Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

woensdag 17 augustus 2016

Genealogisch blog 89



Roggebrood

De op één na oudste broer van mijn grootvader was Jo Welling, die in Amersfoort in het ouderlijk huis aan de Krommestraat werd geboren op 2 mei 1877 om 03:30 uur. Zijn vader Adrianus Leonardus deed, vergezeld van Johannes de Greef, diens schoonvader, en Jacobus Hoogland, in de loop van de dag aangifte op het Gemeentehuis. Kort daarop moet de kleine gedoopt zijn, waarbij hij de namen Johannes Wilhelmus kreeg.
Jo wilde bakker worden en ging daarvoor na de lagere school al werkend leren. Rond de eeuwwisseling trok hij naar Bussum, waar hij op 3 mei 1904 in het huwelijk trad met 29-jarige Anthonia (Euphemia Anthonia) Bus. Jo opende zijn bakkerij aan de Raadhuisstraat op nr. 38; het gezin woonde op nr. 36. Thuis werden zeven kinderen geboren, van wie Johannes Wilhelmus uit 1906 na 18 maanden overleed. 

Jo Welling
Jo Welling en zijn echtgenotes Euphemia Bus (l) en Petronella Ruijer (r)
In het Contactblad van de Historische Kring Bussum liet Ina de Beer in april 1988 de toen 80-jarige bakker Jan (ook Johannes Wilhelmus) Welling, vlak voor zijn dood vol trots vertellen hoe zijn vader Jo in het begin van de 20ste eeuw roggebrood en andere broden maakte. Jan nam in 1943, met geleend geld van zijn ouders, de zaak over, die vervolgens in 1967 werd overgenomen door Jans zoon Ton (Anthonius Leonardus) en zijn vrouw Rita Robat.
Roggebrood was destijds hét volksvoedsel; Jo maakte roggebrood van een uitstekende kwaliteit. In een trog deed hij een mud (70 kg.) gemalen rogge. Hij voegde daaraan water en zout toe. Vervolgens kneedde hij, diep voorover gebogen, het mengsel gedurende een lange tijd. Zwaar werk. Wanneer het deeg stijf genoeg was, haalde Jo het uit de trog en vormde op de werkbank met de hand roggebroden van ongeveer een kilo en soms zwaardere. Voor het maken van de roggebroden bestonden toen geen bakvormen. Waren de roggebroden gevormd, dan werden ze stuk voor stuk aan alle kanten in zemelen gedrukt om de broden na het bakken en het stomen daarna, makkelijk van elkaar te scheiden. Voorzien van de zemelen werden de broden met behulp van een schieter op de juiste plaats in de oven ‘geschoten’. Vervolgens werd de oven gesloten en de kieren langs de ovendeur werden met deeg dicht gesmeerd. Na het 2½ uur durende bakken legde Jo met water doordrenkte jutezakken over de warme roggebroden, die daardoor als het ware werden gestoomd. Tijdens een 12 uur durend proces namen de roggebroden het vocht uit de jutezakken geleidelijk op. Daarna waren ze gereed voor verkoop.

Jo Welling
Jo Welling voor zijn bakkerij


Nadat hij ’s nachts ook vloerbroden en, op bestelling, andere luxe witte broden had gebakken, ging Jo ’s morgens vroeg de wijk in. Hij stond erop het verse brood op tijd bij zijn klanten af te leveren. Gevolg daarvan was, dat hij, zonder het zelf te beseffen, als “menselijke wekker” werd gezien. Kwam bakker Welling aan de deur dan was dat voor menig huisvader tijd om naar zijn werk te gaan.
Terwijl Jo in zijn wijk was hielp zijn vrouw, soms hoogzwanger, de klanten die in de winkel kwamen. In de winkel vervulde Anthonia min of meer de rol van sociaal werkster door oor te hebben voor de problemen die sommige klanten haar toevertrouwden. ‘s Avonds moest Anthonia het huishouden doen, wassen, strijken, naaien enz., en de kinderen verder verzorgen. Gelukkig kon zij in die tijd altijd over warm water beschikken, want naast de oven was een watervat gemaakt waarin het water door de warmte van de oven op temperatuur kwam.

Anthonia Welling
Anthonia Welling voor huis en bakkerij met zoon Leo


Armoede hebben Jo, Anthonia en hun kinderen nooit gekend, al moest er hard gewerkt worden. De zaken gingen goed en er werd aan uitbreiding gedacht. Hoewel het huis aan de Raadhuisstraat goed beviel, ontbrak het Anthonia aan daglicht. In 1922 verhuisde het gezin naar de St. Janslaan no. 13 (thans no. 12). In 1925 kwam eerder genoemde zoon Jan, die bij andere bakkers het vak had geleerd, bij zijn vader werken, omdat zijn oudste broer Leo in dienst moest.
Toen Jan de zaak in 1943 overnam, verhuisden zijn ouders naar de overkant van de straat, St. Janslaan no. 38. Anthonia heeft niet lang van de verhuizing kunnen genieten, zij overleed op 29 april 1943 en werd vier dagen later begraven. Een paar jaar later hertrouwde Jo met de weduwe Petronella Eufemia Maria Ruijer (1885-1971). In de jaren ’60 van de vorige eeuw ging de gezondheid van Jo hard achteruit en hij overleed in zijn woning aan de St. Janslaan no. 38 op 14 december 1961. Ook hij werd begraven op de RK Begraafplaats in Bussum.
Ton Welling, de kleinzoon van Jo, en zijn vrouw Rita hebben de zaak voortgezet en opende in 1988 een zaak aan de Spiegelstraat. Hij ging tot aan zijn pensioen een samenwerkingsverband aan met Jan van Groen en diens vrouw. Daarna zetten Jan van Groen en zijn vrouw de zaak alleen voort tot maart van dit jaar, toen ze de zaak overdeden aan Charlotte Kwakman en haar partner Joey Haage.

Tiel, 17-08-2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten