
vrouwe Margriet van Lijnden vrouwe tot Wadenoijen.
In een artikel in De Stavelij, Jaarboek 2006 van de Nederlandse Zilverclub vermeldt Paul Kerckhoffs, dat de Nijmeegse zilversmid
Gerardus Cornelii (1695-1745) een aantal zilveren kandelaars heeft
vervaardigd ter gelegenheid van het huwelijk tussen Barthold van Haeften en Margriet van Lynden. De kandelaars dragen het
alliantiewapen van de families Van Haeften en Van Lynden. In het jaarboek van
2004 had Gerard Lemmens twee van deze kandelaars al beschreven als
“merkwaardig”, omdat ze opbollende ronde voeten hadden in plaats van vierkanten
voeten met kwartcirkelvormige afgeschuinde hoeken zoals gebruikelijk in de
Lodewijk XIV-stijl. De kandelaars bevinden zich momenteel in Museum Het Valkhof
in Nijmegen.
|
Kandelaars in de
Lodewijk XIV-stijl, 1719, foto Museum Het Valkhof
In 2004 slaagde het museum erin nog twee vrijwel
identieke kandelaars te bemachtigen. Deze kandelaars dragen eveneens het
gegraveerde familiewapen van de familie Van Haeften maar in een ruitvormig schild. Op basis van
het meesterteken “FS”, een gehalteteken van 13 en een roos of bloem in contour
is Kerckhoffs van mening, dat deze kandelaars uit Duitsland
afkomstig zijn met een datering van eind 18e eeuw, vermoedelijk
gemaakt door zilversmid Friedrich August Joseph Gangolf Samans (1779-1835), die in het Duitse Geldern woonde
en werkte. Omdat het familiewapen een ruitvorm heeft, neemt Kerckhoffs aan, dat deze kandelaars vervaardigd zijn voor
een vrouwelijk telg uit het geslacht Van Haeften. Daar bij Koninklijk Besluit
nr. 12 van 17 oktober 1822 de dochters van diplomaat Reinier van Haeften
(1729-1800) erkenning verkregen van de titel barones
vanwege de grote verdiensten van hun vader voor het land en het familiewapen
(504-H-34) in ruitvorm mochten voeren, moeten de kandelaars toebehoord hebben
aan één van deze vier.
Voorzijde zeepdoos
Cornelii maakte voor Barthold van Haeften rond 1730 ook
nog een zilveren zeepdoos, die eveneens voorzien was van het familiewapen. Deze
zeepdoos is gemaakt in de vorm van een uit twee helften bestaande bol op een
geprofileerde voet. De helften zijn gescheiden door een geprofileerde band. Dit
type zeepdoos werd gebruikt om te voorkomen dat de zeep zou uitdrogen. Een
vergelijkbare zeepdoos bevindt zich in Museum Het Valkhof.
Na 1729 gaven Barthold en Margriet de Haagse
schilder Diederick Herman Cuijpers (1707-1779) de opdracht portretten van hen
te schilderen. Tegenwoordig bevinden deze hierboven afgebeelde portretten zich
in particuliere handen.
Door zijn vele werkzaamheden, onder meer als ambtman
van de Bommeler- en Tielerwaard, bewindhebber namens Gelre bij de Verenigde
Oost-Indische Compagnie en vertegenwoordiger van Gelre bij de Staten-Generaal,
vestigden Barthold en Margriet zich in Nijmegen, aanvankelijk op de St.
Jorisstraat. Deze woning deden ze later over aan hun dochter Theodora Anna
(1721-1801) en haar man Jan Jacob de Geer (1714-1781). In 1758 kochten Barthold en
Margriet van Matthias van der Lynden een imposante patriciërswoning met een enorme
ommuurde barokke tuin aan de zuidzijde van het Kelfkensbosch, waarin tegenwoordig
op de St. Josephschool is gevestigd.
Barthold en Margriet kregen 10 kinderen, die allen gedoopt zijn in de Nederduits Gereformeerde Gemeente in Nijmegen.
|
Tiel, 01-08-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten