Omgekomen door politiekogel
Gijsbertus Antonius (roepnaam
Gijs) Welling en Alberta Berendina (roepnaam Alberta) Rizaar traden met elkaar
in het huwelijk in Amersfoort op 1 augustus 1883. Zij waren toen resp. 25 en 24
jaar oud en woonden ook in Amersfoort. Voordien hielden ze domicilie in
Doesburg, waar Alberta vandaan kwam. Tijdens de huwelijksplechtigheid verklaarde
het bruidspaar, dat zij dochter Johanna Berendina (roepnaam Anna) Rizaar, geboren
op 6 februari 1878 in Doesburg, bij deze te erkennen en te wettigen. De
ambtenaar van de Burgerlijke Stand nam dat op in de huwelijksakte. Het huwelijk
van Gijs en Alberta was zeer vruchtbaar, na Anna baarde Alberta nog 15 kinderen.
Echter negen van hen haalde het eerste levensjaar niet. Van de overgebleven kinderen
was oudste dochter Anna misschien wel de ondeugendste; zij moest in 1900 een
tijdje brommen voor heling.
Huwelijksakte Gijs
Welling en Alberta Rizaar
|
Daar Gijs
werkeloos was, trokken hij en Alberta al kort na hun trouwen naar Rotterdam,
waar hij in 1890 werkte als sjouwer in de haven. Er moesten monden gevuld
worden. In 1894 stapte Gijs over naar het spoor.
Afgezien van de negen kinderen
die Gijs en Alberta naar het kerkhof moesten brengen, leidden ze een aantal
jaren een tamelijk rustig leven. Ze verhuisden drie keer in de Isaac
Hubertstraat en bleven uiteindelijk plakken op het adres Isaac Hubertstraat 72.
Gijs overleed op 50-jarige leeftijd in 1909, Alberta achterlatende met de nog
in leven zijnde kinderen. Om in haar levensonderhoud te voorzien werd Alberta
wasvrouw bij de familie Cardinaal. Daardoor kwamen haar dochters Alberta en
Clara in contact met de jongens Bertus en Bastiaan Cardinaal met wie ze later
trouwden.
Gezinskaart van Gijs
en Alberta Welling
|
De Isaac Hubertstraat ligt in de
Rotterdamse wijk Crooswijk, ook wel de “Rotterdamse Jordaan” genoemd. Op het
hoogtepunt van de economische crisis kondigde de regering een verlaging van de
steun aan en een verhoging van de huren. De eerste keer dat de lagere steun uitbetaald
zou worden was op 7 juli 1934. Net als in Amsterdam werd opgeroepen tot een algemene
havenstaking tegen de lagere steun en hogere huren op 9 juli. In Rotterdam mislukte
de havenstaking. Maar de strijd werd die avond uitgevochten op de Crooswijkseweg,
nadat eerder die dag bij de stempellokalen aan de werkelozen briefjes waren
uitgedeeld om die avond tussen 19.00 en 20.00 uur samen te komen op de Crooswijkseweg.
De politie verdreef de activisten, maar die trokken zich terug in de zijstraten
van de Crooswijkseweg, waar ze de straten begonnen open te breken. Vanachter
opgerichte barricaden wierpen de actievoerders projectielen naar de politie. Versterkt
met de afdeling Speciale Diensten begon de politie met het opruimen van de barricaden.
Maar overal vandaan bleven de bewoners projectielen naar de politie gooien, er
werd zelfs op de politie geschoten. Die reageerde daarop met pistoolvuur. Een
zestienjarige jongen raakte toen gewond.
1934, rellen in Crooswijk
|
De volgende dag was het weer
onrustig in Crooswijk. De politie, gesteund door het leger, zette de wijk af, mannen
en jongens mochten er niet in of eruit.
Mannen die uit hun werk kwamen konden niet thuiskomen. Hun vrouwen brachten hen
veelal het avondeten. De politie maakte bekend, dat er direct met pistool of karabijn
geschoten zou worden op mensen die zich op straat, voor open ramen of op daken
zouden bevinden. Door de vele patrouilles was er van verzet overigens geen
sprake meer. En toch ging het fout.
1934,
Waarschuwingsbord van de politie
|
Op 10 juli
om 18.15 uur trok een militaire patrouille door de Isaac Hubertstraat. Waar mensen
zich op straat vertoonden of voor open ramen vuurde de politie
waarschuwingsschoten af. In of bij pand nr. 44 of 48 werd Alberta Welling, die,
gedreven door nieuwsgierigheid, stond te kijken wat er op straat gebeurde en de
raad van een voorbijganger om naar huis te gaan in de wind sloeg, in haar buik getroffen
door een verdwaalde kogel van een karabijn.
De politie
verleende weliswaar de eerste hulp, maar Alberta werd, ernstig gewond, door de
GGD overgebracht naar het ziekenhuis aan de Bergweg, waar ze korte na aankomst
bezweek aan haar verwondingen. Vermoedelijk was Alberta geraakt door een kogel,
die tegen een muur was afgeketst. De dood van Alberta was wereldnieuws in heel
Nederland. Alle landelijke en regionale kranten berichtten er destijds over.
Algemeen
Handelsblad, d.d. 11-07-1934
|
De
inspecteur van politie J.W. Holsbergen maakte, met behulp van de mondelinge
getuigenverklaring van de heer Dik van Schorel, rapport op van het incident.
Op 12 juli
1934 vond de begrafenis van Alberta plaats. De rouwstoet vertrok van het ziekenhuis
aan de Bergweg langs de woning van Alberta, waar talrijke belangstellenden en
buren bloemen en een krans op de baar legden, naar de RK Begraafplaats
Crooswijk. De politie had uitgebreide voorzorgsmaatregelen getroffen om
mogelijke ongeregeldheden de kop in te drukken. Het bleef echter volkomen
rustig, zo berichtte De Telegraaf op 14 juli. Op de begraafplaats werden slecht
veertig familieleden, kennissen en buurtgenoten toegelaten voor een eenvoudige
plechtigheid.
Het Alberta
Wellingpad
|
B&W van Rotterdam besloten op
17 januari 1986, dat de nieuw aangelegde verbinding tussen het Martinplein en
de Van Meekerenstraat, niet ver van de Isaac Hubertstraat, de naam Alberta
Wellingpad kreeg. Zo blijft de herinnering aan Alberta Berendina Welling-Rizaar
levend.
Tiel, 06-08-2016
Met zeer veel belangstelling uw blog gelezen .
BeantwoordenVerwijderenIk ben bezig om de geschiedenis van Crooswijk in kaart tebrengen en daar hort ook de Huurstaking uit 1934 bij .En zeker leuk om te lezen dat er nog Familie leeft.
www.eencrooswijkervertel.nl ----Facebook; Wijkjournalist van Crooswijk.
Met vriendelijke groet,
Ton Geenen
Heel interresant om te lezen. Dit gaat over de oma van mijn oma. (Meisjesnaam Cardinaal).
BeantwoordenVerwijderen