Correspondentie
Toen hij in Lissabon zijn diplomatieke carrière
begon als vertegenwoordiger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden,
kreeg Reinier van Haeften (1729-1800) de opdracht mee van de Staten Generaal om
zijn berichtgeving over actuele dossiers in code aan de grieffier van de Staten
Generaal te schrijven, wanneer het om politiek of militaire gevoelige zaken
ging. Over gevoelige onderwerpen deed Van Haeften niet alleen aan de Staten Generaal
in code verslag maar later ook aan stadhouder Willem V (1748-1806).
Reinier van Haeften schreef met de Prins tijdens zijn verblijven
in Stockholm, Constantinopel en Wenen. Vanuit Stockholm stuurde Reinier tussen
17 oktober 1775 en 12 november 1776 31 brieven naar de stadhouder, die slechts driemaal
antwoordde. Alle correspondentie uit die periode is gesteld in het Frans,
terwijl een groot aantal brieven van Reinier gedeeltelijk in codetaal zijn
gesteld om:
“secreet te houden de zaaken die
vereisschen secreet gehouden te worden.”
Bij deze gecodeerde brieven heeft de
geheimsecretaris van Willem V een in het Frans uitgeschreven versie gevoegd,
zodat wij nu, zonder de codesleutel te kennen, de brieven kunnen lezen.
Dr. Hans van der Meer van de Universiteit van Amsterdam heeft in
2014 een cryptoanalitische verkenning geschreven, getiteld “De Haeften aan Stadhouder 1775-1776” over de brieven van Reinier van
Haeften van 26 september 1775, 17 oktober 1775 en 6 februari 1776. In zijn
artikel concludeerde Van der Meer, dat Reinier de verbinding met
Willem V, of die nu op Paleis Soestdijk,
’t Loo of in ’s Gravenhage verbleef, te onbetrouwbaar vond om zijn brieven
ongecodeerd te verzenden. Reinier handelde hiermee volledig in overeenstemming
met de richtlijnen van de Staten-Generaal.
Gecodeerde brief (detail) van Reinier van
Haeften aan Willem V
De code voor de diplomatieke correspondentie was
ontworpen door geheimsecretaris Pieter Lyonet (1706-1789) in opdracht van raadpensionaris Pieter Steyn (1706-1772). Steyn had in 1752 via het postkantoor van Den Haag
Lyonet afschriften weten te doen toekomen van gecodeerde
post voor de gezanten bij de Republiek van Pruisen en Engeland. Het lukte
Lyonet na 18 maanden de codes te kraken. Later
verbrak hij eveneens de versleuteling van de brieven voor de Franse gezant.
Lyonet was advocaat en illustrator en werkte als
vertaler, secretaris en cryptoloog in dienst van de Staten-Generaal.
Uit de bewaard gebleven gecodeerde brieven van
Reinier van Haeften en de transcripties door de geheimsecretaris van de
stadhouder, kon Van der Meer het bijbehorende codeboek reconstrueren. Uit
zijn analyse van de brief van Reinier van 26 september 1775 bleek, dat deze
brief 398 codegroepen bevatte, waaronder 282 verschillende; van deze 282
groepen kwamen er slechts 77 meer dan eenmaal voor. Elke codegroep had een
bepaalde betekenis.
Later zou Reinier ook vanuit Constantinopel en Wenen
regelmatig naar de stadhouder schrijven. Willem V liet zich door Nederlandse vertegenwoordigers
in het buitenland uitvoerig informeren over de zaken die aan de verschillende
hoven speelden.
|
Willem V |
Het is niet bekend hoe Reinier Willem V heeft leren kennen noch of de beide heren
elkaar ooit ontmoet hebben. Het vermoeden bestaat, dat Reinier een ontmoeting
met Willem V heeft gehad tijdens zijn verblijf in Nederland
i.v.m. het overlijden van zijn vader.
In zijn brief van 6 februari 1776 liet Reinier zijn genegenheid voor Willem V duidelijk blijken, toen hij schreef:
La lettre, dont Vôtre Altesse Serenissime
a daigné me honorer sous date de 30 Decembre, ma penetré de la plus vive et de
la plus respectuende reconnoissance. Bien certainement ut capable de me rendre
tranquil et content dans toute position quelconqueon je me trouve oú trouverai
que la conviction du gracieux suffrage et de la Protection toute puissante de
Vôtre Altesse Serenissime: je ferai toujours tout au monde pour meriter l’un et
l’autre, Monseigneur, et c’est avec ces sentimens, que je prend la liberté de
remettre à ses soins tout mon sort.
Soms had Reinier op politiek gebied niet veel te
melden. Hij stelde dan de prins op de hoogte van de laatste society nieuwtjes
Reinier schreef tijdens zijn verblijf in
Constantinopel zestien brieven aan prins Willem V. Sommige daarvan zijn
persoonlijk van aard. Reinier had de gewoonte rond de tiende en op het einde
van elke maand een brief aan de stadhouder te schrijven.
Reinier beschreef voornamelijk de steeds slechter
wordende verhoudingen tussen het Ottomaanse Rijk en Rusland en
Oostenrijk-Hongarije. Reinier vond het huidige bestuur van het Ottomaanse Rijk,
en vooral sultan Abdülhamit I, zeer zwak.
De Turken deden nog een flauwe poging de
verstandhouding met Rusland te verbeteren door de Krim op te geven, maar
Reinier was ervan overtuigd, dat het op oorlog zou uitdraaien. Die oorlog zou
wel eens de ondergang van het Ottomaanse Rijk kunnen betekenen.
Reinier gebruikte zijn correspondentie met
stadhouder Willem V ook om uiting te geven aan zijn ongenoegen
over gebeurtenissen in de diplomatieke dienst waarmee hij werd geconfronteerd.
Zo liet hij in zijn brief van 25 september 1783 weten, dat hij er niet van
gediend was, dat de extra ordinaris envoyé en Minister Plenipotentiaris te
Wenen, de heer Carel George Rijksgraaf van
Wassenaer (1733-1800) zijn brieven openmaakte en die
censureerde, voordat die naar de Staten-Generaal gingen. Reinier eiste, dat Van
Wassenaer met zijn handen van zijn post afbleef en die
ongeopend doorstuurde naar ’s Gravenhage. De diplomatieke post vanuit
Constantinopel bereikte ’s Gravenhage via Wenen. Ruim een jaar later riepen de
Staten-Generaal Van Wassenaer terug zonder afscheid te mogen
nemen van het Weense Hof.
Vanuit Wenen liet Van Haeften de prins in zijn
eerste brief weten, dat hij vanwege de voorbereidingen op zijn vertrek niet in
staat was geweest de prins persoonlijk te bezoeken op Paleis Het Loo.
Het duurde daarna bijna anderhalf jaar voordat
Reinier weer een brief stuurde aan Willem V. Hij schreef op 3 oktober 1787,
dat hij blij was, dat de prins de patriottische opstand had overleefd en weer
volledig in zijn stadhouderlijke rechten was hersteld.
In zijn brief van 21 april 1790 gaf Reinier van
Haeften aan Willem V te kennen, dat hij er veel voor voelde om de
vertegenwoordiger van de Republiek in Parijs te worden, de best betaalde
buitenlandse post. Reinier wist te melden, dat ordinaris ambassadeur Mattheus Lestevenon (1715-1797), problemen had met zijn gezondheid. Politiek
gezien werd diens positie in Parijs steeds zwakker. Reinier vroeg de stadhouder
hem te willen steunen bij zijn positieverbetering, wat hij al eerder had gedaan.
Zonder succes dit keer, want Lestevenon, bleef op zijn post tot 1792, toen hij op 24
augustus opdracht kreeg zijn ministeriële functies neer te leggen en Frankrijk
zo spoedig mogelijk te verlaten. Zijn opvolger werd de patriot Jacobus Blaauw (1756-1829).
Jacobus Blaauw |
Het jaarsalaris van Reinier van Haeften liep tot
1800 op tot fl. 21.900 per jaar. Hij was daarmee één van de best betaalde
Nederlandse gezanten. Alleen Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825) genoot als extraordinaris
ambassadeur in Parijs een hoger jaarlijks traktement.
Tiel, 22-08-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten